Om te floreren hebben mensen de natuur nodig. Dat was de afgelopen decennia keer op keer de uitkomst van wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van een groene omgeving op ons welzijn.
Mindfulness training
- Leer omgaan met stress
- Krijg meer aandacht voor het nu
- Met Gids voor een Langzaam Leven cadeau
99,-
Zo knappen mensen met een burn-out eerder op wanneer ze tijd in de natuur doorbrengen. Werknemers voelen zich prettiger op een werkplek waar planten staan; ze zouden daar zelfs creatiever van worden. En patiënten die vanuit hun ziekenhuisbed bomen kunnen zien, blijken sneller beter te worden.
Enorme impact
Dat een groene omgeving goed voor je is, voelden mensen eigenlijk altijd wel aan. De invloedrijke Duitse natuurgeneeskundige Sebastian Kneipp schreef halverwege de negentiende eeuw bijvoorbeeld al dat buiten wandelen een enorme impact op onze gezondheid heeft: ‘Alles wat we nodig hebben om gezond te blijven, geeft de natuur ons in overvloed.’
Vaststellen dat het werkt is één ding, aantonen waaróm is wat anders. De afgelopen decennia zijn er echter ook de nodige mogelijke verklaringen aangedragen. Ze sluiten elkaar overigens geen van alle uit. Het heilzame effect van groen lijkt dus via verschillende routes tot stand te komen.
Aandacht die geen moeite kost
Zo formuleerde het Amerikaanse psychologenechtpaar Rachel en Stephen Kaplan in de jaren zeventig de attention restoration theory. Deze theorie stelt dat de natuur bij uitstek de plek is waar je geestelijk tot rust komt, omdat ze geen aanhoudende aandacht van je vraagt.
Ons werk doet dat vaak wel – je moet je concentreren om niets te missen van wat er wordt gezegd tijdens een vergadering of om een lastige procedure foutenvrij uit te voeren. Dat lukt alleen als je afleidende zintuiglijke input weet weg te drukken, en dat is zowel mentaal als fysiek uitputtend.
De natuur daarentegen biedt eindeloos mogelijkheden tot ‘indirect attention’: aandacht die geen moeite kost. ‘Zachte fascinatie’ noemen de Kaplans het ook wel. We kunnen zonder probleem eindeloos toekijken hoe een eekhoorntje van boom naar boom springt, hoe varens zich in een zacht ruisend beekje spiegelen. En terwijl we dat doen, komt onze geest helemaal tot rust.
Iets recenter is de verklaring dat ons stressniveau daalt door een boswandeling. Onderzoekers stelden vast dat zelfs een korte boswandeling al voor een lagere cortisolspiegel zorgt. Ook het populaire bosbaden stoelt op dit principe.
Het enige wat je hoeft te doen, is de atmosfeer onder de bomen heel bewust binnen laten komen via de vijf zintuigen. Dat is dus niet hetzelfde als gewoon wandelen, hardlopen of sporten; waar het bij bosbaden om gaat is mindfulness en dat je echt verbinding zoekt met de natuur.
Ontstekingsremmende stofjes
Een van de jongste loten aan de stam is de verklaring dat bossen zo’n geweldige uitwerking op ons hebben doordat de lucht er vol heilzame stofjes zit. Zo zou je er in aanraking komen met microben die gunstig zijn voor onze gezondheid.
Ook scheiden bomen bepaalde stofjes – phytonciden – uit die bij ons, als we ze inademen, ontstekingsremmend lijken te werken. Volgens Japans onderzoek zouden ze zelfs het ontstaan van kanker remmen.
Hier is het laatste woord nog niet over gezegd, maar het kan sowieso nooit kwaad eens extra diep in te ademen als je in een heerlijk geurend bos of park bent.