Moet ik mijn baby voeden als hij honger heeft of volgens een strak schema? Kan ik hem, als hij moe is, beter laten huilen of juist troosten?
Test opvoedstijlen: wat kenmerkt jouw manier van opvoeden?
Helpt streng opvoeden bij een dochter die zich misdraagt of moet ik proberen met haar te praten? En moet ik accepteren dat mijn zoon naar het vmbo gaat of slepen we er met wat bijlessen toch een havo-advies uit?
Als ouders worstelen we veelvuldig met vragen over de opvoeding van onze kinderen. Om het zo goed mogelijk te doen volgen we en masse cursussen, gaan naar lezingen en lezen zelfhulpboeken.
Opvoeden is een vorm van werken geworden, waarbij ouders een duidelijk doel voor ogen hebben: hun kind moet intelligent, sociaal, sportief en liefst ook muzikaal zijn, en bovenal goed presteren op school. Want dat staat in de huidige maatschappij garant voor succes en geluk.
In ons streven naar een goede opvoeding zijn we totaal doorgeschoten, schrijft hoogleraar psychologie en filosofie Alison Gopnik in haar boek De opvoedparadox, dat eerder in 2018 verscheen. Maar ze heeft goed nieuws: dat geploeter is niet nodig.
Natuurlijk, een autoritaire opvoedstijl heeft invloed op hoe een kind zich ontwikkelt, net als een laisser faire–aanpak waarbij nauwelijks grenzen worden gesteld. ‘Maar,’ stelt Gopnik, ‘het zijn vaak kleine verschillen waarmee we worstelen – mag een kind al dan niet bij je in bed slapen, dwing je het extra huiswerk te maken of mag het juist chillen – en er is heel weinig bewijs dat ze een betrouwbare en voorspelbare langetermijninvloed hebben op wie deze kinderen worden.’
Opvoeden zonder schuldgevoel
Tijdens onze verwoede pogingen om het perfect te doen zijn we volgens haar bovendien kwijtgeraakt waar het werkelijk om gaat: een kind laten floreren zodat het kan worden wie het in potentie is.
Opvoedmethodes zadelen ouders vooral op met schuldgevoel, bezorgdheid en frustratie; en kinderen met een benauwend gevoel dat ze aan allerlei verwachtingen moeten voldoen.
Volgens Gopnik zijn ouders verworden tot timmermannen die met een bouwtekening in de hand een kastje zó proberen te maken dat het precies voldoet aan het model dat ze voor ogen hebben.
Terwijl de talenten en mogelijkheden van zo’n kind soms op een heel ander vlak liggen. Een kind met bijvoorbeeld geweldige sociale vaardigheden of met een sterk zakelijk instinct wordt afgerekend op het feit dat het zich moeilijk op één ding kan concentreren.
Steeds vaker wordt zelfs met medicatie bewerkstelligd dat zijn concentratie alsnog verbetert. ‘Daarmee onderdrukken we de aard van zo’n kind, en geven het een gevoel niet goed te zijn zoals het is. Dat kan schadelijk zijn voor zijn zelfbeeld.
Focus lijkt het hoogste doel, terwijl er zoveel meer kwaliteiten zijn. Elk mens is verschillend, en heeft zijn eigen kracht, maar die moeten we wel willen zien,’ licht Gopnik telefonisch toe.
De uitkomst van opvoeden is altijd onduidelijk
In plaats van timmermannen zouden ouders volgens haar tuinmannen moeten zijn, die een ideale omgeving scheppen, met een voedzame bodem en voldoende warmte, ruimte, water en licht, zodat planten en bloemen de grootste kans hebben om te groeien en bloeien – ‘waarbij van tevoren nog niet precies duidelijk is wat eruit zal komen’.
Gopnik roept niet zomaar iets. Ze heeft verstand van opvoeden doordat ze zich in haar lange loopbaan als ontwikkelingspsycholoog en filosoof wijdde aan het onderzoeken van leerprocessen en de ontwikkeling van kinderen.
Haar conclusie: kinderen leren en ontwikkelen zich optimaal als ze binnen veilige grenzen de ruimte krijgen om te kijken, te luisteren, te imiteren en te spelen. Dat geldt al voor baby’s en gaat door tot ver in de puberteit.
Opvoeden is: optimale omstandigheden creëren
Tuinieren dus: het is een mooie metafoor, waarbij je direct voor je ziet hoe je kind in een wilde bloementuin zijn eigen, unieke groeicurve en richting bepaalt. Dat betekent niet dat een ouder helemaal niets hoeft te doen, blijkt uit Gopniks uitleg. ‘Als je alles op zijn beloop zou laten overwoekert de tuin.’
Maar hoe moet dat dan, goed tuinieren? Hoe creëer je als ouder die optimale omstandigheden waarin een kind het beste tot zijn recht komt? ‘Typische timmermansvragen!’ verzucht Gopnik.
