Ze hadden de binnenstad als een slagveld achtergelaten. In Las Vegas werd een vrouw doodgeschoten door een buurjongen die ze op zijn nummer had proberen te zetten. Haar man schreeuwde tegen de verzamelde pers: ‘Zijn jullie nu allemaal blij? Je hebt mijn vrouw afgeschilderd als een beest. Dáár is het beest, een straat verderop!’
Het idee achter dit soort vergelijkingen is dat dieren geen remmingen kennen en wij mensen wel. Het is het verschil tussen ‘wild’ zijn, hetgeen op dieren slaat, en ‘beschaafd,’ waar wij goed in zijn.
Die gedachte is gebaseerd op een merkwaardig misverstand, maar zelfs een evolutionair georiënteerde filosoof zoals Philip Kitcher maakt zich eraan schuldig. Hij noemde chimpansees ooit wanton, losbandig en ongeremd. Dieren doen maar wat. Kitcher voegde eraan toe: wat ons menselijk maakt, is het vermogen om de negatieve consequenties van onze acties te voorzien.
Een vreemde uitspraak, want als er íéts is waar dieren goed in zijn, is het wel dat ze problemen kunnen voorzien. De kat blijft op de vloer zolang je in de keuken bent; zodra je wegloopt springt ze op het aanrecht. Gnoes die een rivier moeten oversteken aarzelen lange tijd voordat ze erin springen, omdat ze weten welke gevaren er in het water schuilen. Alle psychologische leerproeven gaan over beloning en straf, waardoor we weten dat ratten uiterst gevoelig zijn voor negatieve consequenties.
Dus vanwaar die aanname dat dieren hun gedrag niet kunnen reguleren? Hoe zou een hiërarchische samenleving kunnen ontstaan als elke impuls onmiddellijk bevredigd moet worden? Een laaggeplaatste mannetjesaap die meteen op een vruchtbaar vrouwtje afloopt, wordt direct bestraft door hoger geplaatste mannetjes. Hij zal moeten wachten op een betere gelegenheid. De hiërarchie is in feite één groot systeem van remmingen, waarbij de hogere rangen de lagere aan banden leggen.
Wetenschappers doen tegenwoordig zelfs proefjes om zelfbeheersing bij dieren te onderzoeken. Voor mensen bestond al de beroemde ‘marshmallow-test’: een kind krijgt een snoepje maar krijgt te horen dat ze, als ze ervan afblijft en wacht, nog een tweede snoepje mag hebben. Kinderen wachten soms wel twintig minuten; op YouTube staan grappige filmpjes over hun gedrag (zenuwachtig ronddraaien, likken aan de beloning). Veel dieren doen het niet zo goed in vergelijkbare tests met een ‘uitgestelde beloning’, maar mensapen tonen net zoveel zelfbeheersing als kinderen. En onlangs heeft een papegaai het in een test ook twintig minuten volgehouden.
Voordat we mensen ‘beesten’ noemen, moeten we dus weten wat we bedoelen. Voor mij zijn mensen inderdaad dieren; maar als we die uitdrukking alleen gebruiken voor gedrag dat ons niet aanstaat is het goed te beseffen dat ongeremd wangedrag nou net iets is waar wij mensen sterk in zijn.