Maar aangezien luchtvervuiling in veel gevallen onzichtbaar en reukloos is, kan men beter kijken naar de oorzaken van luchtvervuiling om te beoordelen hoe schoon de lucht is. De aanwezigheid van veel auto’s (auto’s veroorzaken de helft van de luchtvervuiling in steden), de afwezigheid van regen (regen maakt de lucht schoon), verkeersblokkades (remmend en optrekkend verkeer vervuilt meer dan doorgaand verkeer) en grote gebouwen (die verfrissende wind tegenhouden) zeggen meer over de kwaliteit van de lucht dan smog of stank.
Luchtvervuiling is eigenlijk een verzamelnaam voor talloze gassen en deeltjes die in de lucht zweven en die allemaal verschillende oorzaken hebben. De meest voorkomende vervuilers zijn onder meer koolmonoxide (afkomstig van het verkeer en industrie), zwaveldioxide (van industrie, zoals olieraffinaderijen), stikstofdioxide (vanuit de landbouw) en fotochemische stoffen, die ontstaan door een reactie van vervuilende gassen met licht en warmte.
Minder goede prestaties
De laatste decennia is er steeds meer aandacht gekomen voor de lichamelijke gevolgen van luchtvervuilers. Ze zijn, afhankelijk van de mate waarin we eraan blootgesteld worden, schadelijk voor onze gezondheid, en daarmee ook voor ons mentaal functioneren. Een voorbeeld hiervan is koolmonoxide. Als we dit reuk- en kleurloze gas inademen, krijgen onze hersenen minder zuurstof, waardoor we minder goed presteren. Geheugenverlies, verminderde alertheid, vertraagde reacties, concentratiestoornissen en zelfs psychotische symptomen kunnen dan het gevolg zijn. Dat koolmonoxide al gevolgen kan hebben bij hoeveelheden die sommigen van ons dagelijks inademen, blijkt uit onderzoek waarbij proefpersonen worden blootgesteld aan concentraties die ook gemeten worden op een drukke snelweg. Na anderhalf uur hebben de proefpersonen meer moeite met het inschatten van bepaalde tijdsintervallen. Bij ratten is tien minuten al genoeg om hun vermogen om te leren aan te tasten. Er zijn