De passief-agressieve persoonlijkheidsstoornis is geen officiële diagnose, omdat er nog te weinig gedegen onderzoek naar is gedaan. De kenmerken variëren volgens experts van uitstelgedrag en smoesjes, tot sarcasme, roddelen en kribbigheid.
Wel is er bij passief-agressieve personen sprake van één belangrijk gemeenschappelijk kenmerk, namelijk discrepantie tussen wat ze denken (agressief) en hoe ze zich gedragen (passief). Dit is niet alleen lastig voor de omgeving, maar onbewust schaden ze ook zichzelf hiermee doordat ze niet uitkomen voor hun gedachten en emoties. Dat leidt tot spanning en stress.
Passief-agressief gedrag is af te leren. In het ideale geval schakel je daarvoor de hulp van een therapeut in, maar zelf kun je ook stappen ondernemen. Allereerst: herken en erken je passieve-agressieve gedrag. Wanneer doe je het, in welke situaties en bij wie?
Achter het gedrag schuilt vaak angst, zoals faalangst of angst voor conflicten. Wanneer je je hiervan bewust bent, volgt de moeilijkste stap: je angst overwinnen en op directe, maar respectvolle wijze zeggen wat je denkt. Accepteer dat dat tot onenigheid kan leiden. Zolang je open communiceert, kan een meningsverschil zelfs nuttig zin.
Uiteindelijk zul je merken dat harmonie tussen denken en doen ervoor zorgt dat niet alleen anderen weer vertrouwen in je krijgen, maar jijzelf ook.