Je wilt gaan slapen, maar het lukt niet. Of je wordt vroeg wakker en valt niet meer in slaap. Bijna iedereen heeft weleens zo nacht. Maar voor een op de tien mensen is slecht slapen eerder regel dan uitzondering. Zij liggen drie of meer nachten per week wakker en dat al minimaal drie maanden. Wie daar last van heeft, kampt officieel met chronische slapeloosheid of insomnie.

7 tips om in je bioritme te blijven

7 tips om in je bioritme te blijven

Leven volgens je eigen lichaamsklok kan veel opleveren, blijkt uit steeds meer onderzoek. Hoe doe je...

Lees verder

‘De term slapeloosheid suggereert dat iemand helemaal niet slaapt, maar dat klopt niet,’ zegt Eus van Someren. Van Someren is hoofd van de afdeling Slaap en Cognitie van het Nederlands Herseninstituut en hoogleraar neurofysiologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.

‘Er is wel wat slaap, maar dat ervaren mensen met slapeloosheid niet zo. Dat komt doordat ze tijdens hun diepe slaap heel onrustig zijn en vaak wakker worden. Vergelijk het met een duikboot: elke keer komt die periscoop weer omhoog om te kijken of de kust nog veilig is.’

Buiten het brein

Slapelozen ondervinden hinder van hun wakkerliggen in het dagelijks functioneren. Ze zijn vermoeid, prikkelbaar en hebben soms een verslechterde weerstand en last van concentratieproblemen. Onderzoek toont bovendien aan dat er samenhang is tussen langdurige slapeloosheid en het ontwikkelen van depressiviteit en angststoornissen.

Wat gebeurt er dan precies in het brein? Op die vraag probeert Van Someren in een doorlopend slaaponderzoek samen met andere wetenschappers al twaalf jaar antwoord te vinden. Tot nu toe werd de aandoening opgedeeld in verschillende slaapproblemen (niet kunnen inslapen, ’s nachts wakker worden).

Maar die indeling bracht de onderzoekers niet verder, omdat de klachten van slapelozen nogal eens wisselen. Van Someren: ‘In al die jaren is het moeilijk gebleken iets consistents te vinden in het deel van het brein dat de slaap reguleert.’

Misschien moest de oorzaak voor slaapproblemen dan niet op die ene plek in het brein worden gezocht. In nieuw onderzoek gooide het team het daarom over een andere boeg. Onderzoekers keken dit keer naar verschillen en overeenkomsten in de karaktereigenschappen van wakkerliggers en goede slapers.

Slaap je wel voldoende?
TEST
Doe de test »

Slaap je wel voldoende?

26 eigenschappen van slechte slapers

‘In verschillende studies is al aangetoond dat karaktereigenschappen zijn vastgelegd in de anatomie van onze hersenen,’ vertelt onderzoeker Tessa Blanken, die promoveerde op het onderwerp.

Goed kunnen opletten, piekeren over problemen en gevoelens, dingen perfect willen doen en moeilijk kunnen ontspannen zijn volgens de onderzoekers voorbeelden van eigenschappen die voor een deel worden bepaald door hoe het brein eruitziet. Slapeloosheid wordt dan mogelijk veroorzaakt kunnen door ongunstige combinaties van aanleg in hersenstructuren en -functies, die elk afzonderlijk een beetje tot uiting komen in diverse karaktereigenschappen.

Op basis van bestaande studies en literatuur stelden de onderzoekers een lijst samen met in totaal 26 eigenschappen die in verband worden gebracht met slecht slapen. Vervolgens vulden 4300 mensen online vragenlijsten in over hun slaapgewoonten, levensgeschiedenis, stemming, ziekten én deze 26 karaktereigenschappen. Uit die enorme berg data zijn vijf persoonlijkheidsprofielen van slechte slapers gedestilleerd (zie kader).

Toen de deelnemers met een slaapstoornis na vijf jaar de lijsten opnieuw invulden, bleken negen van de tien in dezelfde groep te vallen als voorheen. Daarmee zijn de kenmerken stabiel te noemen en dat biedt mogelijkheden om naar nieuwe behandelwijzen te kijken. ‘Een keerpunt in het onderzoek naar slapeloosheid,’ noemt Van Someren het. ‘Natuurlijk willen we het liefst ook direct weten welke behandeling bij welk type slapeloze werkt, maar die studies lopen allemaal nog.’

Opvallend aan de uitkomst vindt hij dat de slaapklachten – niet in slaap kunnen komen, niet doorslapen of te vroeg wakker worden – bij alle vijf de typen ongeveer even vaak voorkomen en ongeveer even ernstig zijn. Mensen kunnen dus exact dezelfde slaapklachten hebben, maar tot een ander type behoren.

Individueel pad

Op dit moment is cognitieve gedragstherapie de eerste behandelkeuze bij slaapproblemen. Dit lijkt bij meer dan de helft van de wakkerliggers tot een vermindering van de klachten te leiden, maar lang niet bij iedereen.

