7 tekenen dat je slimmer bent dan gemiddeld
1. Je bent een avondmens
Ga je vaak pas na middernacht naar bed en sta je met de grootste moeite vroeg op? Mogelijk kun je daar je intelligentie de schuld van geven. In 2009 bleek uit een Amerikaanse studie onder meer dan twintigduizend jongvolwassenen dat hoe hoger proefpersonen scoorden op een IQ-test, hoe later ze naar bed gingen. De allerslimsten gingen gemiddeld rond halfeen slapen en stonden tegen acht uur op. Degenen met de laagste IQ-scores lagen gemiddeld om 11.41 uur onder de wol en kropen er om 7.20 uur onderuit.
Vind een betrouwbare coach via Coachfinder
Coaching is een belangrijke stap in zelfontwikkeling. Maar de juiste coach vinden blijkt nog niet zo eenvoudig. Coachfinder helpt je in je zoektocht naar een coach die bij je past.
Vind je ideale coachVolgens hoofdonderzoeker Satoshi Kanazawa ontwikkelen intelligente mensen uit een soort experimenteerdrang vaker voorkeuren die afwijken van wat instinctief ‘normaal’ is, zoals op tijd naar bed gaan.
Kanazawa kreeg veel kritiek op zijn theorie, zeker nadat hij – zonder dat goed onderzocht te hebben – ook beweerde dat intelligentie mensen om diezelfde reden vaker experimenteren met drugs, bingedrinken en vegetariër zijn. Zolang de onderzoekers er nog niet over uit zijn waaróm slimme mensen vaker avondmensen zijn, kun je je IQ misschien beter niet als argument aanvoeren om ’s ochtends niet op tijd te komen.
2. Je bent goed van vertrouwen
Belgische onderzoekers van de KU Leuven legden een aantal jaar geleden bijna tweeduizend Nederlanders stellingen voor als ‘Je moet altijd op je hoede zijn in de omgang met mensen’. Ook vroegen ze in hoeverre ze instellingen als de overheid en politie vertrouwden. Zowel het vertrouwen in de medemens als in het systeem was hoger onder degenen met een hoger IQ.
Zijn slimme mensen té goed van vertrouwen? Niet per se. Vertrouwen is noodzakelijk om een maatschappij draaiende te houden, leggen de onderzoekers uit. Mensen moeten nou eenmaal met elkaar in zee gaan om iets gedaan te krijgen, bijvoorbeeld in het zakenleven of de regering. Slimme mensen zijn zich misschien meer bewust van dat belang van vertrouwen.
Dat ze daardoor af en toe teleurgesteld kunnen worden in het gedrag van een ander nemen ze voor lief. Uiteindelijk werpt vertrouwen op anderen zijn vruchten af, blijkt uit allerlei studies: in samenlevingen waar het vertrouwen gemiddeld hoog ligt, zijn overheidsorganisaties efficiënter, is een grotere economische groei en zijn mensen gelukkiger en gezonder.
3. Je staat open voor nieuwe ervaringen
Uit meerdere studies blijkt: intelligente mensen scoren vaak goed op de eigenschap openheid. Net als extravert zijn, servicegerichtheid, zorgvuldigheid en emotionele stabiliteit is openheid een van de vijf dimensies van onze persoonlijkheid, van de ‘Big Five’.
Deze eigenschap houdt in dat je openstaat voor nieuwe ervaringen en andere meningen. Je reist bijvoorbeeld graag, hebt heel diverse hobby’s of vraagt vrienden met een andere levensbeschouwing de oren van het hoofd.
Bij kinderen is al goed te voorspellen of ze later open volwassenen worden, ontdekten onderzoekers van University College Londen.
Van ruim 5600 Britten was in de jaren ’50 op hun 11de het IQ gemeten. Vorig jaar vulden ze een vragenlijst in over de karaktereigenschap openheid. Het IQ tijdens hun kindertijd bleek een sterke voorspeller voor hoog scoren op die persoonseigenschap, nog sterker dan andere zaken die ermee kunnen samenhangen, zoals sociale status van hun ouders, studiemotivatie en opleiding.
Dat een intelligent persoon meer openstaat voor andere meningen betekent overigens niet dat deze alles wat nieuw is met open armen ontvangen. Iedereen kan in de val trappen om vooral informatie te zoeken die aansluit bij de mening of kennis die hij al had, ongeacht zijn IQ, concludeerde de Canadese onderzoeker Keith Stanovich na jarenlang onderzoek naar rationeel beslissen.
4. Je bent niet zo zorgvuldig
Nog een dimensie van de persoonlijkheid die wordt gelinkt aan intelligentie, maar dan in negatieve zin: zorgvuldigheid. Slimme mensen zouden gemiddeld minder nauwkeurig en gedisciplineerd werken. Onderzoekers van University College Londen testten in 2004 192 mensen op deze karaktertrek en op verbaal, cijfermatig en abstract denken. Zij ontdekten met name een link tussen zorgvuldigheid en abstract denken, wat bijvoorbeeld getest wordt met een reeks pijltjes die verschillende kanten op wijzen en de vraag: welke kant wijst het volgende pijltje op?
Wie goed kan redeneren gaat het werk misschien gemakkelijk af, waardoor zorgvuldigheid minder noodzakelijk zou kunnen zijn, denken de onderzoekers. Voor de anderen is zorgvuldig werken juist een manier om te concurreren met pientere collega’s.
Toch geloven niet alle onderzoekers dat slimme mensen vaker onzorgvuldig zijn. Studies zoals die uit Londen zouden een te kleine onderzoeksgroep hebben bevraagd, waardoor de gevonden relatie toeval kan zijn. Toen een team van Schotse en Amerikaanse onderzoekers hetzelfde onderzocht in een aantal tweelingstudies vonden zij geen, of zelfs een lichte positieve link tussen intelligentie en zorgvuldigheid.
