De ademhaling van haar vriend als hij ’s nachts ligt te slapen. Mensen die een appel eten, of chips – eigenlijk al het eten dat kraakt. Nagelbijten. Of iemand die aan een velletje zit te pulken. Dat zijn de geluiden waar Daniëlle (23) écht niet tegen kan.

Waarom geluidsirritatie zo persoonlijk is

Waarom geluidsirritatie zo persoonlijk is

Het geluid van een grasmaaier is voor veel mensen irritanter wanneer het van de buren komt dan als w...

Lees verder

En nee, zegt ze nu ik tegenover haar aan tafel zit: met ‘niet tegen kunnen’ bedoelt ze niet dat ze zich daar een beetje aan ergert. Dat gesnurk, geknaag en gepulk drijft haar tot pure razernij.

Zó woest wordt ze ervan, dat ze degene die het geluid maakt het liefst zou aanvliegen. Maar dat doet ze niet: Daniëlle houdt zich in.

Test: ben je overgevoelig voor geluid?
TEST
Doe de test »

Test: ben je overgevoelig voor geluid?

Wanhopig zit ze ’s nachts rechtop in bed naast haar slapende vriend, urenlang malend: ‘Zal ik hem wakker maken? Of weglopen? Wakker maken, weglopen? Wakker maken, weglopen…’

Update: hoe gaat het nu met Daniëlle en het onderzoek naar misofonie

Dit artikel verscheen eerder in 2013, hoe gaat het nu? ‘Inmiddels hebben we meer dan 1000 mensen gescreend die aan de diagnostische criteria voor misofonie voldoen: ze hebben zo’n sterke afkeer van bepaalde geluiden dat ze er echt onder lijden en bijvoorbeeld situaties vermijden,’ zegt psychiater Arjan Schröder die promoveert bij Damiaan Denys aan het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam.

De behandeling die Denys, Schröder en collega’s ontwikkelden, vermindert in de helft van de gevallen de klachten aanzienlijk, blijkt uit een onderzoek dat ze publiceerden. ‘Best een goede score’, aldus Schröder.

‘Het is nu in ieder geval aangetoond dat misofonie te behandelen is.’ De behandeling bestaat uit een combinatie van technieken uit de cognitieve gedragstherapie – waarbij mensen bijvoorbeeld leren om negatieve associaties met een geluid te vervangen door positieve –, en aandachts- en ontspanningsoefeningen waarmee mensen onder andere leren hun aandacht te verleggen van het geluid.

Uit het onderzoek blijkt ook dat mensen met ernstige misofonieklachten en mensen bij wie geluiden niet alleen woede maar ook walging oproepen, het meest opknappen door de behandeling.

Schröder: ‘Mogelijk omdat er bij hen de meeste ruimte is voor verbetering. Ook zou het kunnen zijn dat walging meer voorkomt bij eetgeluiden, waar je vrij goed mee om kunt leren gaan door de therapie.’

Uit vervolgonderzoek in de hersenscanner blijkt dat de heftige emotionele reactie die bepaalde geluiden bij misofoniepatiënten oproepen, ook terug te zien is in hun brein. De onderzoekers lieten mensen met en zonder misofonie in de breinscanner filmpjes zien van bijvoorbeeld iemand die een wortel eet.

‘Bij de misofoniepatiënten was er dan veel meer activiteit in de insula, een breingebiedje dat betrokken is bij het ervaren van walging.

Ook was er meer activiteit in breingebieden die uitfilteren welke zintuiglijke informatie uit de omgeving belangrijk is, zoals de auditieve cortex, die betrokken is bij waarneming van geluiden.

‘Ze verzinnen het dus niet,’ zegt Schröder. ‘Hun brein reageert echt even heftig op iemand die een wortel eet, als op nare filmfragmenten die bij iedereen woede en walging oproepen.’

Helaas bleek Daniëlle niet een van de mensen bij wie cognitieve gedragstherapie effect had: ‘Het heeft bij mij niet geholpen, mijn misofonie is er niet minder door geworden. Maar ik kan er nu wel beter mee omgaan dan een paar jaar geleden.

Toen focuste ik me er heel erg op, ik wilde er heel graag vanaf komen. Nu kan ik beter accepteren dat ik waarschijnlijk de rest van mijn leven heftig zal reageren op bepaalde geluiden, en zoek ik vooral naar manieren om daar beter mee om te gaan.’

Meer rust inplannen is iets dat voor Danielle goed werkt. Ze heeft tijdens de behandeling meer inzicht gekregen in hoe ze haar spanningsniveau kan verlagen met aandachts- en concentratieoefeningen: ‘Als ik veel spanning heb, kan ik minder hebben en erger ik me sneller aan geluiden van anderen.

Daarom plan ik regelmatig een momentje voor iets waar ik mijn aandacht op kan richten en dat me ontspant, zoals een kleurplaat voor volwassenen, puzzelen of muziek luisteren. En ik heb een heel goede koptelefoon gekocht die geen geluid doorlaat, dat helpt wel tegen geknaag van appels in de metro.’

Toch kiest ze nog steeds liever een andere coupé als ze iemand met een appel ziet instappen, en ook de bioscoop mijdt ze. Maar verder is er voor haar goed mee te leven. ‘Ik heb een leuke baan als orthopedagoog en het belemmert me niet in mijn functioneren.

Als een collega zit te eten dan blijf ik gewoon achter mijn bureau zitten, al kost me dat wat moeite. Op mijn werk weet niet eens iedereen dat ik misofonie heb, want ik wil niet dat mensen bang worden om in mijn buurt te eten.’

De relatie die ze vier jaar geleden had, is inmiddels uitgegaan (‘Maar niet door de misofonie hoor!’) En hoewel de geluiden waar ze niet tegen kan ongeveer hetzelfde zijn gebleven, ergert ze zich gek genoeg niet aan de ademhaling van haar nieuwe vriend als hij ligt te slapen. ‘Hij ademt gewoon anders, en hij snurkt niet.’