Vragen over de dood
Er is in onze omgeving geen sterfgeval geweest, toch is mijn dochtertje (5) erg met de dood bezig. Hoe kan ik reageren op haar vragen? Ik wil haar niet angstig maken.
Er is in onze omgeving geen sterfgeval geweest, toch is mijn dochtertje (5) erg met de dood bezig. Hoe kan ik reageren op haar vragen? Ik wil haar niet angstig maken.
Kinderen vanaf een jaar of 4 kunnen vragen gaan stellen over de dood. Op school en in boekjes komen ze het begrip dood tegen en dat roept vragen op.
Deels omdat ze doodgaan eng vinden, maar vooral uit nieuwsgierigheid: ze willen van alles de reden weten en vragen zich af hoe dat dan zit met henzelf of papa en mama.
En op deze leeftijd is de verbeelding zo ver ontwikkeld dat je kind zich gevaren kan indenken waar het zelf nog niet mee te maken heeft gehad, zoals de dood.
Hoe lastig soms ook, het is goed om de vragen te beantwoorden. Je laat daarmee zien dat het onderwerp dood bespreekbaar is en maakt het minder beladen.
Vertel eerlijk dat het meestal oude mensen zijn die doodgaan, maar soms ook jonge mensen als ze erg ziek zijn of een ernstig ongeluk krijgen. Leg meteen uit dat dit niet waarschijnlijk is. Gebruik simpele, maar eerlijke woorden. Zeg bijvoorbeeld niet ‘inslapen’ voor doodgaan, dan kan een kind bang worden om te gaan slapen.
Zorg ook dat je de dood niet te angstaanjagend maakt. Je kunt je kind ook vragen wat het zelf denkt dat er gebeurt als iemand doodgaat. Op deze leeftijd komen kinderen dan vaak met een uitleg die hen geruststelt en dat is prima.