1. Richt je aandacht op jezelf: erger je niet aan anderen

We zijn geneigd veel van andere mensen te verwachten. Dat ze ons gelukkig maken bijvoorbeeld, of net zo genieten als wij van die bergwandeling en het warme weer.

6x waarom je op vakantie moet

6x waarom je op vakantie moet

Nog geen vakantie geboekt dit jaar? Je knapt er écht behoorlijk van op.

Lees verder

We schuiven anderen ook makkelijk de oorzaak van ongeluk in de schoenen. Het is hún schuld dat we in de regen zitten te chagrijnen in de hotelkamer. Maar alle grote religies en mystici vertellen ons: de enige ware bron van geluk, waarheid en wijsheid ligt in onszelf.

De Chinese taoïstische filosoof Zhuangzi schreef: ‘Als een man een rivier oversteekt in een roeiboot en een lege boot ramt hem midscheeps, wordt hij niet boos. Maar als hij een man in die boot ziet zitten, zal hij naar hem schreeuwen dat hij moet oppassen.

Alleen maar omdat er iemand in de boot zit. Als je je eigen boot leeg kunt maken terwijl je de rivieren van de wereld oversteekt, zal niemand je tegenwerken, niemand proberen je te schaden.’

Bekommer je niet om de schuld of onschuld van anderen die tegen je opbotsen of die je op wat voor manier dan ook kwaad doen; daar heb je niets aan. Zie andere mensen als lege boten.

Er botst iemand tegen je aan; dat is het feit. Of hij dom, slecht of onhandig is, dat zijn allemaal meningen waarover je opgewonden kunt raken, maar waaraan je niets hebt.

Dus als het de hele dag regent, trek dan gewoon de gordijnen weer dicht, bel roomservice en nestel je op bed voor een middagje thuisbioscoop. En als er niemand zin heeft in een film, dan is het misschien eindelijk eens tijd voor dat lekker dikke boek.

2. Doe goed, en ontmoet goed

‘Al wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten,’ schreef de apostel Paulus aan de Galaten, en daarmee is in een notendop ook het boeddhistische begrip karma samengevat. Alles wat je doet, komt vroeg of laat als een boemerang bij je terug.

En dat kan zomaar zijn op de momenten waarop je het deze zomer het hardst nodig hebt. Wie vriendelijk lacht bij de tolpoort, wordt ook eerder gastvrij geholpen als de slagboom ineens niet in beweging komt. Wie plek maakt voor een ander aan het zwembad, kan zelf opeens een ligbed aangeboden krijgen.

3. Zoek het niet in het materiële

In een cartoon in de Volkskrant zit een zakenman – dikke nek, stropdas – bij psychiater Sigmund. ‘Hoeveel kost het eigenlijk om gelukkig te worden?’ vraagt hij. ‘Eh…’ zegt Sigmund, ‘dat kost eigenlijk niets’.

Waarom vier je vakantie?
TEST
Doe de test »

Waarom vier je vakantie?

‘Dan kan het ook niet veel voorstellen,’ zegt de cliënt. Dat is het materialisme van onze tijd ten voeten uit: alleen wat geld kost, is belangrijk. Een luxe resort of een verre reis: was dat niet pas écht vakantie geweest?

Had dat paar dure schoenen, een etentje in een sterrenrestaurant of een rondje paragliden het eigenlijk niet pas écht afgemaakt deze zomer – is het niet volgens onszelf, dan wel volgens onze kinderen?

Maar de meeste dingen die ons gelukkig maken, hebben niets met geld van doen. Liefde, vertrouwen, dankbaarheid, wijsheid. Of de natuur. Of poëzie. Een basisinzicht in religie en spiritualiteit luidt: geld maakt niet gelukkig. Het is tijdverspilling om te streven naar materiële rijkdom als doel.

‘Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen,’ staat er in Jezus’ Bergrede. ‘Verzamel schatten in de hemel – waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.’

4. Heb mededogen met jezelf

Boeddha zag in dat overmatig ascetisme nergens toe leidt. Jarenlang had hij zichzelf gepijnigd met vasten en andere ontberingen, en de bevrijding wilde maar niet komen. Pas toen hij weer voor zichzelf ging zorgen, zag hij het licht.

Sindsdien onderwees hij de gulden middenweg: de weg tussen afzien en overmatig genieten. ‘De deugd ligt in het midden,’ is een klassieke uitspraak. De oude Grieken schreven het rond de put van Delphi als tweede grondregel van de levenskunst, na ‘Ken uzelve’: ‘Niets te veel’. Vooral niet te veel zelfkritiek.

Als je je naaste moet liefhebben gelijk jezelf, dan zul je toch moeten beginnen met jezelf lief te hebben en goed voor jezelf te zorgen. Wie zichzelf als een slavendrijver opjaagt – ál het werk nog ‘even’ af voor vertrek, het huis schoon en natuurlijk niks vergeten bij het pakken – zal geneigd zijn dat ook met anderen te doen.

Zelfcompassie heet dat: je hoeft jezelf niet geweldig te vinden, maar je moet wel mededogen hebben met jezelf. Anders kun je het ook niet met anderen hebben. En echt: die vergeten tandenborstel is in elke winkel op je vakantiebestemming voor een paar euro geregeld.

5. Overwin het harde met het zachte

‘Overwin de kwade mens door liefde; overwin de slechte mens door goedheid; overwin de gierigaard met gulheid; overwin de leugenaar met waarheid,’ zo staat het in de Dhammapada, een verzameling uitspraken van Boeddha.

Daarmee was Jezus het roerend eens, als we de Bijbel mogen geloven. Zalig zijn immers de zachtmoedigen, want zij zullen het land beërven, en als we op de rechterwang geslagen worden, moeten we de linker- ook aanbieden. Heb je vijand lief.

En ook de Chinese filosoof Lao-tse adviseert: ‘Antwoord met vriendelijkheid wanneer je wordt geconfronteerd met vijandigheid.’

De vraag is natuurlijk: werkt dat wel? Als de kakkerlakken door de hotelkamer rennen, je overduidelijk wordt afgezet bij een marktkraam of voortdurend wordt afgesneden op de périphérique? Je kunt het je bijna niet voorstellen.

Toch trekt mildheid misschien wel aan het langste eind, op den duur. De taoïsten hadden er een mooie metafoor voor. Wat is sterker, je harde tanden of je zachte tandvlees? Het zachte vlees – want bij oude mensen vallen de tanden uit, en blijft het vlees over.

Het gaat hier om het principe dat de weg van de minste weerstand de tao is, de weg van de hemel. Accepteer het leven zoals het komt, geef mee. Het is wat het is, inclusief pijn en ongemak, pech en ellende.

Tathata is een boeddhistische term voor ‘zo-heid’, de kwaliteit van het hier en nu die je alleen maar kúnt accepteren, want het is niet anders. Dat betekent niet dat je nooit een situatie kunt verbeteren; het betekent alleen dat je realistisch bent over het heden, en niet woedend tekeergaat en je energie verspilt aan dingen die op dit moment niet zijn te veranderen.

Met volgehouden acceptatie, leert het zenboeddhisme, komt er langzaam maar zeker een innerlijke vreugde in je op die niet gebaseerd is op iets in de buitenwereld en daarom ook niet vergankelijk is.

Het wil overigens niet zeggen dat je als een dweil op de grond moet gaan liggen om iedereen over je heen te laten lopen. Als er een huisje verder elke avond tot diep in de nacht herrie wordt gemaakt, kun je daar prima vriendelijk iets van zeggen.