Gejengel
Mijn kind kan behoorlijk jengelen en boos doen als hij niet lekker in zijn vel zit. Wij kappen dat meestal meteen af, maar dat lijkt het alleen maar erger te maken.
Mijn kind kan behoorlijk jengelen en boos doen als hij niet lekker in zijn vel zit. Wij kappen dat meestal meteen af, maar dat lijkt het alleen maar erger te maken.
‘Niet zeuren, niet piepen’, ‘houd eens op met dat bozige gedoe’, ‘niks aan de hand.’ Dat soort dingen zeggen we vaak tegen kinderen die niet ‘gezellig’ doen. Of we leiden ze af met iets lekkers of leuks.
Begrijpelijk, maar meestal helpt het hooguit een tijdje. Je leert je kind op deze manier om emoties weg te duwen. Dat werkt als een strandbal die je onder water duwt, bij elke emotie ietsje verder. Het wordt steeds lastiger. En hoe harder je wegduwt, hoe heftiger ‘de bal’ uiteindelijk omhoogkomt.
Geef je kind dus meer ruimte om zijn gevoel te doorvoelen en te uiten en help hem daarbij. Zinnetjes als: ‘Het is oké als je boos bent’, of: ‘Je mag best jaloers zijn’, of: ‘Huil maar even al je tranen eruit’ kunnen heel helpend zijn.
Je zult zien dat hij leert zijn emotie te herkennen en woorden te geven, en steeds vaker uit zichzelf weer tot rust komt.
Gevoel uiten betekent natuurlijk niet dat je kind gemeen of brutaal mag zijn, of gevaarlijk gedrag mag vertonen. Daar moet jij wél grenzen aan stellen.
Onze generatie en de generaties voor ons hebben vaak geleerd om emoties weg te stoppen of als ‘fout’ te zien (‘niet bang zijn’, ‘niet huilen’). Als we onze kinderen anders leren omgaan met emoties, is dat een cadeau voor de rest van hun leven.