Bang dat mijn vliegtuig neerstort
De gedachte die maar door mijn hoofd blijft spoken: de kans bestaat dat ik straks te pletter stort en een verschrikkelijke dood sterf. Die is wel ontzettend klein, maar het zal maar net jou overkomen!
De gedachte die maar door mijn hoofd blijft spoken: de kans bestaat dat ik straks te pletter stort en een verschrikkelijke dood sterf. Die is wel ontzettend klein, maar het zal maar net jou overkomen!
Wellicht stijgt er deze zomer geen passagiersvliegtuig op van Schiphol waarbij er níet iemand denkt: ‘Zal je zien, net ik’. Dit is wel één van de toppers onder de nare gedachten.
Angst komt altijd en alleen maar door een gedachte. Het kan niet anders dan dat je je naar voelt als je zo’n gedachte hebt. Gelukkig is het een gedachte en niet de werkelijkheid. Dit verschil kun jij misschien wel maken, maar je angstbrein niet. Daardoor raak je gespannen.
De kunst is om niet van deze gedachte af te willen, maar de gedachte als het ware ‘welkom’ te heten. Dit klinkt misschien raar, maar nare gedachten zijn als duveltjes in een doosje. Hoe meer je ervan af wilt, hoe meer ze je komen sarren. We hebben zo’n 60.000 gedachten per dag. Het gaat niet zozeer om afkomen van je gedachten, maar om anders omgaan met je gedachten.
Zie je gedachten als wolkjes aan de helderblauwe hemel van jouw geest. Laat de gedachtewolkjes voorbijgaan met een licht briesje. Houd er niet aan vast. Je angstbrein kan het niet, maar jij kan wel het onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid.
De spanning die de gedachten hebben opgebouwd in je lichaam kun je loslaten door bewust je spieren te ontspannen en dieper te ademen. Wees een zoutzak en maak het jezelf zo aangenaam mogelijk. In het boek ‘Help ik moet vliegen’ staat een schema over hoe je deze angstopwekkende gedachte kunt uitdagen tot een neutrale gedachte.
Fijne vlucht en vakantie toegewenst!