‘Hiermee kan ik ons lot positief beïnvloeden’

Els (59, werkt in de communicatiebranche) is bijgelovig sinds ze moeder werd.

Dit is het voordeel van bijgeloof

Dit is het voordeel van bijgeloof

Jonge chimpansees zijn slimmer dan kinderen. Dit schokkende resultaat bleek een paar jaar terug uit ...

Lees verder

‘Vlak voordat mijn twee dochters of ik een vliegtuig instappen, appen we elkaar ILYITMILYITNILYA: I Love You In The Morning, I Love You In The Nait, I Love You Altaid. Het geeft de thuisblijver rust en de reiziger vliegt zonder zorgen.

Ook bij lange autoritten, richting wintersport bijvoorbeeld, doen wij aan “goedereizen”. We stapelen onze handen in vaste volgorde bovenop elkaar en roepen: “Goede reis.” Daarna starten we de auto met het veilige gevoel dat ons niets kan overkomen onderweg, dat we geen benen breken op de ski’s en dat het over all een geslaagde trip wordt.

Ik heb nooit een auto-ongeluk gehad en ben geen dierbaren verloren aan vliegtuigcrashes, maar mijn vader en mijn broer zijn wel vroeg gestorven en ik ben doodsbang voor verlies. Sinds ik moeder werd, heeft die angst een vlucht genomen.

Omdat ik de kinderen na mijn scheiding grotendeels alleen heb opgevoed, is onze drie-eenheid heel sterk. Ik ben altijd bang geweest ze kwijt te raken. In die periode ontstonden mijn reisrituelen, ik zie ze als een borging van ons geluk en geloof dat ik ons lot hiermee positief kan beïnvloeden. Het is weleens gebeurd dat ik te laat was met mijn ‘ILYITMILYITNILYA’.

Terwijl mijn dochters naar Londen vlogen duimde ik met klotsende oksels dat hun vliegtuig in de lucht zou blijven hangen. Na hun landing voelde ik me opgelucht en klunzig tegelijk: doen we dit nou altijd voor nop? Volgens mij bestaat er schaamte rondom dit thema, ik vind het zelf niet bepaald cool om anderen over mijn rituelen te vertellen.

Ik heb geen zwaar gevoel bij wat wij doen, maar mijn jongste dochter zei laatst: “Als ik je een keer geen berichtje stuur vergaat de wereld echt niet, hoor, mam.” Zij wil er niet al te veel gewicht aan geven en dat is oké.

Mijn controledrang mag mijn kinderen geen ongewenste taken opleggen. Ik vrees wel dat het training behoeft voordat ik nonchalant achterover kan leunen als zij het vliegtuig pakt zonder een berichtje te sturen.’

‘Er zijn momenten waarop al die handelingen me naar de keel vliegen’

Natasia (44, werkt bij de overheid) komt uit Suriname en probeert haar hardnekkige bijgeloof wat te relativeren.

‘Als ik na middernacht thuiskom, loop ik achterstevoren het huis binnen en spuug drie keer naar buiten. Zo houd ik dwalende zielen met slechte bedoelingen buiten. De cultuur van Suriname zit vol met mystiek en paranormale verschijnselen.

Op een tafel gaan zitten, na zes uur ’s avonds stofzuigen of mijn nagels knippen: het zijn dingen die je mij niet gauw ziet doen omdat ze ongeluk, armoede of hoofdpijn brengen. Mijn bijgelovigheid is eindeloos – zoals bij heel veel Surinaamse mensen – en de meeste handelingen gaan op de automatische piloot: ik ben ermee opgegroeid.

Er zijn momenten waarop het me naar de keel vliegt. Ik moet mezelf aldoor afvragen of ik dingen wel volgens ‘de regels’ heb gedaan. Deed ik het goed genoeg of gaat er nu iets ergs gebeuren?

Het begint mijn familie op te vallen dat ik er de laatste tijd wat luchtiger mee omga. Zo gaf ik een nicht een paar schoenen – die lagen bij mij in de kast te verstoffen. Riskant, vond mijn zus, want als die nicht mijn schoenen draagt, dan zal zij ook mijn leven overnemen. Mijn geluk en mijn pech worden automatisch ook van haar.

Omdat ik mezelf niet gek wil maken, probeer ik dat soort dingen te relativeren. Nederlanders zetten toch ook gewoon hun tas op de grond zonder vervolgens in de goot te belanden? Ik heb besloten niet elke keer achterstevoren naar binnen te lopen als ik laat thuiskom.

