Ik worstel met het toelaten van mensen
Onlangs ben ik afgestudeerd aan de HHS (de Haagse Hogeschool, red) voor de opleiding Personeel en Arbeid. Op zich niks bijzonders ware het niet dat ik in 1997 niet meer wilde leven, en in 1998 de dood op een presenteerblaadje aangereikt kreeg: ik kreeg kanker. Toen heb ik besloten dat ik wel wilde leven maar dat het wel anders moest.
Het is niet altijd makkelijk maar er is wel enorm veel veranderd. Zo ben ik op mijn 39e gaan studeren. Ik vind het enorm belangrijk om trouw te blijven aan mezelf – dus ik laat niet meer over me heen walsen en stel grenzen. Dit gaat allemaal goed, en op dat gebied is mijn zelfbeeld ook flink bijgesteld.
Maar ik blijf worstelen met het toelaten van mensen: jezelf openstellen voor anderen vind ik lastig. Ik heb een aantal collega’s die ik na jaren heb toegelaten. Maar dit zijn allemaal vrouwen, bij mannen vind ik het nog steeds moeilijk. Waarschijnlijk heeft dat te maken met mijn vader. En als ik me openstel dan ga ik mij weer verontschuldigen. Hier ligt natuurlijk nog steeds mijn negatieve zelfbeeld aan ten grondslag. Want wie is er nou geïnteresseerd in mij?
Onlangs heb ik een leuk gesprek gehad met een leuke man. In dat gesprek heb ik het zeer trots gehad over mijn ‘overwinningen op het leven’. De volgende dag heb ik echter mijn excuses aangeboden; ik was bang dat ik te belastend bezig was geweest. Die persoon zei dat hij dat niet zo ervaren had. Hij vond me, zo zei hij, een leuke vrouw die zich niet hoefde te schamen. Ik was hier blij mee, maar toch.
Waar ik dus mee worstel is: Ik zeg dat ik trots op mezelf ben, maar het vóelt niet zo. Waarom ben ik zo bang om een ander toe te laten. Hoe doe je dat, jezelf openstellen voor anderen – dus ook mannen?