Moet je je zorgen maken over deze overduidelijke leugen? Die vraag is minder makkelijk te beantwoorden dan je op het eerste gezicht misschien denkt.
Training Positief opvoeden voor puberouders
- Positief contact maken met je kind
- Omgaan met je eigen emoties én die van je kind
- Afspraken maken en grenzen stellen
79,-
Want heb jij gisteren, toen je dochter vroeg of er nog frisdrank in huis was, niet gezegd dat het op was, terwijl erachter in de koelkast nog gewoon een flesje Fanta lag? En vond je jezelf toen een slecht mens en een leugenaar? De vraag is dus eigenlijk: wanneer mag liegen wel en wanneer niet?
Kinderen en liegen…
Kinderen weten over het algemeen best goed of ze de waarheid zeggen. En tot ongeveer hun zesde jaar hebben kinderen nog een duidelijke zwart-witmening rond liegen: liegen is slecht, de waarheid vertellen is goed. Daardoor kunnen ze onomwonden tegen hun oma zeggen dat ze dik is. Gewoon, omdat het de waarheid is.
Naarmate ze ouder worden, maken kinderen vaker dezelfde afwegingen als volwassenen. Ze beginnen te begrijpen dat het helemaal niet zo erg is om af en toe een leugentje de wereld in te sturen (‘Sinterklaas is in het land!’).
Aan het einde van de basisschool weten kinderen dat het inderdaad niet slim is om spontaan tegen oma te zeggen dat ze dik is en dat – ook als oma er expliciet naar vraagt – een leugentje sociaal aanvaardbaar of zelfs wenselijk kan zijn. En zo beginnen kinderen eigenlijk steeds meer op volwassenen te lijken.
Training Ontspannen opvoeden
- Ontdek hoe je als ouder positief en relaxed blijft
- Omgaan met de emoties van je kind
- Voor ouders met kinderen in de basisschoolleeftijd
79,-
Liegen als gewoonte
Uit een onderzoek aan de Universiteit van Massachusetts, bijvoorbeeld, bleek dat 60 procent van de deelnemende volwassenen in een gesprek van tien minuten tenminste één leugen(tje) vertelde. Dat doen we vooral om onszelf beter voor te doen dan we zijn, of om de ander op zijn gemak te stellen of te ontzien.
Liegen hoort dus bij ons normale gedrag. Maar als ouders moeten we er wel mee oppassen. Want als we de waarheid verdraaien tegenover mensen om ons heen, horen onze kinderen dat natuurlijk ook. (Waarom zegt mama dat ze blij is met het boek terwijl ze helemaal niet van lezen houdt?)
En als we leugens vertellen tégen ons kind, kan dat zijn morele ontwikkeling verstoren (hij weet niet meer wat ‘goed’ en ‘fout’ gedag is), zijn algemene vertrouwen in mensen schaden (hij gaat iedereen wantrouwen) en de kans wordt groter dat hij later egoïstisch gedrag gaat vertonen (liegen om zijn zin te krijgen).
Wat we kinderen willen leren en dus ook zelf in ons gedrag moeten laten zien, is dat liegen niet goed is, maar dat je daar soms van kunt afwijken – en waarom.
Leugentje om bestwil
Je veegt de chocopasta van je zoons mond. Je voelt je door hem gemanipuleerd en bent boos. En dat mag hij best merken. Want dit is nou net zo’n leugen die niet aanvaardbaar is.
En daarmee is dit het perfecte moment om – zo rustig mogelijk – het verschil uit te leggen tussen een leugentje om bestwil, waarmee je iemand bijvoorbeeld spaart, en een leugen die het vertrouwen en dus de relatie schaadt. Want alleen maar roepen dat je nooit mag liegen, maakt je ongeloofwaardig.
Bronnen o.a.: P. Setoh e.a., Parenting by lying in childhood is associated with negative developmental outcomes in adulthood, Journal of Experimental Child Psychology, 2019 / UMass researcher finds most people lie in everyday conversation, Journal of Basic and Applied Social Psychology, eurekalert.org, 2002
Steven Pont schrijft columns en boeken over opvoeding, het gezin en de ontwikkeling van kinderen. Kijk voor meer informatie op stevenpont.nl
Liegen komt op elke leeftijd voor, het is een terugkerend thema in de opvoeding. Een paar tips:
- Neem een leugen van je kind niet al te zwaar op, experimenteren met de waarheid hoort bij zijn sociale ontwikkeling.
- Vraag aan je kind waarom het een leugen vertelde. (Was het bijvoorbeeld bang om gestraft of afgewezen te worden?)
- Bespreek wat de gevolgen kunnen zijn van liegen. (Het schaadt het vertrouwen.)
- Leg uit wat de reden is als je zelf eens niet de waarheid spreekt. (‘Ik zei dat ik niet kon, maar had eigenlijk geen zin in die verjaardag. Als ik dat eerlijk had gezegd, was de jarige vast gekwetst geweest.)
- Maak duidelijk dat hoe intiemer je met iemand bent, hoe belangrijker de waarheid spreken is.
Deze tips gelden voor elke leeftijd, dus van peuter tot puber. Uiteraard pas je bij je uitleg het taalgebruik aan aan de leeftijd van je kind.