Al vroeg in zijn relatie sloop er groot ongemak in zijn lichaam. Hij voelde zich niet goed met een vrouw als partner, maar wilde dat heel lang niet inzien.

Janiek (50) is nu vrouw: ‘Ik wilde zo graag gewóón zijn’

Janiek (50) is nu vrouw: ‘Ik wilde zo graag gewóón zijn’

De jongste is haar nog lang ‘papa’ blijven noemen. Toch gaat Janiek (50) sinds anderhalf jaar al...

Lees verder

Hij was ‘gewoon’ een heteroseksuele jongen met een vriendin. Toch heeft hij van jongs af aan al het idee dat er ‘iets’ niet klopt.

Maar wat? Klasgenoten voelden aan dat hij ‘anders’ was en plaagden hem, hij ging er te serieus op in, was voer voor grappenmakers. Maar echt ongelukkig was hij niet: hij had altijd vrienden. En op feestjes verborg hij zijn onzekerheid achter alcohol.

Nu verhuist Pieter naar Barcelona, vastbesloten om daar te ontdekken wat er met hem aan de hand is:

13 januari 2016
In een bar ontmoet ik een vrouw. Als ik met haar ben, voel ik me niet slecht meer. Het brengt me in de war. Val ik dan toch op vrouwen? Zij is aangetrokken tot de man die ze in mij ziet, maar ikzelf ervaar iets anders. Seksuele aantrekkingskracht is het niet; seks met haar is raar, ik word er onrustig van. Maar het is fijn om dicht bij haar te zijn en haar te knuffelen.

februari 2016
Er komen scheurtjes in onze verhouding. Ik kan haar niet geven wat ze wil, maar wil haar niet loslaten. Alles aan haar fysieke verschijning vind ik mooi. Ze heeft geweldig mooie borsten, een prachtig gezicht en een fijne zachte huid. Plots dringt tot me door dat ik niet mét haar wil zijn, maar háár wil zijn. Natuurlijk kan ik haar niet worden, maar ik kan wel zelf een vrouw worden. Het zijn confronterende gevoelens, maar tegelijk bevrijdend.

Nu heb ik ook een vrouwennaam nodig. Debby bekt lekker ten opzichte van Pieter. 

mei 2016
Ik vertel mijn ouders, vrienden en Spaanse werkgever dat ik vrouw wil worden. Ze zijn verbaasd, maar al mijn angsten over hun mogelijke reacties komen niet uit. Diep in mijn hart was ik bang dat ik niemand zou overhouden op deze wereld en dat ik moederziel alleen in een hoekje zou wegkwijnen. Maar mijn baas vertelt me dat ik kan zijn wie ik wil zijn. Mijn beide ouders en zusje zeggen hetzelfde. Vrienden ook – eigenlijk iedereen.

Op haar werk, een callcenter, draagt Debby al neutralere, maar wel vrouwelijke kleding; verder is ze nog een man. Toch wil ze dolgraag als vrouw worden aangesproken. Haar baas reageert positief op haar verzoek en vraagt haar hem te corrigeren als hij zich vergist. Beetje bij beetje voert ze nu onder haar collega’s de verandering Pieter-Debby door:

10 augustus 2016
Aan een nieuwe collega schuin tegenover me leg ik uit hoe de vork in de steel zit. Eerder die dag heeft hij opgevangen hoe ik weer eens een woedende klant keurig te woord heb gestaan. Na afloop zei hij: ‘Kerel, jij doet een zwaar project, zeg.’

Vrij casual knoop ik nu een gesprekje met hem aan. ‘Hoi, hoe heet jij?’ Juan. ‘Ik ben Pieter, maar ik heb ook een vrouwennaam: Debby. Heb je weleens gehoord van transseksuelen? Nou, hier zit er eentje.’

