Als je niet beter wist, zou je denken dat Piet Valentin (62) geen zin heeft te worden geïnterviewd. Wanneer ik hem een dag tevoren bel om iets af te stemmen, reageert hij kortaf: ‘Dat gaat niet. De groeten.’ Snel hangen we op: dat was niet bepaald een prettig gesprek.
De volgende dag zitten ze tegenover me in hun huis in Naaldwijk: Piet en zijn vrouw Aafke. Piet met gespannen blik, zijn ogen fel. Aafke mild glimlachend. Piet kijkt naar Aafke en zegt: ‘Er zit een vreemde meneer voor me. En dan zeggen ze dat ik niet bang voor hem hoef te zijn, ha. Dat zeggen ze nou altijd. Nou, ik moet het nog zien. En…’
Aafke onderbreekt hem: ‘Even rustig, Piet.’ Dan, tegen mij: ‘Piet bedoelde het niet kwaad, hoor, gisteren aan de telefoon. Hij flapt dingen er te snel uit, op een boze toon, maar daar kan hij niets aan doen.’
Piet was vroeger een vrij stille, serieuze man die niet snel een discussie aanging, maar sinds zijn verkeersongeluk acht jaar geleden, waarbij zijn frontaalkwab een harde klap kreeg, is hij ontremd geraakt in zijn reacties op anderen. ‘Vooral gesprekken met vreemden lopen daardoor nogal