Dit jaar is het 150 jaar geleden dat On the origin of species verscheen, het boek waarmee Charles Darwin de basis legde voor de evolutietheorie. De Britse natuuronderzoeker stelde dat natuurlijke selectie het drijvende mechanisme is achter de ontwikkeling van alle diersoorten. Elke eigenschap die de overlevingskansen vergroot, plant zich voort.
Evolutionair psychologen stellen dat dit overlevingsmechanisme ook opgaat voor ons gedrag en onze emoties. Dat we wantrouwig reageren op vreemdelingen en het moeilijk vinden om onze partners trouw te blijven, had kennelijk evolutionair nut – anders waren die eigenschappen wel uitgestorven.
Niet iedereen laat zich overtuigen door de evolutionaire psychologie. Critici wijzen erop dat voor alles achteraf wel een evolutionaire verklaring te verzinnen is. Maar doe je vanuit de evolutionaire psychologie voorspellingen over menselijk gedrag en ga je die toetsen in onderzoek, dan blijken ze vaak te kloppen. De oermens in ons is sterker dan we denken – en tal van vervelende eigenschappen die we van onszelf veroordelen, waren ooit misschien heel nuttig. Zes voorbeelden van nare trekjes die tóch gunstig zijn voor ons voortbestaan.
Op een borrel besteedt uw partner wel erg veel aandacht aan die aantrekkelijke collega. Op weg naar huis snauwt u hem toe dat hij zich gedroeg als een verliefde puber, waarna jullie in ijzig zwijgen vervallen. De volgende dag schaamt u zich voor die uitval. Zo kinderachtig, die jaloezie.