Minder moe, meer energie
Training

Minder moe, meer energie

  • Inspirerende sessies voor meer inzicht in je vermoeidheid
  • Tools om je energie weer op te bouwen
  • Met gezondheidszorgpsycholoog Annemarieke Fleming
Bekijk de training
Nu maar
55,-

Dankzij de nieuwe inzichten snappen de onderzoekers beter waarom die therapie wel of niet aanslaat bij chronisch slechte slapers. Én welke aanvullende behandelingen wellicht zinvol kunnen zijn. ‘We weten nu welke factoren van invloed zijn bij slapeloosheid en kunnen onderzoek en therapie daardoor gerichter inzetten,’ aldus Blanken.

‘Het speelt misschien niet bij alle typen een rol. Maar we hebben de indruk dat het grootste deel van de slechte slapers hun emotionele spanning of stress niet kwijtraakt gedurende de nacht,’ vertelt Van Someren. Daarin kan ook de oplossing liggen.

Aan je genenpakket kun je immers niets veranderen, maar je kunt wel leren om ’s nachts minder te piekeren. ‘Maar deze indeling in vijf typen laat ook duidelijk zien dat het pad naar slapeloosheid per mens sterk kan verschillen. En dat kan net zo goed gelden voor de weg terug naar een goede nachtrust.’

Bronnen o.a.: T. F. Blanken e.a., Insomnia disorder subtypes derived from life history and traits of affect and personality, The Lancet Psychiatry, 2019 / J. S. Benjamins e.a., Insomnia heterogeneity. Characteristics to consider for data-driven multivariate subtyping, Sleep Medicine Reviews, 2017 / P. R. Jansen e.a., Genome-wide analysis of insomnia in 1,331,010 individuals identifies new risk loci and functional pathways, Nature Genetics, 2019

5 typen slechte slapers

Type 1: Neiging tot piekeren

  • Als je eenmaal van slag bent, blijf je dat lang.
  • Je denkt veel na en (her)analyseert gebeurtenissen.
  • Je vraagt jezelf vaak af of je dingen anders had moeten doen.
  • Je voelt je regelmatig angstig of emotioneel labiel.
  • Als je naar bed gaat, ervaar je een onrustig, nerveus gevoel in je lichaam.

Dit type heeft last van neuroticisme en somberheid en voelt zich vaak opgewonden. Van alle slechte slapers behoort 19% tot dit type: 20% van de vrouwen en 16% van de mannen.

Mogelijke behandeling: meditatie, vanwege het kalmerende effect.

Type 2: Gevoelig voor stress

  • Je voelt je over het algemeen een gelukkig mens.
  • Voor je naar bed gaat, maak je je zorgen of je wel in slaap zal vallen.
  • Als je in bed ligt, ben je geestelijk actief en alert.
  • Je vindt het moeilijk om je gedachten uit te schakelen.

Dit type valt vaak moeilijk in slaap na een vervelende gebeurtenis, stressvolle dag of als er de volgende dag iets belangrijks staat te gebeuren. Van alle slechte slapers behoort 31% tot dit type: 33% van de vrouwen en 23% van de mannen.

Mogelijke behandeling: ook dit type slechte slapers kan baat hebben bij meditatie.

Type 3: Sombere inslag

  • Je hebt het gevoel dat je weinig aankunt.
  • Je hebt vaak het gevoel dat het je niet lukt om te bereiken wat je wilt.
  • Je vindt het vaak moeilijk om ergens van te genieten.
  • Je stemming is zelden uitgesproken positief of enthousiast.
  • Je voelt je over het algemeen niet erg gelukkig.

Dit type loopt meer kans op het ontwikkelen van een depressie. Of het die somberheid is die deze mensen wakker houdt, is (nog) niet bekend. Van alle slechte slapers behoort 15% tot dit type: 12% van de vrouwen en 23% van de mannen.

Mogelijke behandeling: therapie gericht op het stimuleren van positieve emoties kan wellicht helpen.

Type 4: Last van gebeurtenissen

  • Je bent niet erg stressgevoelig.
  • Je slaap raakt langdurig verstoord na een ingrijpende gebeurtenis (zoals een scheiding of ontslag).
  • Je hebt vroeger zeer akelige dingen meegemaakt.
  • Je voelt je belemmerd in je fysieke functioneren door vermoeidheid.

Dit type heeft vaker dan gemiddeld iets traumatisch in zijn jeugd meegemaakt. Van alle slechte slapers behoort 20% tot dit type: 22% van de vrouwen en 14% van de mannen.

Mogelijke behandeling: deze groep heeft mogelijk baat bij traumaverwerking.

Type 5: Emotioneel vlak

  • Je reageert doorgaans vrij vlak op positieve gebeurtenissen.
  • Als je iets goeds overkomt, heeft dat nauwelijks invloed op je.
  • Je voelt je niet opgewonden en energiek als je iets krijgt wat je wilt.
  • Je denkt weinig na over je emoties, zowel de positieve als de negatieve.

Dit type wordt door weinig geraakt. Als er iets beroerds gebeurt in zijn leven, slaapt dit type net zo goed of slecht als anders. Van alle slechte slapers behoort 15% tot dit type: 13% van de vrouwen en 24% van de mannen.

Mogelijke behandeling: therapie gericht op het stimuleren van positieve emoties zou kunnen helpen.