Met een rood hoofd kijk ik naar het beeldscherm van mijn laptop. Ik lig uitgeput op de grond tijdens een lesje Insanity, een thuisfitnessprogramma dat zijn naam eer aandoet.
Training Vergroot je zelfvertrouwen
- Ontdek waarom vrouwen vaker last hebben van een negatief zelfbeeld
- Zet direct stappen om je zelfvertrouwen te vergroten met behulp van oefeningen en challenges
- Bonusvideo masterclass ‘Overwin het imposter syndroom’ met psycholoog Frederike Mewe
79,-
Geen spier in je lichaam blijft ongebruikt met de oefeningen van instructeur Shaun T: een hoop spring- en vloerwerk met power jacks, planks, diamond jumps en push-ups.
Terwijl ik stiekem even uitrust, vraag ik me af of er ooit een dag zal komen dat ik de fitnessklasjes zonder pauzes kan afmaken, net als de leerlingen in de video’s. En durf ik dan net zo schaars gekleed te sporten als zij?
We vergelijken onszelf continu met de mensen om ons heen. Dat is heel normaal, want onze gedragingen en gedachten krijgen vaak pas betekenis als we onszelf toetsen aan anderen.
Soms weten we niet goed wat we ergens van moeten vinden en dan is het fijn om een referentiepunt te hebben. Op die manier proberen we onze plek te bepalen: hoe fit ben ik eigenlijk? Is mijn conditie gemiddeld, ben ik minder fit dan de rest of misschien juist wel een stuk fitter?
Omhoog en omlaag vergelijken
Sociale vergelijkingen kunnen twee kanten op: omhoog en omlaag. We vergelijken onszelf in neerwaartse richting door te kijken naar mensen die er slechter voorstaan dan wijzelf.
Dat is een manier om onszelf gerust te stellen. ‘Het is niet voor niks dat de programma’s van bijvoorbeeld dr. Phil en Oprah Winfrey zo populair zijn,’ zegt sociaal psycholoog Paul van Lange, hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In feite verzekeren we onszelf ervan dat het allemaal nog veel erger kan als we de misère bij dr. Phil zien.
‘Door onszelf te vergelijken met mensen die slechter af zijn voelen we ons korte tijd beter,’ zegt Van Lange. Het is een handige truc die we inzetten om te kunnen omgaan met teleurstellende gebeurtenissen in ons eigen leven, zoals ontslag of ziekte.
Muhammad Ali-effect
Neerwaartse vergelijkingen gebruiken we dus om ons beter te voelen. Daartegenover staan de ‘opwaartse vergelijkingen’ die we maken als we iemand zien die beter presteert dan wijzelf.
Vaak gebeurt dat onbewust: wanneer een collega vertelt dat hij gisteren twintig kilometer heeft hardgelopen ga je automatisch bij jezelf na wanneer je zelf voor het laatst sportte. Dat kan een stimulans zijn om zelf ook aan je conditie te gaan werken.
Goed voorbeeld doet immers goed volgen: van kijken naar iemand die beter presteert of het beter heeft, kun je leren wat je eigen zwakke plekken zijn en hoe je kunt groeien.
Maar in de praktijk pakken opwaartse vergelijkingen vaak anders uit. Het is namelijk helemaal niet leuk om slechter uit de bus te komen dan een ander: we krijgen er een onaangenaam gevoel van en daarom zoeken we zulke vergelijkingen liever niet actief op.
En als we er onverhoeds toch door overvallen worden, staan we doorgaans tot de tanden toe bewapend klaar om de negatieve uitkomsten en de onprettige gevoelens die ermee gepaard gaan te lijf te gaan.
Het psychologische mechanisme dat ons daarbij helpt, wordt door deskundigen het Muhammad Ali-effect genoemd. De bokser werd ooit gevraagd waarom hij zichzelf in zijn autobiografie the greatest noemde, hoewel hij indertijd was gezakt voor de intelligentietest voor het leger. Zijn antwoord: hij had alleen maar gezegd dat hij de beste was, niet de slimste.
‘Gelukkig worden is hard werken’
Sonja Lyubomirsky is hoogleraar aan de universiteit van California en doet al meer dan achttien jaar...
Lees verderSmoesjes
Er schuilt een beetje van Ali’s onaantastbaarheid in de meesten van ons, zo blijkt uit onderzoek. Iedereen vindt zichzelf een klein beetje intelligenter dan anderen en zelfs vele malen oprechter, eerlijker en socialer. Die mentale bewapening helpt ons om tegenslagen en ongunstige vergelijkingen weg te wuiven.
Ze is zo krachtig dat ze zelfs actief wordt wanneer we onszelf bewust opwaarts vergelijken, zoals ik in mijn video-fitnessklasje deed. In het begin motiveerde het me nog om zelf ook fitter te worden, maar na een tijdje zag ik geen mogelijkheden meer voor zelfverbetering.
In zo’n geval verzinnen we tal van excuses waarom de vergelijking niet (meer) opgaat, zegt sociaal psycholoog Van Lange: ‘We herinterpreteren de situatie zo dat we er toch een goed gevoel aan overhouden.’
Inderdaad gebeurde dat ook met mij: al snel besloot ik dat ik écht niet zo fanatiek met mijn gezondheid wilde bezig zijn als die strakke types op mijn beeldscherm.
