Er zijn geen harde normen die zeggen: zoveel uur taalaanbod per dag of week levert een vloeiende taalvaardigheid op in taal A.
Tweetalig opvoeden: niet slechts een kwestie van tijd
Behalve de hoeveelheid taalaanbod spelen er nog veel meer factoren mee bij taalverwerving. Zoals:
- het karakter van het kind
- de motivatie van het kind om juist die bepaalde taal te leren
- het aangeboren talent van het kind om talen te leren
- niet te vergeten de kwaliteit van het taalaanbod
Tips voor taalvaardigheid (in meer talen)
Wat de kwaliteit van het taalaanbod betreft het volgende. Je stimuleert een kind het beste in zijn taalvaardigheid door in te gaan op zijn eigen interesses. Benoem de dingen waarnaar hij kijkt, en leg veel uit (geef antwoord op de eeuwige ‘waarom’-vragen die gaan komen). Meer over het stimuleren van taalvaardigheid is te lezen op kindentaal.nl.
Voorleestips voor tweetaligheid
Bij het voorlezen kun je het beste uitgaan van een boekje dat nèt iets boven het niveau van het kind ligt. Dus een boekje waarop iedere pagina één of meerdere nieuwe woordjes staan. Uiteraard moet het boekje zeker niet tè moeilijk zijn: als uw kind niets van het voorlezen begrijpt, zal zijn aandacht al snel verslappen.
Uw kindje is pas 16 maanden, en op die leeftijd heeft u genoeg aan boekjes met duidelijke, vrolijk gekleurde prenten. De tekst kunt u er gemakkelijk zelf bij verzinnen: zelf weet u het beste wat uw kindje al kan begrijpen. De versjes uit de Nijntje-boekjes van Dick Bruna zijn voor deze leeftijd bijvoorbeeld nog te moeilijk. Maar u kunt er gemakkelijk zelf bij vertellen wat Nijntje (of Miffy) doet: de plaatjes zijn eenvoudig genoeg voor een éénjarige.
Dominante taal is Nederlands
Uw kindje groeit op in een Nederlandstalige omgeving. Het hoort niet alleen op de kinderopvang vier dagen per week Nederlands, maar ook van zijn vader. Omdat hij nu eenmaal in Nederland woont, kunt u verwachten dat hij het Nederlands sowieso beter zal gaan beheersen dan het Engels. Dat is een heel natuurlijk verschijnsel bij meertalige kinderen: de taal die ze van de meeste personen horen, wordt de dominante taal.
Mama praat Engels, papa praat Nederlands
Om te zorgen dat hij toch zoveel mogelijk Engels te horen krijgt, zou ik u aanraden om zo vaak Engels met hem te spreken als u maar kunt. Het helpt hem ook om het Nederlands en Engels van elkaar te leren onderscheiden, als mama consequent Engels praat, en papa altijd Nederlands. Echter: u hoeft hierin ook weer niet àl te streng te zijn voor uzelf. Als u zich bijvoorbeeld ongemakkelijk voelt bij het praten van Engels met uw zoontje in een Nederlands gezelschap, dan hoeft het niet. Uw zoontje raakt beslist niet meteen van slag als u af en toe eens afwijkt van de regel.
Last but not least
Nog één tip: als u in de gelegenheid bent om af en toe eens op vakantie te gaan naar Schotland, dan is dat een absolute aanrader. Kinderen zijn soms niet zo gemotiveerd om de taal te leren die ze alleen maar van één ouder leren. Het kan dan heel stimulerend werken als ze erachter komen dat er nog véél meer mensen bestaan die diezelfde taal spreken!