‘Ouders willen een handleiding, een gids met tips hoe het moet. Maar er is geen blauwdruk. Elk kind, en ook elke ouder, is uniek en verschillend. Net als de wisselwerking tussen die twee. Wat bij de een past, is niet per definitie goed voor de ander.’
Training Positief opvoeden voor puberouders
- Positief contact maken met je kind
- Omgaan met je eigen emoties én die van je kind
- Afspraken maken en grenzen stellen
79,-
Maar er is wel iets over te zeggen, aldus Gopnik.
Uit het boek De opvoedparadox komen drie inzichten naar voren die je als ouder voor ogen kunt houden.
Inzicht 1: Investeer in een liefdevolle band
Het klinkt als een open deur, maar een liefdevolle band onderhouden met je kind is echt het allerbelangrijkste.
Een veilige omgeving waarin kinderen weten dat er onvoorwaardelijk van hen wordt gehouden geeft hun de ruimte om te leren en zich vrij te ontwikkelen. Het is belangrijk dat ouders daarbij steeds kijken naar de behoefte van hun kind en naar hoe het reageert op wat zij aangeven.
Een rijke omgeving bieden, met mogelijkheden als sport, muziek of toneel, is geweldig voor een kind. Maar vooral als dat geen einddoel is; het gaat om het ‘doen’. En een kind dwingen door te gaan terwijl het zelf niet wil, vergroot vooral de kans dat het de liefde voor zo’n activiteit verliest.
‘Ouders mogen best streng zijn,’ zegt Gopnik, ‘en bijvoorbeeld verlangen dat een kind een bepaald aantal pianolessen volgt zodat ze zeker weten dat het het een serieuze kans heeft gegeven.
Of verlangen dat het een begonnen sportjaar afmaakt. Maar van belang is vooral dat ze samen met hun kind op zoek gaan naar wat het liever zou doen of er wat beter bij hem of haar past.’
Wie in Gopniks boek leest hoe kinderen leren, slaakt waarschijnlijk een zucht van verlichting. Het meeste blijkt gewoon vanzelf te gaan. ‘Slechts een heel klein deel van wat kinderen leren is het gevolg van wat ouders (en leraren) ze bewust proberen bij te brengen, stelt Gopnik.
‘Je kind betrekken bij hoe je zelf leeft, heeft veel meer invloed.’ Dat betekent bijvoorbeeld dat een kind al op jonge leeftijd mee in de pan mag roeren, of mag helpen de was uit de machine te halen. En vooral ook dat je als ouder voorleeft wat je belangrijk vindt.
Een kind zal eerder respectvol met anderen omgaan als het dat jou ziet doen, dan als het alleen de opdracht krijgt dat te doen. En wil je geen telefoongebruik tijdens het eten? Leg je eigen telefoon dan ook weg.
Alison Gopnik baseert zich op veelvuldig evolutionair en psychologisch onderzoek. Zelf ontdekte ze hoe 2-jarigen al slim en efficiënt imiteren. De peuters zagen hoe de onderzoeker een speelgoedautootje tegen een tweetal kubussen liet opbotsen.
Botste het tegen de linkerkubus dan lichtte deze op, botste het tegen de rechterkubus dan gebeurde er niets. De kinderen deden de onderzoeker na, maar lieten het autootje alleen tegen de oplichtende kubus opbotsen. Ze imiteerden dus niet alles klakkeloos, maar alleen dat wat tot een geslaagd resultaat zou leiden.
Een belangrijke ontdekking, zegt Gopnik. ‘Beter dan uit te leggen hoe iets werkt, kun je het laten zíén. Kinderen interpreteren wat anderen doen en proberen te begrijpen waarom zij het doen. Ze combineren die informatie vervolgens met wat ze al weten.’
Kinderen leren daarnaast ook veel van verhalen, fictie, religie, mythen en magie, vertelt Gopnik. Uit onderzoek blijkt dat leerprestaties van kinderen op school het beste voorspeld kunnen worden door de hoeveelheid boeken die ze thuis in handen krijgen. En ook door hoe vaak er met ze wordt gesproken.
‘Beter dan lesjes leren kun je veel praten met je kind. En het leereffect is nog groter wanneer je met een open en liefdevolle houding luistert naar wat hij of zij te vertellen heeft en serieus ingaat op zijn of haar vragen.’
Inzicht 2: Verlos je kind van al die clubjes en laat het meer spelen
Helaas hebben kinderen, ook heel jonge, het steeds drukker gekregen met school, sport, muziek en bijlessen, waardoor er weinig tijd voor spelen overblijft. ‘Kinderen leren misschien wel het meest van spelen,’ zegt Gopnik.
