Humor is eigenlijk gekietel voor de geest. We moeten vooral lachen om het onverwachte: een verrassende draai in het gesprek, een spitsvondige opmerking, of een bizarre plot. Daarom is het niet grappig om jezelf een mop te vertellen.
Gestreste hersenen slagen er zelden in een geestige opmerking te bedenken. Daar moet je een beetje ontspannen voor zijn. Humor betekent dus dat de kust veilig is. Daarom vinden de hersenen humor van anderen waarschijnlijk ook zo aantrekkelijk: het is het signaal dat de kust veilig is en dat eventuele stress kan worden afgevoerd. En daarom gaan we dus lachen; om de spieren te ontspannen en de stresshormonen kwijt te raken. En als we eenmaal lachen, blijven we vaak aan de gang. Maar de eerste lach is toch vaak de leukste.
In verschillende kleine studies maakten onderzoekers van de Loma Linda-universiteit in Zuid-Californië proefpersonen aan het lachen. Dat deden ze door hen te laten kijken naar grappige tv-programma’s, of door hun te leren om zichzelf aan het lachen te brengen.
Uit bloedtests bleek vervolgens dat de hoeveelheid stresshormonen cortisol en adrenaline bij de proefpersonen flink daalde, en dat de productie van groeihormonen steeg. Bovendien ging hun immuunsysteem beter werken. Minder stresshormonen betekent ook minder activiteit van het angstcentrum, de amygdala. De hersenen zetten dus de knop om: van waakzaamheid naar herstel.