‘Dat kan toch niet! Dat je drie maanden naar Santiago gaat wandelen terwijl je totaal geen geld hebt?’ Er komt bijna stoom uit Ana’s oren. ‘In Portugal gaan we gewoon werken als we geen geld hebben. Punt. Niet wandelen. Nederlanders zijn gek.’

Training Houd me vast (voor jou en je partner)
Training

Training Houd me vast (voor jou en je partner)

  • Leer elkaar écht zien en begrijpen
  • Ontdek hoe jullie pijnlijke momenten uit het verleden kunnen loslaten
  • Officiële Emotionally Focused Therapy (EFT) training van Sue Johnson
  • Met het boek Houd me vast van Sue Johnson
Bekijk de training
Nu maar
195,-

‘En dit is vijftien jaar geleden gebeurd, hè?’ zegt Ben. Hij zucht diep.
‘Het is niet normaal,’ zegt Ana nog maar eens.
Collega’s aan wie ik het vak van relatietherapeut probeer bij te brengen, vragen me wel eens of ik rekening houd met culturele verschillen binnen relaties. Wat als de een Surinamer is en de ander Nederlander? Of wat als vluchtelingen uit, zeg, Afghanistan een mening hebben over vrouwenrechten die hun Nederlandse vrouw niet deelt?

Het antwoord ligt voor de hand: een relatietherapeut is geen scheidsrechter. Wij moeten ons bezighouden met het gesprek tussen twee mensen. Onze cliënten kunnen de verschillen zelf wel overbruggen, als ze elkaar maar niet de hersens inslaan. Maar dat is theorie. De praktijk is soms weerbarstig.
‘Het is misschien vijftien jaar geleden,’ zeg ik tegen Ben, ‘maar voor Ana voelt het alsof het gisteren was. Toch, Ana?’ Ze knikt, blij dat ik het begrijp. ‘En het staat ook voor iets groters. Die wandeling van jou, Ben, is het symbool geworden van…, van…, ja, waarvan eigenlijk, Ana?’
‘Hij doet waar hij zin in heeft. Hij luistert niet. Als ik zeg dat het niet kan, doet hij het toch.’
‘Juist, dat zocht ik. Ben weigert om slaafs te doen wat jij hem opdraagt. Hij is een botte Hollander. Hij begrijpt de Portugese redelijkheid niet.’

Met een glimlach kijk ik naar Ana om te zien of ze de ironie in mijn woorden heeft opgepikt. Maar ze zegt: ‘Maak je een grap met mij?’ Ze kijkt me aan met grote ogen. ‘Wie heeft gezegd dat hij een slaaf moet zijn? Ik werk hard. Dat zeg ik. Ik doe alles voor de kinderen. En dan gaat hij wandelen?’
‘Ana is boos omdat ik begin dit jaar ging skiën met vrienden, terwijl onze oudste nieuwe kleren nodig had. Toch, querida?’ Bens toon is sussend. Maar het mag geen baat hebben.
‘Ik ben je schatje niet,’ roept Ana. Ze houdt haar handen omhoog, als om Ben af te weren. ‘Deze man zegt dat je mijn slaaf bent. En wat doe jij? Help jij mij? Nee, je doet niets.’
Ben zucht. ‘We hebben geld genoeg, dat is het probleem niet. Maar Ana…’
‘Ana, Ana, Ana, alles ligt aan Ana! Altijd hetzelfde met jou.’
Tijd om tussenbeide te komen. ‘Het ligt aan mij,’ zeg ik. ‘Sorry, ik heb iets doms gezegd.’
‘Het ligt niet aan jou,’ zegt Ana stellig. ‘Mijn man zegt dat alles aan mij ligt. Altijd. Ik weet niet of hij van mij houdt.’
Ben zakt achterover op de bank. Ana doet haar armen over elkaar.
‘Het was een grapje…’ probeer ik, maar niemand luistert. Een culturele kloof splijt de spreekkamer in drieën.