Je bent 30 en je hebt zo je ideeën over wat je wilt in het leven – en dat is veel. Aanleiding tot getob, want maak je wel de juiste keuzes? Psychologe Nienke Wijnants doet promotieonderzoek naar het ‘dertigersdilemma’ en schreef er een boek over.
U schrijft dat vooral vrouwen vatbaar zijn voor het dertigersdilemma. Hoe komt dat?
‘Door het kindervraagstuk hebben vrouwen altijd een extra dilemma. Maar ook persoonlijkheid speelt een rol. Mensen met een neurotische persoonlijkheid, die meer piekeren en peinzen, zijn vatbaarder voor het dertigersdilemma. En uit onderzoek weten we dat vrouwen neurotischer zijn dan mannen.’
Hadden onze grootouders en ouders niet óók een dertigersdilemma?
‘De vragen die dertigers nu hebben, zijn niet nieuw, maar de enorme hoeveelheid keuzemogelijkheden die daarbij horen wel. Als je het vertaalt naar de behoeftepiramide van Maslow, hadden voorgaande generaties pas rond hun vijftigste het idee dat ze hun materiële doelen hadden bereikt. Door de toename in welvaart zie je dat mensen steeds eerder het is-dit-alles-gevoel krijgen.’
Wat komt hierna? De midlifecrisis?
‘Zingevingsvragen horen bij cruciale momenten in het leven, dus ook als je 40 of 50 wordt. Die momenten vormen een aanleiding om je af te vragen wie je bent en wat je nu echt wilt in het leven. De zoektocht naar wie je bent is eeuwenoud. Wat nieuw is, is dat die tocht nu al rond je dertigste begint.
Als je die vraag dan goed weet te beantwoorden, zul je op de helft van je leven niet meer zo snel in een crisis komen. Maar als je vragen over de zin van je bestaan rond je dertigste onderdrukt, kom je tien of twintig jaar later alsnog in een crisis.’