Of het nu gaat om de keuze van een leuk restaurantje, een nieuw paar pumps of een partner: grofweg zijn er twee soorten beslissers, ontdekte de Amerikaanse psycholoog Barry Schwartz.
Satisficers of Mazimizers
Satisficers speuren net zo lang tot ze iets hebben gevonden wat voldoet aan hun eisen. Vinden ze in de eerste de beste winkel al pumps die geweldig passen bij hun outfit én lekker zitten, dan kopen ze die. Dat betekent niet dat ze genoegen nemen met de middelmaat. Maar zodra ze op iets stuiten dat aan hun eisen voldoet, zijn ze tevreden.
Maximizers daarentegen gaan voor het allerbeste. Ze stoppen dus niet na die eerste winkel, maar kijken verder. Misschien zijn er ergens anders nog mooiere of betere pumps te krijgen, of kunnen ze diezelfde schoenen ergens anders kopen voor een scherpere prijs. Pas als maximizers alle alternatieven hebben gezien en beoordeeld, weten ze zeker dat hun keuze de best mogelijke is.
Objectief gezien maken maximizers de beste keuzes. Maar subjectief gezien komen ze er minder goed van af. Ze zijn namelijk veel energie kwijt met het vergelijken, wikken, wegen en twijfelen. En ook al hebben ze gekozen voor het allerbeste, ze lopen altijd nog de kans iets tegen te komen wat nóg beter was geweest – met spijt als gevolg. Maximizers zijn dus minder blij met hun uiteindelijke keuze dan satisficers.
Maximizers lijden nog extra onder het aantal keuzemogelijkheden dat we tegenwoordig hebben. Ze zijn immers geneigd om alle alternatieven de revue te laten passeren, en dat is vaak ondoenlijk.
Bovendien blijkt uit onderzoek dat hoe meer alternatieven we zien, hoe minder blij we zijn met wat we uiteindelijk kiezen. Stel dat je met je partner een weekendje weg bent en een plek zoekt om gezellig uit eten te gaan. Het eerste restaurant dat je tegenkomt, ziet er aardig uit. Maar het is nog vroeg, dus je besluit even verder te kijken. Hoe meer restaurants en menukaarten je ziet, des te moeilijker het echter wordt. Het ene restaurant heeft een prachtig uitzicht, bij het andere staat iets heel lekkers op de kaart, en bij het volgende hangt een fantastische sfeer. Uiteindelijk kies je toch voor het eerste restaurant, maar je bent er een stuk minder blij mee dan wanneer je er meteen was gaan zitten en de alternatieven niet kende. Met elke nieuwe optie voeg je unieke aantrekkelijke eigenschappen aan het lijstje toe, terwijl het bijna onmogelijk is om álle positieve eigenschappen in één optie bij elkaar te vinden. En met elke keus die je laat schieten, streep je aantrekkelijke eigenschappen weg, wat een gevoel van spijt geeft.
Kies voor het acceptabele alternatief
Kortom, zegt Barry Schwartz: wil je gelukkig en tevreden zijn, dan kun je meestal het beste kiezen voor het eerste acceptabele alternatief dat je tegenkomt. Wikken en wegen kan je beter bewaren voor keuzes die er echt toe doen. Bij elke keuze die we maken, moeten we in gedachten houden dat het niet gaat om de objectieve resultaten – het gezelligste restaurant met de beste kaart, redelijke prijzen, mooi uitzicht en leuke muziek –, maar om de subjectieve: een leuke avond.
Zorg er bovendien voor dat je keuzes niet terug te draaien zijn. Als je het prijskaartje zo lang mogelijk aan dat truitje laat hangen zodat je het nog kunt ruilen, is de kans groter dat je alsnog gaat twijfelen en er minder blij mee bent.
En als je toch stiekem het allerbeste wilt, dan is er vast wel een onverbeterlijke maximizer in je omgeving. Welke tv heeft hij, welk telefoonabonnement, welke printer – en waar heeft hij die gekocht? Waarschijnlijk vertelt hij je er graag álles over. Volg de maximizer!
Ben je een kieskeurige maximizer of een gelukkige satisficer? Ontdek welk type beslisser je bent.