Wat je beschrijft is, denk ik, een gezonde reactie als je van slag bent doordat je dierbaren, om welke reden dan ook, het moeilijk hebben. Je leeft mee vanuit verbinding en betrokkenheid. Het kan je niet koud laten door de relatie die je met hen hebt.
Wel goed om je te realiseren: zware gedachten en gevoelens van boosheid, angst, blijheid, verdriet (of alle varianten ervan) zijn vaak niet een direct gevolg van wat er feitelijk gebeurt. Daar zit nog een stap tussen: ze komen voort uit je interpretatie van die gebeurtenissen.
Om verbonden met de anderen te blijven in wat die meemaken, samen te kunnen rouwen of het leed te dragen, maar ook om je zelf niet zo rot te voelen, moet je in gesprek gaan met hen. Check of dat wat jij vindt en voelt, klopt met wat die persoon ervaart.
Vraag naar diens gevoel en gedachten over de situatie. Vraag wat het voor die persoon betekent. Sta daarbij stil. Vraag ook wat je voor de ander kunt doen of laten, hoe je er voor diegene mag zijn.
Doe dat bij je vader en ook bij de vrienden met wie je een nauwe relatie hebt. Daardoor kun je zelf in de juiste proporties betrokken zijn, meeleven en je eigen gevoel beheren.