Maar mijn geloof is hardnekkig, want als ik diezelfde nacht een schim zie, denk ik: zie je wel, dat komt daardoor. Mijn vriend is niet bijgelovig, maar keurt het niet af. Ik ga weleens met hem mee naar zakelijke beurzen en dan blaas ik tegen zijn stand om succes af te dwingen.

Mindfulness training
Training

Mindfulness training

  • Leer omgaan met stress
  • Krijg meer aandacht voor het nu
  • Met Gids voor een Langzaam Leven cadeau
Bekijk de training
Nu maar
99,-

Ik heb hem bijgebracht dat hij de kracht van dankbaarheid niet moet onderschatten. Onze goede gezondheid en luxe vakanties mogen we niet voor lief nemen: daarmee tarten we het lot en dat zou zomaar het begin van het einde kunnen betekenen.’

‘Als ik de radio aanzet, kan er iets vervelends gebeuren’

Rob (61, eigenaar van een wijnproeverijbedrijf) vindt rust en balans in zijn bijgelovige rituelen.

‘Het is nu drie keer gebeurd dat mijn auto kapotging na een wasbeurt. Het gevoel dat ik met pech langs de weg kom te staan vind ik erger dan rondrijden in een vieze auto, en dus stel ik dat wassen zo lang mogelijk uit. Waarom zou ik dingen aan het toeval overlaten als geluk valt af te dwingen?

Bijgeloof is een wezenlijk onderdeel van mijn leven, het geeft me controle en rust. Onderweg naar klanten – ik geef wijnproeverijen bij mensen thuis – luister ik naar jarenzeventigmuziek. De radio mag niet aan, want dan kan er iets vervelends gebeuren.

Om ervoor te zorgen dat ik een goede proeverij ga geven, stel ik de kachel af op een even getal. Oneven voelt op geen enkele manier goed: ik hou van balans en dat ontbreekt bij een temperatuur van 17 of 19 graden.

Voordat ik bij klanten aanbel doe ik mijn trouwring af, wrijf er even over en schuif hem dan omgekeerd weer om mijn vinger. Ondertussen denk ik aan mijn vrouw en dat sterkt me.

Die handelingen voelen voor mij niet als dwang; ik zou ze prima kunnen laten, maar ik wil het graag omdat het mij vertrouwen geeft. De laatste keer dat ik onderweg naar een zakelijke afspraak toch naar de radio luisterde, ging het mis: ik belandde niet in mijn vaste werkflow en haalde twee wijnen door elkaar.

Ik relateer mijn ‘gekte’ aan het moment waarop ik ter wereld kwam: op 4 mei 1958 om 20.00 uur. Iedereen was twee minuten stil voor dodenherdenking. Waarom werd ik precies op dat moment geboren? Ik denk omdat het mijn levensdoel is evenwicht te brengen en de rust te behouden.

Het klinkt misschien alsof ik zweverig ben, maar mijn vrienden weten dat er niemand zo nuchter is als ik. Ik heb een rotsvast vertrouwen in het leven, juist door mijn bijgelovige instelling.

Sinds ik me kan herinneren draag ik graag blauw, de kleur die voor mij gelijk staat aan veiligheid. Ik weet zeker dat ik op een even dag doodga en dan wil ik begraven worden in een koningsblauwe kist.’

‘De negatieve energie werd door de plant uit de lucht gezogen’

Sophia (43, ondernemer) komt uit Brazilië en woont sinds twaalf jaar samen met een Nederlander.

‘Bij mijn geboorte kreeg ik van mijn ouders een rood armbandje om. Dat is heel gebruikelijk in de Amazone, waar ik vandaan kom. Ook nu nog draag ik een rood armbandje, dat onheil ver bij me vandaan moet houden.

Door mijn angst voor kwade intenties van de duivel of boze geesten leef ik met aandacht gewoonten na die ik vanuit mijn cultuur heb meegekregen. Maar als te veel mensen weten wat ik doe om misère te vermijden, ben ik bang dat de magie zijn kracht verliest. Daarom blijf ik liever anoniem.

