Een felle lamp schijnt in het gezicht van de vermoeide man. Hij wordt verdacht van een moord waar hij niets mee te maken heeft. Na dagen achter elkaar verhoord te zijn, krijgt hij er flink van langs van een rechercheur die zijn geduld verliest. Die grijpt hem bij zijn kraag en schreeuwt in zijn gezicht: ‘Jij vuile schoft! Je hebt haar vermoord, dat weten wij allemaal!’ Even later komt een collega-rechercheur binnen. Hij verontschuldigt zich voor het gedrag van zijn voorganger, schenkt de verdachte een kopje koffie in en nodigt hem vriendelijk uit om nou eens rustig zijn verhaal te vertellen. De man barst in tranen uit en bekent de moord.
Komt deze ‘good cop/bad cop-truc’ uit de film of uit de werkelijkheid? Deze maand doet het gerechtshof in Leeuwarden uitspraak in de Puttense moordzaak. De mannen die zeven jaar gevangen hebben gezeten voor de moord op stewardess Christel Ambrosius beweren onschuldig te zijn en onder zware druk een bekentenis te hebben afgelegd. Ook de verdachte van de moord op het Schiedamse meisje Nienke trok zijn bekentenis in nadat hij eerder onder de druk van het verhoor bezweken zou zijn. Kan de psychische druk zo hoog oplopen dat