Hallo Ingrid,
In je droom ben je je innerlijke kompas eventjes kwijt. Laten we eens kijken hoe dat precies in zijn werk gaat. De beginbeelden van je droom zien er goed uit, de zon schijnt, de weg die je gaat strekt zich helder voor je uit, de sfeer is vrolijk. Precies op het moment dat je denkt een deur in te moeten gaan, sla je aan het dwalen en verandert de sfeer van je droom. Dit is het kantelmoment.
Je schrijft: ik moet een deur in. Van wie of wat moet dat? Het lijkt er op dat er iets strengs in jou is, waardoor je je gedwongen voelt een deur in te gaan. Misschien is dat een oordeel of gebod dat je ooit van (een van) je ouders hebt meegekregen. Maar er zijn alleen deuren die nergens toe leiden, er zit geen huis achter. Er is daar dus niet iets voor je te halen. Ik denk dat je jezelf niet veel ruimte gunt te genieten van het mooie weer in je droom en dat je jezelf daarvoor ook overdag (te) weinig ruimte geeft.
Misschien zou je je droom overdag eens ‘opnieuw kunnen dromen’. Je doet je ogen dicht, je haalt de droombeelden opnieuw voor de geest met de vraag in je achterhoofd: wat zou ik graag willen doen? Waar heb ik zin in?
Wanneer duidelijk is wat jijzelf echt graag wilt en ernaar handelt, zul je beter kunnen koersen op je innerlijke kompas. En ook overdag: kijk wat jezelf echt wilt, waar je vrolijk of ondernemend van wordt. Wat meer genieten, wat minder moeten.
Met hartelijke groet,
Ada de Boer
- Ada de Boer, psycholoog en deskundige op het gebied van dromen, is auteur van diverse boeken. Neem een kijkje op haar website: www.droomnet.nl