Hij zakt terug in de kussens, draait zijn bleke gezicht naar het raam en vraagt met gepast gevoel voor drama: ‘Mama, denk je wel dat het overgaat?’
Kalmeer je lichaam, kalmeer je geest
- Leer je omgaan met overprikkeling en overspoeling
- Ontwikkel je meer lichaamsbewustzijn
- Creëer je meer balans met behulp van de polyvagaaltheorie
69,-
Hoe beroerder je je voelt, hoe twijfelachtiger het lijkt dat je er ooit bovenop zult komen. Dat geldt voor een kind met griep, maar het gaat ook op voor liefdesverdriet, angst of neerslachtigheid. Rationeel weet je dat elk leven donkere en kleurige episodes heeft, dus dat ook dit weer voorbij zal gaan – maar zo voelt het niet. Het voelt ellendig. En onze natuurlijke neiging bij ellende is: een oplossing zoeken.
In dit nummer onderzoekt Peggy van der Lee de toegenomen roep om een passend etiketje en bijpassende zorg voor elk psychisch probleem. Het ligt niet alleen aan alle nieuwe behandelmogelijkheden, constateert ze; het is ook ons geloof in de maakbaarheid van het leven. We leven in een tijd van quick fixes: vandaag besteld, morgen in huis. Onze tolerantie voor lijden is net zo snel afgenomen als de welvaart toenam, de afgelopen decennia.
De Belgische psychoanalyticus Paul Verhaeghe schreef daar een mooi boek over, dat veel aandacht kreeg in de media. Identiteit is een aanklacht tegen een samenleving die succes en genot als hoogste waarden heeft. Verhaeghe maakt zich ernstige zorgen over de tendens om psychisch lijden te reduceren tot een stoornis met een labeltje, een standaardtherapie en een bijpassende dosis pillen, zodat de cliënt weer vlot kan meedraaien in de productie- en consumptiekermis. Wie is er nou ziek, vraagt hij zich af.
Het wordt tijd dat we leren om geduldiger te zijn – met mensen die het tempo van onze samenleving niet kunnen bijbenen, maar ook met onszelf. Beseffen dat we niet alles naar onze hand kunnen zetten, hoe graag we dat ook zouden willen. Tijd is vaak het beste medicijn.
‘Denk je dat het overgaat?’ klinkt het nogmaals, een dun stemmetje vanaf de bank.
‘Ik denk het wel,’ zeg ik.