Al jaren heb ik last van ‘ailurofobie’: een intense angst voor katten. Daardoor heb ik, bewust en onbewust, manieren ontwikkeld om katten te vermijden.
De moed om bang te zijn
Ze schamen zich ervoor, of voelen zich ‘raar’. Geen wonder dat veel mensen hun angststoornis of ...
Lees verderZo steek ik de straat over of loop ik een blokje om wanneer ik een kat zie, ook al is dat twintig meter verderop. Ook loop ik niet dicht langs struiken of smalle steegjes bij achtertuinen. En ga ik liever niet bij mensen op bezoek als ik weet dat ze een kat hebben.
Het boeken van een weekendje weg of een vakantie is voor mij een soort speurtocht. Eerst spit ik alle foto’s van de accommodatie grondig door. Het zal je verbazen hoe vaak er bij die knusse, authentieke bed and breakfast een kat te spotten valt… En dan gaat de boeking niet door.
Maar de komst van een nieuwe buurtkat die dagelijks speels door de straat rent, dwingt me om mijn angst aan te pakken. Ik durf daardoor namelijk al een aantal maanden niet meer alleen de deur uit. Ik ga samen met mijn vriend naar buiten, of wacht tot ik iemand in de buurt zie lopen.
Want alleen dan durf ik naar buiten te snellen, mijn fiets te pakken en weg te racen. Dat doe ik overigens alleen wanneer het noodzakelijk is. Even een ommetje maken, iets lekkers halen in de supermarkt, spontaan met iemand afspreken: dat doe ik niet meer.
Geen leefbare situatie dus. Eerder heb ik een boek aangeschaft met informatie over katten(gedrag), met het idee dat die kennis me misschien helpt om minder bang te zijn. Ik lees in het boek onder andere hoe je kunt zien dat een kat boos is, heel interessant natuurlijk, maar die plaatjes wekken bij mij ook een onprettig angstgevoel op.
In het boek lees ik voor het eerst over ailurofobie. Terwijl ik daar online meer informatie over zoek, komt er een advertentie voorbij met de belofte: ‘behandeling van fobie, in één dag resultaat’. Nieuwsgierig klik ik verder en kom ik uit op de website van Kindt Clinics.
De engste ervaring
Na aanmelding via de website kan ik vrij snel terecht voor een intakegesprek, waarin een psycholoog me bevraagt over mijn kattenangst. De psycholoog wil weten hoeveel impact de angst heeft op mijn dagelijks leven, hoe ik reageer als ik een kat zie en ook die onvermijdelijke vraag over mijn engste ervaring met een kat.
Hoewel ik me die situatie meteen voor de geest kan halen, voel ik een lichte twijfel om over die ervaring te vertellen. Tijdens deze fobiebehandeling word je namelijk blootgesteld aan je grootste angst. En hoewel ik de moed heb verzameld om me aan te melden voor deze behandeling, vind ik de gedachte aan die blootstelling nog steeds doodeng.
Toch deel ik over mijn reis in Marokko. Die reis was sowieso al beangstigend voor me, aangezien er in de oude stadsdelen overal zwerfkatten rondliepen, vaak in groepjes. Maar het bangst was ik in de woestijn, waar ik een nacht heb doorgebracht.
Het eten werd na zonsondergang opgediend en toen er meerdere katten tegelijkertijd om me heen dartelden, raakte ik volledig in paniek. Vooral omdat het donker was en ik wist dat er overal katten konden zijn, maar niet waar of wanneer ze tevoorschijn zouden komen.
De psycholoog schrijft mee en vertelt me welke opties er zijn om de situatie na te bootsen voor het moment van blootstelling. Bijvoorbeeld door te zorgen dat er meerdere katten aanwezig zijn, dat de ruimte waarin ik me bevind donker is of dat ik op een stoel moet zitten met mijn ogen dicht. Ik krijg al rillingen bij het idee.
Ook geeft ze aan dat ze niet alle details van het confrontatiemoment zal delen, omdat de bedoeling van de behandeling is dat je volledig in je angst duikt, zonder alle trucjes die je normaal inzet om de angst te vermijden. Hoe meer informatie je krijgt over de confrontatie, hoe meer je je erop kunt voorbereiden. En dat is juist níét de bedoeling.
