‘Het is bijzonder dat je tegelijk op de wereld komt met iemand met wie je samen in de baarmoeder zat en met wie je daarna alle levensfases tegelijk doormaakt.’
Vind een betrouwbare coach via Coachfinder
Coaching is een belangrijke stap in zelfontwikkeling. Maar de juiste coach vinden blijkt nog niet zo eenvoudig. Coachfinder helpt je in je zoektocht naar een coach die bij je past.
Vind je ideale coachBijna 6 op de 1000 bevallingen betreft een eeneiige tweeling, berekende het CBS. Volgens Vons kleeft er vaak een romantisch beeld aan: ach, schattig, identieke kindjes. ‘Máár’, voegt ze eraan toe, ‘een tweeling krijgt er wel een extra ontwikkelingstaak bij. Elk kind moet zich losmaken van de ouders, maar tweelingen moeten zich ook losmaken van elkáár, en een eigen identiteit ontdekken.’
Dat gaat niet altijd zonder slag of stoot. ‘Je bent een soort kluwen, staat altijd in relatie tot die ander. Je ziet bij tweelingen dat er vaak een rolverdeling is. De een is iets autonomer, de ander afhankelijker. Maar je bent een team, dus de minder autonome hoeft nooit voorop te lopen. En het kind dat voorop loopt, leert niet afhankelijk te zijn.’
Daar komt bij dat tweelingen altijd met elkaar vergeleken worden, vervolgt Vons. ‘Wie is het snelst, wie kan beter leren? De verschillen zijn vaak minimaal, maar worden uitvergroot. En dat beïnvloedt je zelfbeeld.’Dorret Boomsma, hoogleraar psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en oprichter van het Nederlandse Tweelingen Register, doet al jaren tweelingenonderzoek.
Bijna 100 procent identiek
‘Ieder mens wordt met 23 paren genen geboren,’ legt ze uit, ‘en bij eeneiige tweelingen weten we dat de meeste van die paren identiek zijn. Eeneiige tweelingen zijn altijd van hetzelfde geslacht, bijna 100 procent gelijk in hun genetisch materiaal en lijken dus bijna altijd op elkaar qua persoonlijkheid, intelligentie en uiterlijk. Dat zie je bij niemand anders.’ Ter vergelijking: twee-eiige tweelingen zijn ‘nog maar’ 50 procent identiek aan elkaar.
Maar dat iets erfelijk is, betekent niet dat het onveranderlijk is. Zo is ons DNA rond ons zestigste niet meer hetzelfde als bij de geboorte. Zogenoemde ‘somatische mutaties’ ontstaan door omgevingsfactoren, zoals relaties, leefstijl, trauma’s.
Dat maakt dat tweelingen gaandeweg iets meer kunnen gaan verschillen. En het verklaart waarom Engelse onderzoekers tweelingparen ontdekten van wie een van de twee depressief werd.
Maar er zijn ook voorbeelden van tweelingen die als kind gescheiden werden en op latere leeftijd extreem veel gelijkenissen vertoonden. Zoals Jim Springer en Jim Lewis, de eeneiige tweeling uit Minnesota, die elkaar in 1979 voor het eerst ontmoette.
Ze waren toen al 39 jaar. Ze hadden dezelfde hobby’s, beten allebei nagel, reden in blauwe Chevrolets en hadden hun zonen dezelfde naam gegeven. Ze trouwden allebei eerst met een Linda, daarna met een Betty.
Genen beïnvloeden onze levens sterk, concludeerde de Amerikaanse psycholoog Thomas Bouchard, die gescheiden tweelingen onderzocht. Met een tweelingzus die óók klinisch psycholoog is, is Caroline Vons daarvan het levende voorbeeld.
‘Toch zie je eeneiige tweelingen worstelen bij het maken van levenskeuzes. Wie ben ik? Hoe maak ik contact met anderen? Soms komen ze er prima uit zonder begeleiding, soms is psychotherapie nodig. Erover praten, apart maar ook samen, en met andere tweelingen, helpt dan.’