Karen (40) is ongeremd in haar vrolijkheid. ‘Als ik niet vrolijk ben, dan ben ik ziek,’ lacht ze. Staat er op straat een groepje mensen te zingen voor een jarige vriend, dan zingt ze mee. Ze is bovendien een enorme flapuit: ‘Aan een vriendin die een beetje was aangekomen, vroeg ik bijvoorbeeld laatst of ze zwanger was!’
Karen heeft het Williams-syndroom, een zeldzame genetische aandoening. Het belangrijkste kenmerk hiervan is een verzameling van eigenschappen die ook wel de Williams-persoonlijkheid wordt genoemd. Het zijn ontzettend warme mensen met een voorliefde voor gezelschap en conversatie. Die hypersocialiteit gaat alleen wel gepaard met beperkingen. Zo kunnen Williams-patiënten de bedoelingen van andere mensen niet peilen omdat ze geen boze of fronsende gezichten kunnen herkennen. Voor hen lijkt iedereen altijd blij – en dat maakt ze kwetsbaar voor mensen met kwade intenties.
Karen is inderdaad behoorlijk sociaal, bijna op het kinderlijke af. Ze is bijvoorbeeld dol op clubjes en groepjes: bij de avondvierdaagse loopt ze graag hand in hand met de groepsleidster. Als ze ergens een groepje kinderen ‘klap eens in je handjes’ ziet doen, klapt ze mee. En in de trein gaat ze expres bij vreemde mensen zitten. ‘Lekker kletsen.’
Het is niet ongewoon dat