…TOEN IK PUBER WAS
1. Pijn hoort bij het leven, en pijn mág je voelen

Training Houd me vast (voor jou en je partner)
Training

Training Houd me vast (voor jou en je partner)

  • Leer elkaar écht zien en begrijpen
  • Ontdek hoe jullie pijnlijke momenten uit het verleden kunnen loslaten
  • Officiële Emotionally Focused Therapy (EFT) training van Sue Johnson
  • Met het boek Houd me vast van Sue Johnson
Bekijk de training
Nu maar
195,-

‘We leven in een complexe, prestatiegerichte tijd, en dan is de puberteit ook nog een lastige levensfase. Als ik dat tegen pubers zeg, zie ik al opluchting,’ zegt psycholoog Gijs Jansen. Speciaal voor pubers schreef hij het boekje Verboden voor ouders, met inzichten uit de Acceptance and Commitment ­Theory – inzichten die hij zelf graag had gehad toen hij puber was. ‘Er wordt ons altijd verteld dat de dingen wel zullen lukken als we maar hard genoeg ons best doen. Dus denk je dat het aan jezelf ligt als het niet gaat, of als je het moeilijk vindt. Terwijl het gewoon loei-ingewikkeld is om puber te zijn.’

2. Je kunt niet alles weten, en dat is prima

Psycholoog Gijs Jansen: ‘Je komt net kijken en alles is nieuw, dus je kúnt nog niet alles weten. Je hebt nog genoeg jaren voor je om te leren. “Niet lullen maar poetsen” is een goede levenshouding. Het is gewoon een kwestie van klooien en uitproberen, en wel zien waar je uitkomt.’

…TIJDENS MIJN STUDIE EN EERSTE BAAN

3. Iedereen twijfelt aan zijn eigen kunnen

Het imposter-fenomeen wordt het genoemd: de angst dat je eigenlijk helemaal niet zo goed bent in wat je doet, en elk moment door de mand kunt vallen. ‘Pfff, deze keer heb ik geluk gehad,’ denken we bijvoorbeeld als we een project heel goed afronden. Of: ‘Ja, maar nu heb ik ook wel extréém hard gewerkt; geen wonder dat het is gelukt.’ En ondertussen lijkt het of onze collega’s nergens moeite mee hebben.

De troost: bijna iedereen lijdt in meerdere of mindere mate aan dit fenomeen. Zelftwijfel zegt dus niets over onze capaciteiten. Zelfs actrice Jodie Foster vraagt zich na twee Oscars en tal van andere onderscheidingen nog steeds bij elke nieuwe film af of ze wel kan acteren.

…TOEN IK EEN RELATIE KREEG

4. De meeste problemen zijn onoplosbaar

Psycholoog Gerda Brouwer: ‘Met de keuze van je partner kies je voor een grote zak verschillen waarmee je je hele leven moet omgaan. Kies je voor een andere partner, dan krijg je een andere, even grote zak met verschillen.’ En de meeste problemen – om precies te zijn: 69 procent – zijn ook nog eens onoplosbaar, blijkt uit onderzoek door de Amerikaanse relatie­onderzoeker John Gottman. De een wil alles netjes, de ander laat alles slingeren; de een is van nature zuinig, de ander laat het geld rollen. Brouwer: ‘Vaak maken mensen ruzie met het idee dat de ander makkelijk te veranderen is. Maar veel eigenschappen kun je niet veranderen. Je kunt wel zorgen dat je je allebei een beetje gehoord voelt. Of een oplossing eromheen bedenken, bijvoorbeeld dat de een een kamertje krijgt waarin hij lekker rotzooi mag maken.’

