Sacha houdt haar ogen strak op hem gericht. Joey kijkt naar de grond.
‘Dit wordt een stille sessie,’ zeg ik na tien eeuwenlange seconden.
Nog steeds kijkt Sacha mij niet aan. Met een mierzoet stemmetje zegt ze tegen haar vriend: ‘Vind je de communicatie niet lastig? Met mij?’
‘Ja, de communicatie,’ zegt Joey. ‘Maar dat vind jij toch ook, moppie?’
‘Ja mop, maar we zijn hier om te praten. Je moet zeggen wat er is.’
‘Oké, nou…’ begint Joey, maar zijn aanloop verzandt in het niets.
‘Weet je wat? We draaien het om. Ik ga jullie vertellen wat er mis is,’ zeg ik. Joey kan er wel om glimlachen. Sacha maakt een heuse milliseconde oogcontact. ‘Jullie hebben een egeltjesrelatie.’ Sacha kijkt weer naar Joey, die kijkt naar mij. ‘Laat ik het zo zeggen: hebben jullie wel eens ruzie?’
Joey haalt een schouder op. Hij wil iets zeggen, maar slikt het weer in.
‘Zeg dan, mop,’ zegt Sacha.
‘Nee,’ zegt Joey. ‘We hebben eigenlijk nooit ruzie.’
Sacha glimlacht tevreden. ‘Maar we vinden het soms best lastig om elkaar de waarheid te zeggen, hè mop?’
‘Ja moppie,’ zegt Joey braaf.

Column Jean-Pierre van de Ven: Normaal

Column Jean-Pierre van de Ven: Normaal

‘Dat Wessel het met Karin doet, is tot daaraan toe, maar dat met Julie – dat kan echt niet. Ik w...

Lees verder

Ik weet niet wie ik het hardst door elkaar wil rammelen, hem of haar, maar ik besluit om professioneel te blijven. ‘Jullie zijn net twee egeltjes die seks proberen te hebben. Dat moet voorzichtig gebeuren. Soms lukt het niet omdat ze te voorzichtig zijn. Zo zijn jullie te voorzichtig voor een gezonde relatie.’ Stilte. ‘We zijn al een kwartier in gesprek en ik weet nog niets van jullie. Hoe komt dat, Sacha?’
Haar gezicht verschiet naar een lichtere tint wit. ‘Dat heb je net gezegd. We zijn te voorzichtig.’
‘Maar ben je zo voorzichtig geboren? Of ben je dat geworden?’
Sacha kijkt me aan omdat ze begrijpt dat het onbeleefd is om iemand die je direct aanspreekt níét aan te kijken. ‘Misschien ben ik altijd wel een beetje zo geweest, maar nu met Joey is het… ja, is het wel meer geworden. Hè, moppie?’
Ik wacht Joeys antwoord niet meer af. ‘Weet je wat? We gaan meteen oefenen met onvoorzichtig praten. Hier en nu, in dit gesprek. Ik verbied jullie om ook nog maar een keer mop of moppie te zeggen.’
‘Waarom?’ zegt Joey. Het is het eerste onvoorzichtige, want een beetje aanvallende, dat hij vandaag zegt.
‘Omdat het jullie manier is om alles wat je zegt af te zwakken. Omdat het onderdeel is van jullie voorzichtigheid. En omdat het me de keel uithangt.’
‘Oké, snap ik,’ zegt Joey. Hij kijkt naar zijn vriendin.
‘Ja, ik ook, hoor,’ zegt ze, ‘lieverd.’

Kijk ook op psychologiemagazine.nl/drlove: daar beantwoordt ‘Dr. Love’ Jean-Pierre van de Ven vragen over de liefde