Over de (zinloosheid van de) term ‘aseksueel’
Het is zeer te betwijfelen of de term ‘aseksueel’ iets toevoegt. Er zijn in de loop der jaren zoveel begrippen gebruikt om aan te geven dat mensen – traditioneel meestal vrouwen – te weinig zin in seks zouden hebben.
Frigide, gevoelloos, geen zin, afkeer van seks, verminderd verlangen, hyposeksuele verlangensstoornis. Het schijnt dat de farmaceutische industrie zich actief heeft bemoeid met pogingen om ‘weinig zin’ als officiële seksuele stoornis op te nemen in de psychiatrische bijbel, de DSM (‘Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders’, red). Een officiële status maakt officiële behandeling mogelijk en daarmee is veel geld te verdienen, bijvoorbeeld door Viagra voor vrouwen te marketen.
Zin of geen zin in seks – en alles daartussenin
In elke menselijke eigenschap zit een grote natuurlijke variatie – ook bij seksualiteit. Mensen verschillen onderling enorm in de belangstelling, verbeeldingskracht, tijd en het belang dat ze over hebben voor seks. Jij zit kennelijk aan de lage kant met je seksuele interesse, en als ik je brief goed lees is dat nooit anders geweest.
Uit onderzoek naar seksueel gedrag, inclusief mijn eigen onderzoek, blijkt dat ruim tien procent van de volwassenen (in het jaar voor het interview) geen seksueel gedrag had. De terreur van ‘in een relatie gemiddeld twee keer per week seks’ (die gemiddelde waarde komt overigens niet overeen met onderzoeksbevindingen!) maakt dat veel mensen die nauwelijks nog vrijen daar niet over opscheppen op verjaardagen. Terwijl een lage frequentie van seks heel veel voorkomt – óók in goede relaties en echt niet alleen bij senioren.
Geen zin in seks – in therapie of niet
In gesprek gaan met een nuchter, ervaren persoon die geen belang heeft bij wat je vertelt of doet, is altijd nuttig. Inzicht en acceptatie veranderen niet zoveel aan het vrijen zelf, maar kunnen wel rust geven. Therapie zou jou kunnen helpen om:
- de balans op te maken;
- aan een ander te spiegelen wat je echt wilt met seksualiteit;
- een beetje helder te krijgen hoe jouw seksuele leven is verlopen, waardoor je er nu zo weinig affiniteit mee hebt.
Werken aan je libido: seks opdelen in microstappen
Een andere vraag is of therapie je kan helpen om meer te gaan vrijen, en er meer plezier aan te beleven. In mijn spreekkamer is die vraag vaak aan de orde. Soms lukt het wel en soms lukt het niet. Vrijen, opgewonden worden, jezelf overgeven aan je lichaam kun je leren. Ik doe dat door het vrijen op te delen in microstappen en kleine oefeningen voor jou en je partner mee te geven. Veiligheid is extreem belangrijk als je over je grenzen wilt gaan (en dat zal je moeten). Geduld en kleine stappen kunnen je echt verder brengen samen.
Maar: het gaat alleen maar werken als je dingen doet en uitprobeert waar jij je goed bij voelt. Als je gaat vrijen om je partner te plezieren zal het vermoedelijk niet werken. Dat betekent niet dat je je vriend geen pleziertje kunt doen, of dat vrijen alleen maar kan als je beiden zin hebt. Soms is de één blij met een orgasme en de ander met een rugmassage.
Op de site van de Nederlandse Vereniging voor Seksuologie kun je een seksuoloog of seksuologe bij jou in de buurt vinden.
Dat een gemiddelde van twee keer per week een (hardnekkig) fabeltje is, bleek ook uit het onderzoek van Psychologie Magazine naar seks. Hier lees je meer over de feiten en fabels over seks.