Klein minpuntje is dat dit techbedrijf de hele dag meeluistert met wat we thuis bespreken en dus heel veel informatie over ons verzamelt. Met dit nieuwe gadget in huis ben ik het zoveelste slachtoffer van wat in de wetenschap bekendstaat als de digitale privacyparadox: veel mensen maken zich – net als ik – grote zorgen over schendingen van onze digitale privacy, maar we doen weinig om die te beschermen. In een online enquête werd aan Facebookgebruikers gevraagd hoe erg ze het zouden vinden wanneer gegevens over hun seksuele en politieke oriëntatie op straat kwamen te liggen. Van degenen die aangaven daar zeer bezorgd over te zijn, deelde vervolgens de helft deze informatie aan het einde van deze enquête. Hoe kan dat?
Evolutionair psycholoog Mark van Vugt over ons gedrag
Om problemen zoals smartphoneverslaving, obesitas of pesten goed te kunnen aanpakken, moeten we wete...
Lees verderDe evolutionaire mismatchtheorie biedt een mogelijke verklaring. In de overzichtelijke wereld van onze verre voorouders konden we onze privacy bewaken door fysieke afstand te bewaren. Als we niet wilden dat anderen meeluisterden of over onze schouders meekeken, dan scheidden we ons tijdelijk af van de groep.
Maar in de digitale wereld krijgen we geen signalen en merken we niet direct dat anderen kunnen zien of horen wat we doen. Daarom geven we te veel van onze privacy zomaar weg. Ik ben waarschijnlijk niet de enige die in een dronken bui weleens een selfie heeft gedeeld op social media waar ik spijt van kreeg. Ook heb ik weleens zó’n sterke emotie bij bepaalde onderwerpen op Twitter gevoeld – de cancelcultuur op universiteiten bijvoorbeeld – dat mijn tweets te agressief van toon waren en ik daardoor reputatieschade opliep.
We moeten ons intuïtieve oerbrein ervan zien te overtuigen dat privacy niet bestaat in de onlinewereld. Alles wat we daar doen, is in principe zichtbaar en dat heeft gevolgen. Zo screent 70 procent van de werkgevers het social-mediagebruik van sollicitanten en meer dan de helft zegt kandidaten daarop te hebben afgewezen.
Ook onze digitale skills verdienen een opknapbeurt. We begrijpen bijvoorbeeld weinig van privacyfilters zoals cookies. We accepteren ze vrijwel gedachteloos en bedenken niet dat we zojuist een bedrijf toestemming hebben gegeven om ons te beïnvloeden. Voor ons stenentijdperkbrein is de digitale wereld één grote mismatch en we kunnen helaas niet navigeren op ons aangeboren kompas.
Onze privacy-intuïties worden pas geactiveerd bij een concreet gevaar zoals een hack of datalek. Er zou een luid alarm moeten afgaan telkens wanneer we de onlinewereld betreden: ‘Pas op: deze wereld kan dodelijk zijn voor uw reputatie’. Ikzelf heb eieren voor mijn geld gekozen en de Google assistent-knop op mijn apparaat uitgezet.