Mijn zoontje (5) kan niet tegen zijn verlies en past soms zelf de regels aan bij spelletjes. Mijn vrouw vindt dat geen probleem en laat hem winnen, ik denk dat hij gewoon moet leren verliezen. Wie heeft er gelijk?
Jonge kinderen passen de spelregels regelmatig aan zoals het ze zelf goed uitkomt. Het hoort bij hun leeftijd. Heel kleine kinderen mag je ook gerust laten winnen, want ze kunnen nog niet goed met verlies omgaan.
Maar als je kind eenmaal naar school gaat, is het goed om af en toe wat tegengas te gaan geven door soms zelf ook een spelletje te winnen ̶ of een tegengoal te scoren. Daar leert je kind van dat het soms anders gaat dan hij hoopt. Je oefent dat ook door vooraf samen de regels door te spreken en met die regels te spelen.
Voor kinderen tot ongeveer 8 jaar is het nog wel lastig om emoties te reguleren. Verwacht dus niet dat je zoontje meteen goed reageert op verliezen, dat moet hij echt leren. Stem af op wat hij aankan en verwoord voor hem de emoties die hij ervaart. Dus in plaats van: ‘Niet piepen!’, zeg je: ‘Dat is balen, hè. Je wilde graag winnen, maar dat is niet gelukt. Misschien lukt het volgende keer wel.’
Geef ook zelf het goede voorbeeld als je ‘verliest’, daar leren kinderen veel van. En tot slot: speel spelletjes die bij de leeftijd van je kind passen, want bij te moeilijke spelletjes zal de frustratie groter zijn. //
