Woensdag 27 mei
‘En nu gooi ik de laptop naar buiten!’ Dreigend sta ik voor het open raam. Woest, ben ik. ‘Wat een rotsysteem! Er klopt geen bal van!’ Ik heb Quintens juf net twee screenshots gestuurd van voor mij volledig onbegrijpelijke rekenopgaven. ‘Ik heb verdorie economie gestudeerd met een specialisatie in finance en wiskunde!’, bijt ik mijn man toe – die helemaal niet zit te wachten op deze aanvullende informatie. Mijn hart klopt in mijn keel van woede. Quinten kijkt rustig toe. ‘Mam’, zegt hij, ‘ik zei je toch dat er niks klopt van die opgaven.’ Ik ben het hartgrondig met hem eens.
De eerste kenmerken van autisme
De diagnose autisme kan meestal pas rond vijfjarige leeftijd worden gesteld, omdat het moeilijk is o...
Lees verderHarvard
Even later zitten Quinten en ik achter het beeldscherm voor de digitale belafspraak met de juf. Ik bijt het spits af. ‘Juf, moet je luisteren. Er zitten fouten in deze opgaven en ik kan hier totaal niet mee uit de voeten.’ De juf luistert geduldig – een eigenschap die ik ten enenmale mis. ‘Ik wil eens een hartig woordje spreken met de mensen die dit systeem gemaakt hebben.’ De juf blijft allervriendelijkst en geeft een empathisch knikje, maar ik ben niet meer te stoppen. ‘Dit systeem is overduidelijk niet gemaakt voor andersdenkende breinen. Het is zo onbegrijpelijk uitgelegd!’ Quinten voegt er naast mij dunnetjes aan toe: ‘Hoe moet ik nu op Harvard komen?’
Rolschaatsen
Ergens in mijn achterhoofd weet ik dat ik niet echt het goede voorbeeld aan het geven ben. Ik ben bepaald niet rustig en gebalanceerd, alle nuance is weg. Quinten voelt zich door mijn uitbarsting gesterkt in zijn al eerder gemaakte slotanalyse dat dit systeem nergens op slaat, de opdrachten onduidelijk zijn en school overbodig is. En dat je daarvoor in de plaats veel beter kunt rolschaatsen.
Ongeschikt
De juf ziet mijn woede en stelt uiterst behoedzaam voor: ‘Laat het rekenen voor vandaag maar zitten. Doe alleen dingen die nog lukken. En anders laat je die ook varen. Doelen omlaag vandaag.’ Quinten vindt dit een uitstekende conclusie en schiet uit zijn stoel om buiten te spelen. Ik zit verslagen op mijn stoel. Opeens passeert in mijn gedachten een reclame van de marine die ik me herinner van vroeger. Mentaal kruis ik schuldbewust het juiste vakje aan: ‘Lerares – ongeschikt’.