PSYCHOLOOG EN PSYCHOTHERAPEUT
FRED STERK:
Als nadenken tot oplossingen leidt, is dat positief. In jouw geval leidt het tot meer problemen: schuldig voelen, oneerlijk voelen (alsof je de boel bedriegt) en de toenemende onzekerheid. Je werkt hard aan het verbeteren van jezelf. Maar is het wel mogelijk om 100 procent je eerlijke zelf te zijn in een groep? Moet je echt alles wat je hebt gezegd kunnen verantwoorden? Ik denk dat dat onhaalbare eisen zijn.
Bovendien zorgen die eisen ervoor dat je bij iedere bijeenkomst weer zeer oplettend en dus gespannen moet zijn. Dat is sociaal perfectionisme. Je neemt jezelf te veel de maat en je blijft daardoor onzeker en schuldig. Overigens is dat sociaal perfectionisme vaak een valkuil bij mensen die heel sociaal zijn.
Hoe kun je deze negatieve spiraal doorbreken?
Accepteer een foutenmarge. Dat betekent dat je jezelf na het sociale contact bewust de waargenomen fouten vergeeft.
Waardeer wat er feitelijk goed is gegaan. Na ieder sociaal treffen oefen je in het positief afronden van je denken door bewust een positieve conclusie te trekken.
Oefen met praten zonder te oordelen. Focus op de ander en de inhoud, niet op je functioneren. Als je fouten mag maken, dan gaat dat veel beter.
Realiseer je dat anderen vooral met zichzelf bezig zijn. Zij denken niet zo na over jouw functioneren, want ze ervaren jou niet zoals je jezelf ervaart.
Train jezelf in het herkennen van je denkfouten in redeneringen, zodat je ze makkelijker kunt loslaten. De denkfouten ‘gedachtenlezen’ en ‘toekomst voorspellen’ houden je perfectionisme in stand.
Realiseer je: ik zal nooit precies weten hoe ik overkom. Sociale situaties zijn wat dat betreft moeilijk te ontrafelen.
Doe een ontspannings- of mindfulnessoefening na elke intensieve sociale interactie. In een ontspannen lichaam krijgen piekergedachten namelijk minder kans.
Jezelf durven zijn heeft niets te maken met het jezelf straffen om de fouten. Het betekent dat je jezelf mag vergeven voor de fouten en dat je positieve conclusies mag trekken, ondanks de fouten. Dat gun ik je van harte. //
Ik heb een goed leven en doe graag dingen voor anderen. Maar ik krijg daar voor mijn gevoel te weinig waardering voor. Ik voel mij vaak niet gezien.
FAMILIE- EN RELATIETHERAPeut GERRIE VAN REIJERSEN VAN BUUREN:
Je hebt een groot verlangen naar erkenning – dat bedoel je denk ik met het woord waardering. Erkenning voor wat je geeft en wat die investering je kost. Maar wanneer je iets geeft zonder eerst af te stemmen met de ontvanger, hoeft dat wat je geeft niet te zijn wat de ander nodig heeft. Dan lukt het de ontvanger meestal ook niet om er dankbaar voor te zijn.
Er spelen dus onuitgesproken verwachtingen, die kunnen leiden tot teleurstelling en het gevoel niet gezien en erkend te worden.
Wees daarom duidelijk als het om geven en ontvangen gaat. Geef niet impulsief, maar vraag de ander wat hij nodig heeft en stem met elkaar af of jij dat geven wilt en kunt. En of de ander dat ook van je ontvangen wil en kan. En andersom, als jij verwacht dat een ander je iets zal geven: check bij die ander of je verwachtingen kloppen. Spreek uit wat je nodig hebt en vraag erom. In alle gevallen moet je zijn antwoord accepteren, soms kun je er wel samen dieper op ingaan en weer opnieuw afstemmen. In dit proces van bespreekbaar maken laat je jezelf zien en krijg je vaak onverwacht erkenning voor wie je bent. En soms niet.
Dan moet je het doen met wat het is. //
KINDERPSYCHOLOOG EN OPVOEDKUNDIGE TISCHA NEVE:
Welkom in de peuterpuberteit. Peuters willen veel wat fysiek nog niet lukt en ook nog eens niet altijd kan of mag. En ze zijn nog niet goed in staat met woorden duidelijk te maken wat ze willen of bedoelen. Dit kan behoorlijk frustrerend zijn! En dat uit zich vaak in driftbuien of een machtsstrijd.
