Beste Kaatje,
Een psychoanalyticus probeert vaak ‘achter de woorden’ te lezen en wat me dan opvalt, is dat het lijkt alsof het voor jou helemaal nieuw is dat je kritiek krijgt en er dan over maalt, terwijl je ook zelfverzekerd bent over je werkcapaciteiten. Als mijn veronderstelling klopt, dan moet je wel een zondagskind zijn, want de meeste mensen krijgen op gezette tijden wel kritiek op wat ze doen. Des te groter de schrik op het moment zijn dat je onverwacht kritiek krijgt.
Het malen als reactie hierop wijst erop dat je ergens in een gevoel bent geraakt, maar daar nog geen greep op hebt. Dat je nog niet de vinger hebt kunnen leggen op wat je nou zo raakte in de situatie. Je zet al een stap door ook na te denken over de motieven van de ander, waardoor soms dingen ook helder worden.
Ik kan natuurlijk niet weten wat je zo geraakt heeft. Soms zijn mensen heel perfectionistisch juist om kritiek te voorkomen, en als er dan toch kritiek komt, zijn ze van slag omdat ze zich onveilig voelen: het normale (en vaak productieve) afweermechanisme van het perfectionisme heeft gefaald. Weer anderen zijn zo beledigd, maar worstelen met het uiten van boosheid op degene die kritiek levert. Soms kan ook hoge schaamtegevoeligheid spelen, waardoor je je betrapt voelt, hoewel er eigenlijk niets te betrappen valt, en dat kan ook leiden tot malen.
Jouw brief nog een keer lezend ga ik voor de optie dat je misschien bozer op die persoon bent dan je jezelf toe wilt geven. Je schrijft namelijk: ‘En hoe komt het dat die persoon er vanuit gaat dat ik niet weet wat ik doe op mijn werk.’ Aan jou om een en ander verder door te denken.
vriendelijke groet,
Frans Schalkwijk
Hierna stuurde Kaatje nog een tweede adviesvraag. Lees deel 2 van ‘Waarom blijf ik zo malen?‘