5. Je kunt wel lachen om zwarte humor
De dood staat in de gedaante van een skelet met zwarte jas en sikkel in de deuropening van een appartement. De bewoner doet open en zegt: ‘Sorry, wij gaan niet dood aan de deur.’
Hoe slimmer je bent, hoe groter de kans dat je bij het lezen van deze grap moest lachen. Tenminste, dat beweerden psychologen van de Universiteit van Wenen begin dit jaar. Zij ontdekten dat slimme mensen zwarte humor wel kunnen waarderen. 156 proefpersonen kregen strips te zien met harde grappen over de dood, ziekte en lichamelijke handicaps, waaronder die van de dood aan de deur.
De groep die de grappen het meest waardeerde, had ook de hoogste IQ-scores en was vaker hoogopgeleid. Dat betekent trouwens niet dat zij zwartgallig of pessimistisch zijn, zoals soms gedacht wordt over liefhebbers van zwarte humor. De onderzoekers vroegen de proefpersonen ook naar hun stemming. Degenen die in een negatieve bui waren, konden juist het minst lachen om de grappen. Voor zwarte humor moet je blijkbaar niet alleen slim, maar ook met het goede been uit bed gestapt zijn.
6. Je piekert nogal eens
Slimme mensen zijn vaker piekeraars. Een lastig of ongemakkelijk gesprek bijvoorbeeld kan zowel voor aanvang als achteraf door hun hoofd spoken. Dat geldt vooral voor mensen met hoge verbale intelligentie, getoetst met een woordentest, bleek in 2015 uit een studie onder 126 Canadese studenten. Wie verbaal sterk is, ‘beschrijft’ gebeurtenissen uit het verleden en de toekomst in zijn hoofd misschien gedetailleerder.
Dat kan best vermoeiend zijn, maar evolutionair gezien vergrootte deze vaardigheid waarschijnlijk de overlevingskansen van mensen. ‘Onze hypothese is dat intelligentie en getob samen evolueerden,’ licht hoofdonderzoeker Alex Penney per mail toe. Toen de mens een beter stel hersenen kreeg, denkt Penney, kon hij zich beter voorstellingen maken van mogelijke toekomstige gevaren, bijvoorbeeld vanuit vijandige stammen of dieren.
Daarmee kwamen ook de zorgen. En dat was maar goed ook. Penney: ‘Zorgen maken was de motivatie om je goed op het gevaar voor te bereiden.’ Inmiddels hoeven we niet meer te bedenken hoe we succesvol vluchten voor tijgers, maar de piekerneiging wordt nog steeds doorgegeven aan de slimsten onder ons. Wie weet is het in crisissituaties – thuis, op het werk of waar dan ook – nog steeds wel handig om zo’n scherpe piekeraar erbij te hebben.
7. Je bent waarschijnlijk niet gelovig
De Britse evolutiebioloog Richard Dawkins beweerde in zijn boek God als misvatting (2006) dat het niet van intelligentie getuigt om in God te geloven. Het boek kreeg veel reacties, zowel van juichende atheïsten als boze gelovigen. Los van de vraag of God bestaat is een negatieve link tussen intelligentie en religie meermaals aangetoond. In de jaren zestig bleek al uit een studie onder ruim vijftienhonderd Nederlanders dat agnosten – die geen standpunt innemen over het bestaan van God – gemiddeld vier IQ-punten meer hadden dan gelovigen.
Een team van Britse en Deense onderzoekers legde in 2009 het gemiddelde IQ en het percentage ongelovigen van 137 landen naast elkaar. Hoe hoger het nationale IQ, hoe hoger het percentage ongelovigen was. Dat kan komen doordat intelligente mensen het geloof sneller inruilen voor wetenschap, zoals de christelijk opgevoede Dawkins zelf deed.
Bronnen o.a.: S. Kanazawa en K. Perina, Why night owls are more intelligent, Personality and Individual Differences, 2009 / M. Hooghe e.a., The cognitive basis of trust. The relation between education, cognitive ability, and generalized and political trust, Intelligence, 2012 / A. Furnham en H. Cheng, Intelligence predicts adult trait openness, Journal of Individual Differences, 2016 / J. Moutafi e.a., Why is conscientiousness negatively correlated with intelligence?, Personality and Individual Differences, 2004 / U. Willinger e.a., Cognitive and emotional demands of black humour processing: the role of intelligence, aggressiveness and mood, Cognitive Processing, 2017 / A. Penney e.a., Intelligence and emotional disorders: is the worrying and ruminating mind a more intelligent mind?, Personality and Individual Differences, 2015
Intelligentie opkrikken
Intelligentietesten zijn er in allerlei soorten en maten. Ze meten cognitieve vaardigheden als taal, logisch redeneren, ruimtelijk inzicht of geheugen. Natuurlijk kun je beter zijn in het ene onderdeel dan in het andere. Toch gaan veel onderzoekers ervan uit dat als één cognitieve vaardigheid goed ontwikkeld is, de kans groot is dat dat ook voor andere onderdelen geldt.
Op dat idee van ‘algemene intelligentie’ zijn IQ-scores gebaseerd. Een score tussen 90 en 110 is gemiddeld, vanaf 130 is sprake van hoogbegaafdheid. Het IQ is echter niet in steen gegoten. Intelligentie is deels genetisch bepaald, maar ook kennis en vaardigheden die je opdoet spelen mee. IJverige leerlingen kunnen hun IQ door de jaren heen dus een aantal punten opkrikken. Ook door online IQ-tests in te vullen kun je je score verbeteren. Oefening baart kunst.