…TOEN ER EEN KIND KWAM

5. Een verminderd geluksgevoel is normaal

Psychotherapeute Susanne Donders, co-auteur van het boek Een baby erbij: ‘Steevast komt uit onderzoek dat mensen een lager cijfer geven aan hun ­leven wanneer ze vader of moeder worden. Dat verminderde geluksgevoel is verwarrend, vooral als we heel erg naar een kind hebben uitgekeken. We denken dan dat er iets mis moet zijn met onze relatie, dat ons kind raar of anders is, of dat we zelf niet normaal zijn omdat we niet voluit kunnen genieten van het ouderschap. Maar het is niet gek dat we ons zo voelen. Met een kind erbij heb je ineens ­zoveel minder tijd voor dingen die je eerder een geluksgevoel gaven. Je raffelt je werk af, voelt je tekortschieten op allerlei terreinen, hebt meer ruzie en minder seks. Dat is normaal, en als er een nieuwe balans is gevonden, gaat deze dip vanzelf weer over.’

…TOEN IK VOLWASSEN WERD

6. Angst verdwijnt pas als we de confrontatie aangaan

We blijven graag weg van dingen die we eng vinden: speechen, autorijden, spinnen. Maar door ervan weg te lopen, blijven we er juist tegenaan lopen. En elke keer dat we vermijden, wordt de drempel hoger. ‘We geloven dat er vanzelf een dag komt waarop we minder bang zullen zijn om te speechen of auto te rijden,’ zegt de Amerikaanse psychologe Susan Jeffers. ‘Maar dan kunnen we wachten tot we een ons wegen. De enige manier om de angst te verminderen, is door het te dóén. Angst hoort nu eenmaal bij groei.’ Maar het hoeft ook weer niet allemaal in één keer. Een bewezen techniek uit de fobieënhoek is het spanningsniveau in stapjes op te voeren, en zo op een veilige manier te oefenen met soortgelijke situaties.

7. Kwetsbaarheid maakt juist sterker

We snakken naar verbondenheid, zegt de Amerikaanse psychologe en onderzoeker Brené Brown. Maar wat ons tegenhoudt, is de angst voor afwijzing. Daarom proberen we greep op alles te houden, proberen we perfect te zijn, en stoppen we onze kwetsbaarheid diep weg.

Training Ontspannen opvoeden
Training

Training Ontspannen opvoeden

  • Ontdek hoe je als ouder positief en relaxed blijft
  • Omgaan met de emoties van je kind
  • Voor ouders met kinderen in de basisschoolleeftijd
Bekijk de training
Nu maar
79,-

In haar onderzoek ontdekte Brown dat juist mensen die hun kwetsbaarheid en imperfectie durven omarmen, het meest verbonden zijn met anderen. Bovendien zijn ze het gelukkigst en bereiken ze het meest in hun leven. Doe net als deze mensen en laat jezelf zien, concludeert Brown. Heb lief met heel je hart, ook zonder garanties. Kwetsbaarheid betekent juist dat we leven.

…OP LATERE LEEFTIJD

9. Grote verschuivingen hebben tijd en aandacht nodig

Marika Engel, psychotherapeute met veel ervaring in de ouderenzorg: ‘Na ons zestigste komen er ingrijpende veranderingen. We krijgen meer tijd. Rollen en rolpatronen vallen weg, bijvoorbeeld die van kostwinnaar en opvoeder. En er is verlies: vrienden en familieleden overlijden, onze gezondheid gaat achteruit. Eigenlijk moeten we helemaal opnieuw onze levenskeuzes maken, net zoals we vroeger een loopbaan uitstippelden. En, heel ­belangrijk: deze behoeftes en verwachtingen afstemmen met die van onze partner.’

10. Met het pensioen valt een deel van je identiteit weg

De vraag ‘Wie ben je?’ beantwoorden veel mensen met hun beroep: ik ben banketbakker, arts, ­leraar. Na het pensioen kun je nog een tijdje zeggen: ik was bakker, maar dan houdt het op. Dat kan identiteitsproblemen geven. Engel: ‘Voor je werkidentiteit moet iets in de plaats komen. Bezigheden die je het gevoel geven dat je een waardevolle persoon bent, zoals vrijwilligerswerk of oppassen op de kleinkinderen.’

» Benieuwd naar meer inzichten?

Lees dan hier het volledige artikel met alle 30 inzichten.