Vraag 1:
Welk cijfer geeft u uw uiterlijk?
‘Ik heb een grote neus, mijn oren staan scheef, mijn ogen hangen, ik kreeg al vroeg rimpels, ik ben kaal, heb geen volle lippen, mijn neusgaten zijn ongelijk. Min min min min. Maar het gekke is dat als ik al die minnetjes optel, toch tot een plus kom, omdat het mijn gezicht karakter geeft. Daarom: een 7. Vroeger dacht ik dat ik moeilijk een vriendinnetje zou kunnen krijgen, zelfs al had ik toen nog een leuke bos met krullen. Ik heb het nooit van mijn uiterlijk moeten hebben, maar van praten en grappen maken.
In mijn theatertijd met Waardenberg & De Jong zagen Martin Waardenberg en ik eruit als smerige jongens. Na vijf minuten stonden we al te zweten. We epileerden niets, deden geen poeder op. Op het toneel moet je lelijk durven zijn. Maar in het dagelijkse leven ben ik best ijdel. Sinds mijn achttiende vind ik het leuk om in pak te lopen. T-shirts en jeans heb ik niet. Ik houd van schoonheid en van stijl. In Italië trekken mensen van tachtig nog even een mooi overhemdje aan voordat ze ’s middags iets gaan drinken op