De jongen kijkt niet-begrijpend om zich heen. Debby ziet er immers nog uit als Pieter. ‘Hij zit hier, tegenover je,’ zeg ik hem. ‘Ah, oké, nou dan noem ik je Debby.’  Zelf worstel ik met hoe mezelf te plaatsen. Ben ik ‘hij’, ben ik ‘zij’, iets ertussenin?

Debby heeft een afspraak met Fanny, de visagist van een besloten groep voor transmensen en ‘cross-dressers’ in Barcelona. Voor het eerst zal ze helemaal als vrouw worden opgemaakt:

Jongens die meisje willen worden en meisjes in een jongenslijf

Jongens die meisje willen worden en meisjes in een jongenslijf

Hoe vertel je in de klas dat je in het verkeerde lichaam zit? Dat je opvliegers krijgt van de hormoo...

Lees verder

3 november 2016
Al twee dagen giert de adrenaline door mijn lijf. De doemscenario’s in mijn gedachten wisselen zich af met een ongekend verlangen om vrouw te zijn.

Ik zit op een barkruk in de besloten, huiskamer-achtige ruimte waar de groep transmensen bijeenkomt. Iemand spreekt me aan: je bent bang, hè? Ik knik. Ja, steken in mijn buik.

In de make-upruimte bij Fanny verdwijnt de angst. Haar collectie is spectaculair; tientallen bakjes met kleurtjes en kwasten. Ze brengt twee lagen foundation aan en vervolgt met een poeder, oogschaduw en eyeliner. Fanny stylet mijn haar, ik kijk in de spiegel – en dan gebeurt er iets bijzonders. Ik zie een vrouw. Ineens ervaar ik liefde voor mezelf.

Tijd om Debby aan de anderen voor te stellen. Met knikkende knieën loop ik naar de grote huiskamer. Mijn euforie mixt zich weer met angst. Maar de wil om te vluchten, terug naar de veilige ruimte waar Fanny is, verliest het van de wil om door te lopen.
‘Komt ze!’ hoor ik roepen en een applaus volgt. Eerst verstop ik me nog een beetje, maar het angstige gevoel verdwijnt snel en ik meng me onder de mensen. De aanwezigen willen met me op de foto. Als man heb ik een hekel aan foto’s, maar nu wil ik met iedereen poseren.

Haar hele leven al kijkt Debby gefascineerd naar vrouwen op hakken. Die elegante heupbewegingen, die zelfverzekerde tred: dat wil ze ook. In haar eentje damesschoenen kopen is eng, dus ze vraagt een vriend mee:

12 november 2016
Op de afgesproken plaats en tijd komt Fabian niet opdagen. Ik bel hem. De derde keer krijg ik gehoor en een slap excuusje. Ik kan het tegenover mezelf niet maken om de metro terug naar huis te nemen. En ik ben vlak bij twee van de weinige schoenenwinkels in Barcelona die damesmaat 43 en groter hebben.

Ik begin bij de vestiging in een rustig straatje. Naar binnen gaan kost geen moeite, er zijn geen andere klanten. Maar wat een teleurstelling: in mijn maat zijn er geen betaalbare exemplaren. Ik krijg het warm van de gedachte dat ik naar de drukke winkel moet tegenover de metrohalte.

Eenmaal daar kijk ik eerst in de etalage. Hier hebben ze wat goedkopere schoenen, maar: er zijn ook meer mensen. Terwijl mijn ogen prijzen en hakken afspeuren, kijk ik de winkel in. Daar zit een echtpaar, de vrouw past laarzen. Geen haar op mijn hoofd die nu naar binnen wil. Rustig wacht ik af en draal wat rond totdat het stel vertrekt. Helaas, een volgende klant gaat naar binnen, en nog een.

Al mijn moed raap ik bij elkaar. Zo graag wil ik hakken dat het me nu niets meer uitmaakt. ‘Ik heb een speciaal verzoek,’ begin ik. ‘Heeft u een paar damesschoenen in mijn maat?’ De verkoopster helpt me en ik hoor geen gegniffel van de andere aanwezigen.
Ik pas een paar goudkleurige exemplaren. Het ‘klak, klak’-geluid van de hakken geeft me een heerlijk gevoel. Ze knellen wel een beetje bij mijn kleine tenen. ‘Wie mooi wil zijn, moet pijn lijden,’ lacht de verkoopster me toe. Tevreden reken ik af.