Memrec-methode
Het intakegesprek is onderdeel van een eendaagse fobiebehandeling volgens de Memrec-methode, waarbij Memrec staat voor memory reconsolidation. Cognitieve gedragstherapie waarbij je kort wordt blootgesteld aan je angst, en vervolgens een bètablokker krijgt.
Het moment van exposure aan datgene waar je bang voor bent, activeert een geheugenspoor. Het slikken van de bètablokker direct na deze activatie zorgt er als het ware voor dat dit geheugenspoor wordt gewist en voorkomt dus dat de hersenen de angstherinnering opslaan. Hierdoor zal de gebruikelijke angstreactie voortaan uitblijven.
Het klinkt voor mij veelbelovend en tegelijkertijd doodeng.
De dag van de confrontatie
Voorafgaand aan de confrontatie wordt in grote lijnen uitgelegd wat er gaat gebeuren en daarnaast wordt mijn bloeddruk gemeten, in verband met de inname van de bètablokker. Op dat moment voel ik me onrustig en nerveus.
Vervolgens is het tijd om de ruimte binnen te gaan waar de kat zich bevindt. Terugkijkend lijkt dit moment uren te duren, in werkelijkheid zal het niet meer dan 15 tot 20 minuten geweest zijn. De eerste minuut blijf ik nog redelijk rustig.
Op het moment dat de kat nieuwsgierig aan mijn schoenen snuffelt en me vervolgens langer dan een seconde aanstaart, slaat de angst toe. Ik sta te trillen op mijn benen, mijn hart gaat tekeer en ik krijg het steeds warmer.
Dan wordt me gevraagd om een aantal handelingen te doen. Onder andere om mijn ogen dicht te doen terwijl ik stil blijf staan. Ik begin te huilen en wil het liefst wegvluchten. Ik merk dat ik het heel lastig vind om me over te geven aan mijn angst.
Hoewel ik mijn ogen steeds maar even dichthoud, wordt de ervaring nog enger nu ik alleen op mijn gehoor af kan gaan. Gelukkig helpt de psycholoog me om door te zetten en geeft ze al snel aan dat de blootstelling voldoende is en ik de ruimte mag verlaten.
Training Van angst naar lef
- Leer hoe angst in je lichaam en brein werkt
- Maak een persoonlijk stappenplan voor het overwinnen van angsten
- Met technieken om paniekgevoelens weg te nemen
45,-
Direct na de confrontatie krijg ik de pil. De rest van de dag moet ik rustig aan doen en katten vermijden. In je slaap worden je ervaringen verwerkt, ik weet dus pas na die nacht of de behandeling geslaagd is.
Onwennig
De dag na de behandeling zoeken we dezelfde kat op, in dezelfde ruimte. Wederom ben ik nerveus, maar nu vooral omdat ik wil weten of de behandeling heeft gewerkt. En deze tweede confrontatie is heel onwerkelijk. Er is zeker iets veranderd.
Ik blijf rustig terwijl de kat om me heen loopt en voer dezelfde handelingen uit als de dag ervoor. Maar nu zonder de intense angstgevoelens en de behoefte om weg te vluchten.
Er volgen nog wat extra oefeningen, waarbij ik de kat aai en voor het eerst in mijn leven de nageltjes van een kat voel, terwijl de kat rondsnuffelt en op mijn schoot probeert te komen. Het voelt nog wel onwennig.
Vertrouwen opbouwen
Wat deze nieuwe situatie onwerkelijk maakt, is dat je nog wel weet dat je bang bent, maar de paniekreactie die je normaal hebt uitblijft. Je gelooft als het ware niet dat je angst weg is.
De psycholoog drukt me nog op het hart dat het belangrijk is om het vertrouwen op te bouwen door veel te oefenen en verschillende situaties op te zoeken. Zodat ik zelf steeds meer ‘succes-situaties’ ervaar. Daarnaast ben ik helemaal niet gewend aan kattengedrag, dus ook op dat vlak valt nog een hoop te leren.
De belangrijkste uitkomst van mijn behandeling is dat ik weer alleen de deur uit durf, ondanks de buurtkat, en in alle rust al enkele keren op bezoek ben geweest bij familie en vrienden, en zelfs vergeet dat er katten aanwezig zijn. Het begin is er.