Ik ben gek op talentenprogramma’s. Het vaak verbluffende muzikale talent, de grappige jurycommentaren, de emotie: ik vind het allemaal prachtig. Maar aan een paar dingen erger ik me dood. Eén is het vele genieten. ‘Heb je genoten?’ vraagt de presentator steevast aan de kandidaten na hun optreden. ‘Als je er maar van geniet!’ vindt de zangcoach. Als je zo aan het genieten bent, dan heb je het daar toch niet de hele tijd over? Ik vermoed dat hiermee enige eerzucht moet worden verhuld; die kandidaten willen natuurlijk wél gewoon winnen en beroemd worden. En misschien is ‘genieten’ ook wel de hoogst haalbare vorm van authenticiteit voor (aankomende) BN’ers.
Een andere domper is dat mensen almaar ‘geraakt’ worden. Vooral juryleden. Ooit was geraakt worden iets heel gevoeligs. Geen knallende emotie, maar iets zo fijnbesnaards dat het moeilijk te benoemen was. Inmiddels worden mensen zo vaak geraakt dat het woord evenzeer aan inflatie onderhevig is als hogeschooldiploma’s.
Maar pas echt verontrustend vind ik zogenaamd deskundige adviezen die hierop neerkomen: je redt het alleen als je precies voor ogen hebt wie je wilt zijn en waar je naartoe gaat. Dit vind ik net zo’n bezopen idee als persoonlijke ontwikkelplannen (pop’s) voor werknemers. Alsof je vooraf kunt bedenken en plannen wie je worden wilt. Alsof je het gaat maken als je het maar hard genoeg denkt en helder genoeg voor je ziet. Ben je nog zoekende, laat je het allemaal maar een beetje gebeuren, dan ben je blijkbaar een loser.
Door die overdreven rol die voor ambities en targets wordt weggelegd, gaan mensen niet alleen denken dat ze alles kunnen bereiken wat ze willen – echt niet, hoor – ze worden ook ik-gericht en ongevoelig voor wat er om hen heen gebeurt. Ze moeten zich immers vastbijten in hun droom.
Ik geloof in een heel ander motto, uit het boek Alice in Wonderland: If you don’t know where you’re going, any road will take you there. Deze wijsheid wordt vaak bedoeld als kritiek op iemand die maar wat aanrommelt, maar ik zie dat anders. Net als Alice moeten we van alles proberen en meemaken, om al doende te ontdekken wie we zijn. Een beetje hier neuzen, een beetje daar, een zijpad volgen, op onze schreden terugkeren, vallen en opstaan, modderen, klooien, het hoort er allemaal bij. Alleen door het terrein terdege te verkennen kom je erachter wat bij je past. Dat kun je niet van binnen bedenken, dat ontdek je tijdens je ervaringen met de wereld om je heen. Al doende ga je bovendien nieuwe kanten aan jezelf ontdekken. Niet door naar binnen te kijken, maar gewoon door deel te nemen aan het leven.
Mijn advies voor zingende talenten en trouwens voor iederéén zou zijn: weet maar liever niet wie je bent en wie je wilt worden, leg dat niet vast. Verdraag de onzekerheid daarvan, en gebruik de ruimte en openheid. Go with the flow, onbevangen, ga op ontdekkingsreis. Al doende zal blijken dat je juist op die hobbelige, kronkelige, onbestemde weg ongemerkt ontdekt wie je bent. En onderweg merk je wat ‘genieten’ en ‘geraakt worden’ nou écht betekent.
Even rechtzetten
Wat een vervelende vergissing: in mijn vorige column schreef ik over oneerlijke HBO-docenten, maar het ging om een affaire op een ROC in Arnhem. Mijn excuses!