‘Door spel wordt het brein plastischer, dat wil zeggen kneedbaarder, waardoor er gemakkelijker en meer neurale verbindingen worden aangelegd. Het effect daarvan is niet zozeer dat een kind later beter presteert met leren, maar vooral dat het anderen en de wereld om zich heen beter begrijpt.’
Ook doen alsof, iets waar volgens haar kinderen in alle culturen dol op zijn, blijkt veel op te leveren. ‘Kinderen leren er hypothetisch door te denken. Het vergroot hun vermogen om nieuwe mogelijkheden te verzinnen, en om erachter te komen wat er in anderen omgaat.’
Training Ontspannen opvoeden
- Ontdek hoe je als ouder positief en relaxed blijft
- Omgaan met de emoties van je kind
- Voor ouders met kinderen in de basisschoolleeftijd
79,-
Zeg al die clubjes – of in elk geval een paar – dus maar op, is Gopniks boodschap. Geef je kind voldoende vrijheid en ruimte voor eigen spel.
Als ouder meespelen kan daarnaast ook heel waardevol zijn. Maar ook hier kan je rol beter die van tuinman zijn dan die van timmerman. Gopnik illustreert het met een onderzoek waarbij kinderen leerden over verschillende geometrische vormen.
Eén groep mocht vrij spelen met de vormen. Bij een tweede groep deden de begeleiders mee als een soort detectives. Ze vertelden dat ze zouden helpen om de geheimen van de vormen te ontraadselen; ze vroegen de kinderen bijvoorbeeld welk geheim de vormen met elkaar deelden, ze borduurden voort op het antwoord dat de kinderen gaven en stelden vervolgvragen.
Bij een derde groep gedroegen de begeleiders zich als leerkrachten en vertelden precies wat de eigenschappen van elke vorm waren. Een week later bleken de kinderen uit de detective-groep het meest te hebben opgestoken: zij wisten het meest over de aard en de principes van de vormen.
‘Van spontaan spel leert een kind óók veel, maar dat is ongerichter en variabel,’ legt Gopnik uit. ‘Als je een kind gericht iets wilt leren, werkt het vooral om zelf een steunende en stimulerende “detective”-rol aan te nemen. Met dit zogenoemde geleide spel creëer je, net als de tuinman, optimale omstandigheden voor het nieuwe en onvoorspelbare.’
Inzicht 3: Zet je niet af tegen het nieuwe, maar praat erover
Wanneer je denkt als een tuinman zul je problemen anders benaderen, denkt Gopnik; daardoor help je een kind meer op weg.
‘Neem de nieuwe technologie. Ons eigen brein reageert gestrest op alle prikkels van het internet, want het is er niet aan gewend. Daardoor denken wij automatisch dat het niet goed is voor kinderen om steeds achter een scherm te zitten en leggen we ze strenge regels voor schermgebruik op. Maar hun brein groeit op met computers en internet, en reageert er anders op.’
Wie deze ontwikkeling bekijkt vanuit een meer evolutionaire visie realiseert zich volgens Gopnik dat elke generatie haar eigen technologische vooruitgang kent.
In de negentiende eeuw zag men de boekdrukkunst als bedreiging voor de ontwikkeling van een kind; nu zijn we juist blij als het zich verliest in een boek. ‘Het betekent niet dat je een kind ongelimiteerd zijn gang moet laten gaan, maar wel dat je niet vanuit angst moet dicteren wat wel en niet mag.’
Ouders zouden zich ervan bewust moeten zijn dat kinderen van hen kunnen leren – als vorige generatie – maar dat kinderen daar hun eigen draai aan geven, gebaseerd op wat ze al kunnen en weten. ‘Dat heeft altijd een nieuw en onvoorspelbaar resultaat, waardoor ze evolutionair de vorige generatie voorbijstreven.’
Ook op dit vlak kun je volgens Gopnik kinderen het beste helpen zich zo goed mogelijk te ontwikkelen als je de kwestie benadert vanuit de liefdevolle relatie. ‘Knoop een gesprek aan. Wat vindt je kind leuk online? Welke spelletjes speelt het graag? Wat doet het op sociale media? Wat beleeft het daaraan?
Leg vervolgens uit waarom jij het belangrijk vindt dat je kind daarnaast ook veel buiten is, of betrokken is bij het gezin en daarom moet meehelpen of meedoen met een spelletje. En maak afspraken over hoe je elkaar kunt tegemoetkomen. Regels worden beter nageleefd als ze begrepen worden, en als je ze samen opstelt.’
Ouder zijn betekent volgens Gopnik in dit geval een brug slaan tussen het verleden en de toekomst. ‘Vertrouw erop dat elke generatie altijd een manier vindt om op een gezonde manier om te gaan met die nieuwe ontwikkelingen. Zo is het altijd gegaan.’
Meer lezen? Alison Gopnik, De opvoedparadox. Over de ouder als tuinman of timmerman, Uitgeverij Nieuwezijds, € 22,95