Een kind wordt weinig gehinderd door verantwoordelijkheden en er zitten nog nauwelijks schillen om de kern van zijn ‘ik’. Het doet meestal wat van nature goed bij hem past.
Probeer bij het beantwoorden van de volgende vragen onderscheid te maken tussen dingen die je (als kind al) deed om je ouders te behagen, en de dingen die je puur vanuit jezelf wilde doen. Beide zeggen iets over jou en je kwaliteiten, maar zijn wél heel verschillend.
Beantwoord voor jezelf de volgende vragen:
- Wat vond je als kind leuk om te doen?
- Waar was je goed in?
- Wat deed je het grootste deel van je tijd?
- Wat wilde je vroeger worden en waarom?
- Wat is ervan uitgekomen?
- Wat doe je nu nog met de dingen waar je vroeger veel plezier uit haalde?
Deze oefening komt uit het werkboek ‘Ontdek je talent’ van Psychologie Magazine. Hierin ontdek je met oefeningen en opdrachten in dit werkboek waar je goed in bent – of welke kwaliteiten je makkelijk kunt ontwikkelen.’