Aan nieuwe cliënten stuur ik een intake vragenlijst met als belangrijkste vraag: wat is de reden van uw aanmelding? Soms is het antwoord kortweg ‘relatieproblemen’, of ‘werk en privé’. Vaak is het antwoord langer. Met name wanneer mensen met relatieproblemen me beiden willen uitleggen waarom zij, en niet hun partners, gelijk hebben.
Training Houd me vast (voor jou en je partner)
- Leer elkaar écht zien en begrijpen
- Ontdek hoe jullie pijnlijke momenten uit het verleden kunnen loslaten
- Officiële Emotionally Focused Therapy (EFT) training van Sue Johnson
- Met het boek Houd me vast van Sue Johnson
195,-
Maar Marnix spant de kroon, met een essay dat meerdere bladzijden beslaat. In zijn verhaal verwerkt hij zijn jeugd, het verloop van zijn vijfentwintigjarige relatie met Gijsje en de vele redenen waarom hijzelf onlangs een ‘scheve schaats heeft gereden’. Overigens staat die schaats helemaal los van de relatieproblemen, schrijft Marnix, want ze hebben een open relatie en Gijsje doet ook wel eens wat, geen probleem.
Gijsje is bescheidener in haar antwoord. Ze wil door met haar man, ook al doet die ineens zo afstandelijk. ‘Sinds die affaire richt hij zich helemaal op de kerk. Dat komt door die vrouw, die zit daarbij,’ zegt ze als ze tegenover me zitten op de witte bank. Marnix, net vijftig geworden, een grijze kuif en een ruitjeshemd, knikt deemoedig: ‘Het is over met die vrouw, maar ja, de kerk trekt me wel.’
Ze vrijen niet meer. Gijsje mag niet meer tegen Marnix aan zitten op de bank. Hij woont al een maand of drie doordeweeks in het vakantiehuisje van zijn broer. ‘Jullie hebben dus een latrelatie,’ zeg ik.
‘Ik wil liever weer gewoon samenwonen,’ zegt Gijsje, die vandaag een roze mantelpak heeft aangetrokken. ‘Maar hij wil zo graag die kerk ontdekken.’
‘En dat moet ik alleen doen,’ zegt hij snel.
‘O, dus jullie hebben géén relatie?’ zeg ik. Marnix kijkt betrapt. ‘Nou, dat weet ik niet,’ zegt hij met een schuin oog op Gijsje, ‘ik bedoel, ik hou wel van haar.’
Het is even stil. Dan zeg ik: ‘Oké, dus Marnix wil alleen verder. Maar Gijsje wil samenwonen. En jullie gaan vandaag beslissen wat het wordt.’
Op dat moment slaakt Gijsje een kreet. Met een hand voor haar mond zit ze plotseling rechtovereind op de bank. Ze kokhalst en rent de kamer uit. Verbaasd kijk ik naar Marnix, die blijft zitten waar hij zit. Met een gezicht vol wroeging gaat hij dan toch maar even kijken hoe het met haar is.
Als Gijsje weer rustig naast haar man zit, leg ik uit dat ik graag wil weten wat mijn opdracht wordt. Willen ze weten hoe ze weer kunnen gaan samenwonen, of hoe ze uit elkaar moeten gaan? Omdat ik wel weet hoe dit gaat aflopen en omdat ik medelijden heb met Gijsje vanwege dat kokhalzen, zeg ik dat samenwonen natuurlijk nog steeds een goede optie is.
Gijsje knikt tevreden. Maar Marnix loopt rood aan. Hij zwijgt, met een gezicht als een oorwurm. ‘En wat denk jij, Marnix?’ zeg ik dan maar.
‘Tja, ik denk…’ Hij kijkt op zijn horloge. ‘Het is tijd. Zullen we volgende week verder gaan?’