Je bent een lieverd, dat je jouw vriendin wilt helpen met wat inderdaad een hechtingsprobleem zou kunnen zijn. Maar je bent natuurlijk niet haar therapeut.
Als je die rol aanneemt, maak je het haar uiteindelijk moeilijker om zich aan iemand te hechten, omdat de ongelijkheid dan in jullie relatie sluipt. Jij bent dan de helper en zij is de patiënt. Dat slaat nergens op.
Als vriend kun je weinig anders doen dan ‘partner bufferen’. Je vormt een buffer van liefde om je bange vriendin heen door haar telkens opnieuw gerust te stellen.
Je zegt bijvoorbeeld dat ze lief is, ook al hebben jullie ruzie. Je zegt dat je niet zult weggaan, ook al ben je chagrijnig. Je zegt dat je helemaal geen officiële relatie hoeft te hebben, ook al lijkt dat je fijn.
Mensen die zich moeilijk hechten, zijn als verlegen wilde vogeltjes. Die laat je naderbij komen in hun eigen tempo. En je laat het raam altijd openstaan.
Straks, als jullie samenwonen en drie kinderen hebben, zeg je nog steeds dat je veel van haar houdt. Ook al is ze dan nog altijd niet officieel je vriendin.