Het dubbelleven maakt Debby doodongelukkig. Alleen binnenshuis kan ze zichzelf zijn, de rest van de tijd draagt ze mannenkleren. Stemmetjes in haar hoofd waarschuwen dat iedereen haar zal uitlachen. Maar Debby wil verder in haar ontwikkeling, ze móét in vrouwenkleding naar buiten:

10 december 2016
Ik kleed me aan: skinny jeans, vrouwenshirtje, vestje en korte vrouwenjas. Ik doe de voordeur van mijn studio open en voel hoe bang ik ben. In het trappenhuis draai ik een paar keer om en ga mijn studio weer in. Maar er is geen weg terug, ik moet de straat op.
Daar voel ik me naakt, in de spotlights. Wow, wat overweldigend om voor het eerst in mijn dameskleding op klaarlichte dag buiten te zijn. Ik begin te lopen en pak mijn telefoon. Als een dolle ga ik mensen berichtjes sturen, tegen de stijgende paniek.

Ik ben als de dood dat voorbijgangers zullen schelden, me uitlachen, dat mijn leven zal instorten door wat ik nu doe. Maar wat blijkt: er gebeurt helemaal niets. Mensen besteden geen aandacht aan me. De wereld draait gewoon door. Mijn paniekgevoel ebt weg. Wéér een overwinning.

Inmiddels draagt Debby buitenshuis gewoon vrouwenkleding. Onopvallend, maar toch:

Kerstmis 2016
Natuurlijk weten mijn ouders waarmee ik bezig ben. Maar dat ik nu Debby heet, is nieuw voor ze. Op Schiphol overheerst de blijdschap van het weerzien, maar thuis aan de koffie gaat het mis. Uit gewoonte blijft mijn moeder me Pieter noemen, al doet ze duidelijk haar best om te switchen naar Debby. Mijn vader houdt echter star vast aan Pieter.

Eerst doe ik het af met een grap. Later corrigeer ik hem: ‘Het voelt niet goed als je me Piet noemt.’ Het heeft geen effect. Op een gegeven moment kan ik het niet meer aanhoren en zeg ik: ‘Ik vind het erg vervelend dat je me maar Pieter blijft noemen. En dat er geen enkele intentie tot verandering bij je is.’ Ik krijg terug dat ik hier ‘te gast ben in dit huis’ en dat ik me aan de regels heb te houden. De ruzie laait hoog op, met geschreeuw over en weer. Even ben ik zelfs bang dat mijn vader de schoenen die hij net wilde gaan schoonmaken, naar mijn hoofd zal smijten.

Mijn moeder is een grote hulp. Dankzij haar komen mijn vader en ik deze twee dagen dichter bij elkaar. Ik vind het niet zo vervelend meer dat hij me soms nog bij mijn mannennaam noemt, en dat hij het heeft over ‘hij’ en ‘hem’ als het over mij gaat. Dat is geen onwil; het is nu eenmaal ook voor mijn vader een grote verandering. Ik stel mijn beide ouders voor om me ‘kind’ te noemen. We kunnen er alle drie hartelijk om lachen. Ik geef mijn vader een knuffel en moet spontaan huilen. Hij ziet me als zijn zoon en dat is niet iets dat zomaar verandert, maar hij zegt dat ik mag zijn wie ik ben en dat is al heel belangrijk voor me.

