Ik draai op voor de mantelzorg van mijn moeder
Ruim zeven jaar geleden lag mijn moeder in het ziekenhuis vanwege een bekkenontsteking die voortkwam uit een verwaarloosde blaasontsteking. Die bekkenontsteking genas vrij snel dankzij antibiotica. Onder druk van de familie wilde het ziekenhuis mijn moeder verplaatsen naar een transferunit om haar van daaruit over te plaatsen naar een bejaardentehuis, zodra daar een plek vrij was.
Uiteindelijk koos het ziekenhuis ervoor de wens van mijn moeder te respecteren. Zij liet (bedroefd) weten dat ze graag terug wilde naar huis. Deze meest dierbare wens was goed te verwezenlijken met hulp van de door het ziekenhuis toegewezen thuiszorg en haar kinderen. Dit was echter tegen de wens van mijn broers en zussen. Van de in totaal elf broers en zussen kozen alleen een broer en ik voor (de wens van) mijn moeder.
Als ‘straf’ voor het feit dat ik haar wél thuis wilde laten komen, schoven de meest autoritaire zussen de mantelzorg in mijn schoenen. Tot nu toe heb ik dat met veel toewijding en hulp van één broer kunnen uitvoeren. Inmiddels, dus na zeven jaar, was het niet langer verantwoord om mijn moeder zelfstandig te laten wonen. Ze woont nu in een bejaardentehuis in de buurt van haar oude huis. Ik zie haar bijna elke dag en avond, neem haar mee uit wandelen in haar rolstoel en neem haar mee voor een uitje. Gelukkig is de vijandige houding van mijn andere broers en zussen naar mijn moeder toe verdwenen, hoewel hun bezoek sporadisch is en de meesten geen weet hebben van haar dementie, noch interesse hiervoor tonen.
Na die ruim zeven jaar zijn mijn broers en zussen echter nog steeds haatdragend en onverschillig naar mij toe. Vrienden en vriendinnen adviseren mij om dit te negeren. De intensiteit en variatie is echter zo onberekenbaar en in vele vormen dat ik in de beginperiode zelfs zelfmoord overwoog. Natuurlijk gun ik ze die lol niet. Jaloezie en oud zeer kunnen factoren zijn. De meesten zijn inmiddels in de zestig, zijn academisch geschoold en hebben goede banen, en hebben bovendien nu zelf ook kinderen en kleinkinderen hebben. Hun gedrag vind ik dan ook onbegrijpelijk en diep kwetsend.
Het meest trieste in dit alles is het feit dat mijn moeder zo lief is – dat vinden ook haar vele verzorg(st)ers. Als moeder van elf heeft zij dit naar mijn mening niet verdiend.
De haatvolle houding jegens mij manifesteerde en manifesteert zich in arrogant en autoritair gedrag, in het opstoken van mijn moeder tegen mij, het niet willen terugbetalen van geldelijke leningen, het mij gemeen naar beneden halen in de aanwezigheid van mijn moeder, treiteren enzovoort. Mijn moeder heeft weinig geld en gelukkig kan dit geen reden zijn om mij daarom te wantrouwen.
Hun walgelijke gedrag begint nu ook mijn gezondheid aan te tasten. Sinds deze verschrikkelijke situatie begon heb ik hulp en steun gezocht bij psychiaters, psychologen en cursussen. Dit hielp wel een beetje om de oorzaak te vinden, maar bood mij geen strategie om me te beschermen tegen hun gedrag. Ik zou daarom heel graag willen weten hoe ik deze mensen moet behandelen die mij zoveel kwaad doen – en die alleen omdat wij toevallig dezelfde vader en moeder hebben vinden dat ze mijn leven kunnen verpesten.