Probeer er zelf niet te veel in mee te gaan door te dreigen, straffen, schreeuwen of discussiëren. Leg kort uit waarom iets niet kan of mag, bied een alternatief en geef je kind de regie waar het kan, bijvoorbeeld door hem te laten kiezen: zal ik je optillen als een vliegtuig of wil je als pandabeertje op mijn rug de trap op? Probeer situaties speels op te lossen: ‘Denk erom hè, als ik niet kijk niet je boontjes opeten!’. Treed resoluut en duidelijk op als iets echt niet kan of mag, en als je kind in een driftbui belandt, laat hem dan uitrazen. Zorg dat hij zichzelf of anderen geen pijn kan doen, blijf in de buurt en laat merken dat je er voor hem bent. Je kind wordt echt overspoeld door emoties, dat is beangstigend en naar. Hij heeft je dan juist nodig! //
Hooguit één keer per maand hebben mijn vrouw en ik seks. We gaan weleens samen in bad of masseren elkaar, maar dit is voor haar geen uitnodiging tot vrijen. Nu voelt het voor mij als: één keer per maand is er een kans. Heb ik dan toevallig geen zin, dan begrijpt ze dat niet en zegt ze: ‘Mannen hebben altijd zin!’ Ik moet dan weer een maand wachten.
SEksUOLOOG GERTJAN VAN ZESSEN:
Er spelen hier twee vraagstukken: de seksfrequentie, maar ook de manier waarop het gesprek gevoerd wordt. Mijn advies is om de aandacht op het gesprek te richten. Want het gaat niet zozeer om hoe vaak je seks hebt, maar om de sfeer waarin dat gebeurt. Eén keer per maand vrijen kan voor beiden heel fijn zijn, als dat plaatsvindt in een context van wederkerigheid, aardigheid, en elkaar wat gunnen. Vaker seks hebben in een sfeer van desinteresse of tegenzin, zal niet bevredigender zijn.
Voor de take it or leave it-houding van je partner zal ze haar redenen hebben, net als voor haar ongeduld als jij eens geen zin hebt. Maar erg respectvol, aardig en wederkerig klinkt het niet. Hier samen zelf op een andere manier over gaan praten is heel lastig, omdat jullie rollen al gestold zijn. Het helpt misschien om eerst wat meer te leren over tegenzin en zin maken. Bijvoorbeeld uit Seks!, het onvolprezen boek van seksuologen Van Lunsen en Laan. Wil je dat iemand jullie helpt bij het praten over vrijen, zoek dan een seksuoloog via nvvs.info. Succes! //
Ik ben voor mijn vriend verhuisd naar een land waar ik de taal niet spreek. Ik heb een baan gevonden, volg taallessen en zit op een sportschool, maar heb weinig vrienden gemaakt. Hoewel ik echt niet zonder mijn vriend kan, word ik steeds afstandelijker tegen hem. Ik voel me ongelukkig en verwijt mijn vriend dat mijn leven stilstaat voor hem.
PSYChOLOOG NIENKE WIJNANTS:
Grote beslissingen, zoals over je relatie of werk, kun je alleen zelf nemen. Maar het is vaak lastig emotionele argumenten tegen elkaar af te wegen. Je veronderstelt een probleem met je woonplaats, met consequenties voor je relatie. Deze twee zijn op dit moment sterk verweven, maar het is van belang om te achterhalen welke negatieve emoties voortvloeien uit je relatie en welke uit je huidige woonplaats. Het is het zaak deze los van elkaar te bekijken.
Dit kun je doen door jezelf hierover te bevragen: als jullie relatie helemaal goed zou zijn, zou dat dan opwegen tegen alle nadelen van je huidige woonplaats? Als jullie in Nederland zouden samenwonen, wat zou er dan verbeteren en wat zou hetzelfde blijven in jullie relatie? Vind je dat jouw partner meer zou moeten of kunnen ondernemen om jouw situatie te verbeteren? Door dit soort vragen eerlijk te beantwoorden kom je erachter of het de locatie is of je relatie, waar je mee worstelt. De uitkomsten hiervan kun je vervolgens met je vriend bespreken. Ervaart hij dezelfde problemen? Wat kunnen jullie er beiden aan doen? En zijn de belangrijkste obstakels weg te nemen zonder te verhuizen of de relatie te verbreken? //
persoonlijk advies
persoonlijk advies
Meer lezen? Denk je sterk, Fred Sterk en Sjoerd Swaen, Kosmos Uitgevers
Elke maand geven onze experts advies over psychologische kwesties. Heb je ook een vraag? Mail naar redactie@psychologiemagazine.nl met als onderwerp ‘Consult’ of ga naar psychologiemagazine.nl/vraagadvies
‘Mijn vrouw bepaalt wanneer we vrijen’ en ‘Ik ben ongelukkig in het buitenland’