Hoe leert een kind een taal? Het centraal stellen van deze eenvoudige vraag zou zorgen voor een revolutie in de taalkunde. Een goede beschrijving van een taal volstond niet langer, de beschrijving diende ook een psychologische realiteit te hebben. Met andere woorden, de beschrijving moet ook iets zeggen over de manier waarop mensen hun moedertaal aanleren en gebruiken. De taalkunde is hiermee een onderdeel geworden van de psychologie. De Amerikaanse taalkundige Ray Jackendoff is als student van Chomsky in deze traditie opgeleid en geldt tegenwoordig niet alleen als een vooraanstaand taalkundige, maar ook als een van de voormannen van de cognitieve psychologie. Zo heeft hij zich buiten de taal ook beziggehouden met muziek en de structuur van het denken. ‘Je kunt taal nu eenmaal niet begrijpen, als je geen idee hebt welke concepten aan woorden ten grondslag liggen en welke gedachten door middel van taal uitgedrukt worden. Mensen praten bijvoorbeeld veel over wat zij zien. Als je dat wilt begrijpen, moet je ook weten hoe het visuele systeem werkt. Bovendien blijkt de manier waarop mensen taal verwerken, model te staan voor het denken en het leren in het algemeen.’
Jackendoff is in dit opzicht een echte volgeling van Chomsky,