Jullie zitten als koppel in een heel vermoeiende relatiedynamiek gevangen, eigen aan relaties waarin een patroon van aantrekken en verwerpen centraal staat. Periodes of momenten van intense verbondenheid en intimiteit wisselen elkaar dan af met periodes of momenten waarin er afstand en verwijdering tot stand wordt gebracht.
Deze interactie in een relatie is niet alleen slopend, ze is ook verslavend: elke hoogte wordt gevolgd door een diepte, waarin gemis centraal staat, en er opnieuw wordt gestreefd naar een hoogte. Binnen jullie relatie is er sprake van angstig-vermijdend hechtingsgedrag en vermoedelijk is het ook jullie individuele hechtingsstijl.
Verlatingsangst en bindingsangst wisselen elkaar af; binnen jullie relatie en ook bij jullie als individu. Je omschrijft dat ook heel duidelijk: als we samen zijn, is het goed, maar eigenlijk kan ik niet goed omgaan met ‘goed’ zodat ik constant ruzie zoek met haar om haar op die manier op een afstand te kunnen plaatsen, er voor te zorgen dat zij boos is op mij, mij verwerpt. Na zo’n ruzie voel ik rust (te veel nabijheid zorgt immers voor onrust, bindingsangst), maar ook gemis. Dat gemis is dan de motor om opnieuw (te intense) nabijheid te zoeken bij haar (verlatingsangst).
Eigenlijk willen jullie allebei heel graag intense verbondenheid ervaren, maar hebben jullie geleerd dat dit kwetsbaarheid met zich meebrengt en dat de andere met wie je verbonden bent je hoe dan ook ooit pijn zal doen, zal verwerpen. Liever dan met die angst voor verlies te moeten leven, zorg je er zelf voor dat er een breuk, dat er afstand komt. Ook in jullie relatie zit dat ‘onvermogen’ om voor elkaar te kiezen ingebakken: zij is niet vrij, zij wil haar man niet verlaten en toch vind jij dat geen voldoende reden om te breken.
Mogelijks voelt deze context voor jou inderdaad vertrouwd, veilig aan: de ander is er niet helemaal voor jou, je moet voor haar aandacht en betrokkenheid vechten, de liefde zal nooit vanzelf komen, de ander kiest nooit echt voor jou. Belangrijker dan deze vanuit het verleden te duiden, is kijken hoe jullie hier vandaag beter mee kunnen omgaan. Dat kan enkel door bovenstaande inzichten toe te laten.
Belangrijk is om samen te bespreken, na een crisis en goedmaakmoment, waarom de crisis er kwam, wat de escalatie in gang zette. Vaak gaat dat inderdaad over iets wat jou triggert, maar daarom van haar kant niet slecht bedoeld is. Alcohol roept dan slechte herinneringen op, haar aandacht voor anderen roept een gevoel op ‘ze is er niet voor mij’… Durf je het hierover te hebben, zonder beschuldigend te zijn?
Hetzelfde aan haar kant: durft ze te delen wat op bepaalde momenten speelt? Maakt ze jou bewust jaloers? Waarom? Of is dat niet zo? En vooral: kunnen jullie de moed en mildheid opbrengen om elkaar te ‘geloven’. Tot slot denk ik dat een relatie die nooit een exclusieve relatie kan worden, bij jou altijd aanleiding zal geven tot frustratie, angst, onzekerheid. Weet als je blijft, dat dit mee een rol speelt in jullie verhaal en je dat ook gewoon zal moeten aanvaarden.