Oneerlijk en onrealistisch
Dankzij al dit soort trucs lukt het ons aardig om ons zelfbeeld overeind te houden. Maar er is één levensgrote uitzondering. Wanneer we ons op Facebook en Instagram begeven, laat onze psychologische zelfbescherming het afweten.
De online wereld is zo’n nieuw fenomeen dat we er mentaal nog niet op zijn toegerust, zegt mediapsycholoog Elly Konijn, hoogleraar aan de Vrije Universiteit. ‘We trappen veel te makkelijk in de fictieve wereld van sociale media, waar we worden overladen door – al dan niet oneerlijke en onrealistische – sociale vergelijkingen.’
In het digitale universum zien we veel sneller en meer dan vroeger andere mensen gezellig uit eten gaan of bijzondere reizen maken.
Als je zelf niet aan die norm voldoet vanwege geldgebrek, een beperkt aantal vakantiedagen of gewoon omdat je leven een stuk saaier is, kun je daar ontevreden en ongelukkig van worden. Uit recent onderzoek bleek dan ook dat intensieve Facebook-gebruikers vaker een negatief zelfbeeld hebben.
Bovendien krijgen we via sociale media een inkijkje in veel meer levens, ook van volslagen onbekenden. Zoals het anonieme fotomodel dat dagelijks een naaktfoto van zichzelf in een onmogelijke yogahouding post op Instagram: 315.000 volgers.
En dichter bij huis wordt ons een blik vergund in het glamoureuze leven van gezondheidsgodin Rens Kroes, vol quinoa-powerontbijtjes en tarwegrassapjes (‘Enjoy!’).
Valse beloften
Het probleem, zegt mediapsycholoog Konijn, is dat al die foto’s valse beloften doen. Ze versterken de onhaalbare idealen van onzekere mensen.
Plaatjes en hashtags als #strongnotskinny, #bbg (bikini body guide) en #sweatlikeKayla bieden hun een sprankje hoop: als we net zo strak, slank en sterk worden als fitnessgoeroe Kayla, voelen we ons vast net als zij zelfverzekerd en geaccepteerd door anderen.
Die inkijkjes in andere levens zijn niet onschuldig, bleek recent uit een studie naar het effect van Instagram: hoe meer (relatief) onbekenden we volgen, hoe groter onze kans op depressieve gevoelens.
De onderzoekers vermoeden wat daarvan de oorzaak kan zijn: we vinden het bij onbekenden moeilijk om ons voor te stellen hoe hun échte leven eruitziet en hechten daardoor meer waarde aan datgene wat we wel zien – de perfecte plaatjes die slechts de buitenste schil van een leven vormen en helemaal niets zeggen over hoe tevreden en zelfverzekerd fitnessheldin Kayla in werkelijkheid is.
Wéér erin getrapt
Natuurlijk kennen we onze echte vrienden veel beter. Toch kunnen we ook ‘last’ hebben van hun weergaves van ogenschijnlijk perfecte levens op social media – en de reacties daarop, zegt Konijn. Daar helpt de wetenschap dat de beelden zorgvuldig bewerkt of in scène gezet zijn niet echt bij.
Ik denk even aan de vriendin die ging samenwonen met haar vriend en binnen een paar uur 359 likes kreeg op hun eerste foto in het nieuwe huis. Ik vroeg me toch af of ikzelf überhaupt in de richting van honderd likes zou komen. Terwijl ik nota bene niet eens plannen heb om samen te wonen.
En zo ben ik met open ogen in de val gelopen. Liefde en vriendschap worden via sociale media opeens heel meetbaar, en daardoor dringen vergelijkingen zich snel op.
Voordat je het weet ben je jezelf aan het toetsen op een gebied dat eigenlijk niet eens aan de orde is. Of erger: je wordt je er opeens van bewust hoe je leven eruit zou kúnnen zien, omdat sociale media de verschillen feilloos aanstippen.
Zelfbescherming
Hoe kunnen we onszelf hiertegen beschermen? Het is al een goede eerste stap om je bewust te zijn van het effect dat beelden op sociale media hebben, zegt mediapsycholoog Konijn.
En mensen die toch al een lage eigenwaarde hebben, kunnen zich maar beter terughoudend opstellen op Facebook en Instagram; zowel bij het posten als bij het volgen.
Zij zijn namelijk nog sterker dan gemiddeld geneigd zichzelf langs de sociale meetlat te leggen. ‘Ze hebben meer goedkeuring nodig, moeten vaker horen dat ze er goed voorstaan,’ zegt sociaal psycholoog Van Lange.
Wie bijvoorbeeld na een pittige sportsessie een foto van zijn platte buik online zet en maar één like krijgt, krijgt de gezochte bevestiging niet en wordt vervolgens nog onzekerder. Dan maar liever geen foto’s plaatsen van onderwerpen die gevoelig liggen.
En wie niet zo stevig in zijn schoenen staat, kan het volgen ook maar beter laten. Als je toch al niet goed in je vel zit, staar je je alleen maar blind op al die verhalen van uitbundig genietende, gelukkige mensen, en op al die foto’s van onhaalbare yogaposes en glamoureuze quinoasalades.