30 januari 2017
De huisarts van het gezondheidscentrum waar ik in behandeling ben, heeft me om mee te beginnen een lage dosis vrouwelijke hormonen voorgeschreven. Ik zit op mijn werk, de doosjes met hormoonpillen binnen handbereik. Ik twijfel niet en neem ze in. Maar als de pillen in mijn lijf zijn, word ik meteen ontzettend bezorgd over het idee dat er iets staat te gebeuren. Doorwerken lukt niet meer, ik neem pauze en bel een vriendin: ik móét haar spreken over deze ervaring. De dosis hormonen mag dan misschien laag zijn, ik voel een algehele malaise door mijn lichaam trekken. Ik ben moe en heb het idee dat ik minder spierkracht heb. De gedachte aan de uitwerking van de hormonen neemt me totaal in beslag.

Debby ziet er nog steeds vrij mannelijk uit. Na een aantal doses vrouwelijke hormonen begint ze verandering te merken:

17 maart 2017
Ik neem de tijd voor mijn ochtendrituelen en ga op mijn gemak naar mijn werk. Voorheen ging dat op een holletje, was ik altijd bijna te laat. Maar als ik niet rustig aan doe, word ik ontzettend moe. Verder heb ik nauwelijks nog iets van seksuele drift. En ik merk dat de hormonen mijn gevoelens extremer maken. Voel ik me slecht, dan ben ik flink beroerd. Maar als ik lekker in mijn vel zit, zoals vandaag, dan gaat het ook echt goed.

Inmiddels gaat Debby dagelijks met wat make-up, een onopvallend recht rokje, een legging en gympies de deur uit. Ze is overgestapt op de hoogste dosis hormonen. Ze weet nog niet of ze een geslachtsveranderende operatie wil:

10 april 2017
Ik merk dat sommige mensen alleen tegen me praten als het moet; bepaalde collega’s kijken me niet aan als we elkaar in de gang tegenkomen. Maar waar ik erg bang voor was, uitgescholden of uitgelachen worden, vooral door onbekenden op straat – ik heb het nog niet meegemaakt. Eigenlijk ben ik verbaasd over de tolerantie en het respect van mensen in het algemeen.

Wat helpt is dat ik de veranderingen die ik nu in mijn lijf zie, geweldig vind. Een beetje borstvorming, zachtere huid en iets rondere heupen en een wat vrouwelijker, zachter gezicht. Ik kies niet alleen voor deze lichamelijke transitie omdat ik door de buitenwereld als vrouw ‘gelezen’ wil worden. Ik doe het vooral voor mezelf.

Wat is genderdysforie?

Transgender personen voelen zich niet, of niet helemaal, thuis bij hun geboortegeslacht. De officiële benaming voor dit fenomeen is genderdysforie. Hoe dat zich uit, verschilt per persoon. De groep transgender personen is divers.

Er zijn mensen die af en toe kleding van het andere geslacht dragen (travestie), mensen die zich noch man noch vrouw voelen, en mensen die het gevoel hebben in het verkeerde lichaam te zijn geboren.

Uit onderzoek door het kenniscentrum Rutgers blijkt dat zo’n 4 procent van alle mannen en vrouwen zichzelf niet eenduidig man of vrouw voelt.

In Nederland zou 0,6 procent van de mannen en 0,2 procent van de vrouwen een hormoonbehandeling en/of geslachtsveranderingsoperatie willen ondergaan.

Wie in Nederland wil beginnen met een dergelijke behandeling ondergaat uitgebreid psychologisch onderzoek; diagnose met genderdysforie is een van de voorwaarden voor behandeling.

In de Spaanse autonome regio Catalonië, waar dagboekschrijfster Debby woont, is dat geen vereiste. Daar kunnen transgender personen terecht bij het publieke gezondheidscentrum Trànsit, waar ze worden begeleid door onder anderen een huisarts, gespecialiseerde psychologen en ervaringsdeskundige transvrouwen en -mannen.

Bronnen o.a.: L. Kuyper, Transgenders in Nederland, Tijdschrift voor Seksuologie (2012) / Kennis- en Zorgcentrum voor Genderdysforie, vu.mc.nl / www.inspanje.nl / www.facebook.com/serveiTransit/