Er zijn twee mogelijke verklaringen voor dit effect. De ene is dat naarmate iemand meer invloed heeft, hij of zij meer het idee krijgt dat hij het gedrag van anderen bepaalt. Daarom zal hij succes van zijn ondergeschikten eerder aan zichzelf toeschrijven. Een tweede mogelijke verklaring komt voort uit ons westerse idee dat macht wordt verkregen op basis van talenten en vaardigheden. Machtige mensen zullen dus een negatiever beeld hebben van hun ondergeschikten, die blijkbaar over minder talenten beschikken. Aangezien mensen in hogere posities niet altijd veel zicht hebben op de daden van hun ondergeschikten, zullen deze negatieve stereotiepen blijven voortbestaan.
Georgesen en Harris weten nog niet welke van deze twee verklaringen het meest steekhoudend is, maar pleiten wel voor een beter evaluatiesysteem. Behalve evaluaties door superieuren, zouden zelfbeoordelingen en beoordelingen door collega’s ook gewicht in de schaal moeten leggen. Bovendien zou men rekening kunnen houden met genoemd effect, door de evaluaties van superieuren standaard op te waarderen.
(Personality and Social Psychology Review, vol. 2 (3), 1998)
Serie: Geacht publiek