Als het leven je een flinke douw geeft, is het logisch dat je daarna aan jezelf gaat twijfelen. Je hebt in je achterhoofd die heel vervelende, verse herinnering, waarin het allemaal ineens misging.
Het liefste zou je dan inderdaad je brein resetten, zodat je helemaal overnieuw kunt beginnen, met het zelfvertrouwen van toen. In feite wil je dus weer worden wie je vroeger was.
Maar helaas, je voelt het al, zo werkt het in de praktijk niet. Je hebt nu eenmaal die douw gehad, en je lijf doet niet meer wat het moet doen.
Dit is in de eerste plaats vooral heel naar en pijnlijk. De vraag is of jij het naar en pijnlijk mag vinden, en of je jezelf een beetje compassie en mededogen gunt binnen deze moeilijke situatie.
Ben je mét deze ongevraagde vermoeidheid en onzekerheid op zak, toch bereid om nieuwe stappen te zetten in de richting van herstel? Wat kun je in het kader van zelfzorg voor jezelf betekenen? Mag je moe zijn? Mag je onzekerheid toelaten?
Als je jezelf toestaat om menselijk te mogen zijn, dan zul je merken dat je weer vertrouwen gaat opbouwen. Je ontdekt dan dat je niet eerst helemaal beter hoeft te worden, om te mogen zijn wie je op dit moment bent.