Om geluk af te dwingen stop ik in elke tas een paar kaneelstokjes. Als ik op een verjaardag in gesprek raak met iemand bij wie ik voel dat hij afgunstig is, dan heb ik mijn ketting die me daartegen beschermt. Het is weleens gebeurd dat ik mijn ketting op zo’n moment niet omhad en de paniek opkwam. Ik maande mezelf tot rust vroeg om steun bij God, waarna het onveilige gevoel afnam.

Van mijn grootmoeder leerde ik over de kracht van planten. Van haar kreeg ik ooit een wijnruit, die energie in huis neutraliseert. Laatst had ik een vriendin op bezoek die niet lekker in haar vel zat.

Terwijl we zaten te praten zag ik hoe de blaadjes van die plant steeds slapper gingen hangen: de negatieve energie van mijn vriendin werd uit de lucht gezogen. Niet lang nadat zij het huis verliet, trokken de blaadjes weer recht.

Universeler bijgeloof negeer ik ook zeker niet: zwarte katten die oversteken benauwen me en onder ladders loop ik niet door. Iedereen kan er op elk moment voor kiezen bijgeloof toe te laten in zijn leven. Het is een mindset: geloof je erin, dan werkt het.

Mijn man heeft er niets mee, maar hij ziet dat ik er rust in vind. Dit is geen hobby waar ik over een tijdje op uitgekeken raak. Een leven zonder mijn sieraden, spullen, rituelen en gedachten kan ik me niet voorstellen. Ik geloof dat al die dingen mijn intuïtie krachtig maken, waardoor ik altijd helder voor ogen heb wat goed voor mij is.’

‘Hoe hoger de druk, hoe meer mijn bijgeloof wordt aangewakkerd’

Robert (42) is hoofdcoach van het 1e dames hockeyteam van Dragons, Brasschaat. Zijn wedstrijdrituelen geven hem vertrouwen.

‘Ik zat op de middelbare school toen ik in de hoofdklasse ging hockeyen. In de kleedkamer trok ik altijd eerst mijn linkersok en linkerschoen aan, vervolgens mijn rechtersok en rechterschoen. Daarna ging ik inlopen zónder scheenbeschermers en bij de dug-out at ik een halve Mars; de rest gooide ik over de dug-out.

Ik deed mijn scheenbeschermers aan, gaf mijn moeder – die altijd langs de lijn stond – een kus en rende daarna het veld op. Die riedel heeft een ontwikkeling doorgemaakt, er kwam steeds een vast onderdeel bij. Het gaf me vertrouwen: ik heb al die dingen gedaan, dus als we verliezen kan daar niet aan liggen.

Ook als coach van het Belgische damesteam probeer ik controle te hebben op zaken waarop ik zelf geen invloed heb. Na de strategiebespreking overhandig ik mijn stiften bijvoorbeeld aan mijn assistent. Neem ik ze mee het veld op, dan brengt dat ongeluk.

Laatst dacht ik: wat stel ik me aan, ik doe ze gewoon een keer in mijn jaszak. Maar het gaf mij, en daardoor mijn team, veel stress en de wedstrijd verliep moeizaam. Voortaan dus better safe than sorry, wat mij betreft.

Ik neem mijn zelfbedachte rituelen serieus, maar experimenteren kan iets opleveren. Gaan dingen goed, dan verander ik niets. Maar verliezen we of lopen trainingen niet lekker, dan vraag ik mezelf af: doe ik mijn werk niet goed? Of brengt mijn nieuwe jas misschien ongeluk?

Hoe hoger de druk, hoe meer mijn bijgeloof wordt aangewakkerd. Aan de vooravond van een belangrijke wedstrijd ben ik er druk mee in mijn hoofd; spelen we tegen een zwakkere ploeg, dan laat ik de teugels vieren.

Mijn vriendin vindt mijn gedachtenkronkels lachwekkend. Maar zolang ik anderen er niet mee lastigval, houd ik deze werkwijze in stand.’

Grip op het ongrijpbare

Loop nooit onder een ladder door. Breek je een spiegel? Dikke pech, zeven jaar ongeluk. En pas op, daar loopt een zwarte kat.

Rationeel weten we heus wel dat ons lot niet bepaald wordt door bovennatuurlijke krachten, maar toch zijn veel mensen bijgelovig. En zelfs wie beweert dat niet te zijn, loopt liever even om die ladder heen – net zo makkelijk, toch?

Ook het bedrijfsleven doet eraan: in de VS heeft 80 procent van de hoge gebouwen geen 13e verdieping en in vliegtuigen ontbreekt rij 13 steevast.

Naast dit soort klassiekers hebben we allerlei persoonlijke vormen van bijgeloof, zoals per se je gelukssokken moeten aantrekken naar een sollicitatiegesprek. Onder sporters verricht zelfs 80 procent bijgelovige handelingen voor een wedstrijd, soms best onfrisse.

Zo plast de Braziliaanse voetballer Eder Loko steevast in zijn voetbalbroek als hij het veld oploopt. En Johan Cruijff spuugde voor de wedstrijd zijn kauwgom uit op de helft van de tegenstander. Ook is veel bijgeloof cultureel bepaald: Italianen zien 17 bijvoorbeeld als ongeluksgetal.

Waarom zijn we – toch redelijk weldenkende wezens – zo vaak bijgelovig? Daar zijn verschillende verklaringen voor. De eerste is onze behoefte aan controle. Bijgeloof helpt ons om te gaan met situaties waar we geen grip op hebben, zegt Gustav Kuhn, psycholoog en auteur van het boek Experiencing the impossible.

‘Controle is een belangrijk coping-mechanisme. Een gebrek daaraan kan leiden tot psychische problemen, zoals depressie. Bijgeloof vermindert angst en onzekerheid en helpt bij de invulling van wat we niet weten.’

Het is dus niet zo gek dat een Israëlisch onderzoek liet zien dat bewoners die in een oorlogsgebied leven vaker bijgelovig zijn. Hetzelfde geldt voor mensen met obsessive-compulsive disorder (OCD of dwangstoornis) – een aandoening die zich kenmerkt door een bovenmatige controlebehoefte.

Daarnaast vermoedt Jane Risen, hoogleraar gedragswetenschap aan de Chicago Booth-universiteit, dat neurologische ‘luiheid’ bij bijgeloof een rol speelt. Ons probleemoplossend vermogen kan namelijk via twee verschillende hersensystemen lopen.

Systeem 1 is de snelle route die weinig cognitieve inspanning vraagt. Vraagstukken worden daarbij vaak intuïtief opgelost, we volgen ons onderbuikgevoel of handelen volgens snelle vuistregels zoals: afkloppen, anders brengt het ongeluk.

Systeem 2 vergt juist veel inspanning, omdat daarbij alle opties stap voor stap rationeel worden afgewogen. Volgens Risen kiest ons brein graag voor de snelle route. Bovendien is systeem 2 nogal een ‘doetje’, stelt ze. Het laat zich makkelijker aan de kant schuiven dan systeem 1: ook al zijn er geen argumenten te bedenken dat bijvoorbeeld afkloppen helpt, toch blijven we erin geloven.

Bijgeloof kan schadelijk zijn als het je rationele denken in de weg zit. Een operatie niet willen omdat die op de 13e is gepland en vervolgens nog maanden moeten wachten, is potentieel zelfs fataal. Bovendien speelt selffulfilling prophecy nogal eens een rol: als je gelooft dat die sollicitatie toch niets wordt omdat je de verkeerde sokken aanhebt, heb je misschien minder vertrouwen in een goede afloop.

Aan de andere kant is in verschillende onderzoeken aangetoond dat we door bijgelovige rituelen beter gaan presteren omdat het ons vertrouwen vergroot. Zo mochten deelnemers aan een experiment aan de universiteit van Keulen een geluksobject (zoals een sieraad of beeldje) op tafel zetten als ze anagrammen oplosten. Bij de helft werd dit geluksobject weggehaald, zogenaamd om er een foto van te maken. De groep waarbij dat niet gebeurde, scoorde beduidend beter.

Hoe krachtig ergens écht in geloven kan werken, blijkt ook uit het bekende placebo-effect: bij ziekten kan alleen al geloven dat iets helpt (ook al is het een neppil) maken dat je je beter voelt. Dus zolang je er geen onverstandige beslissingen door neemt, mag die gelukssteen gerust in je zak blijven zitten. Je weet immers maar nooit.

Bronnen o.a.: G. Kuhn, Experiencing the impossible. The science of magic, The MIT Press 2019 / M. Hogendoorn, Overzicht: het opvallendste bijgeloof in de topsport, HP De tijd, 2016 / L. Edwards, Superstition proved to improve performance, Medical Xpress, 2010 / A. Sandoiu, How do superstitions affect our psychology and wellbeing? MedicalNewsToday, 2019