Het is druk in de trein van Amsterdam naar Rotterdam. Op een van de balkons steekt een jongen een sigaret op. Medepassagiers kuchen en mopperen wat, maar de jongen rookt gewoon door. Het is uiteindelijk de conducteur die vraagt of hij zijn sigaret wil uitmaken. ‘Waar bemoei jij je mee, stomme trut! Rot op en ga kaartjes knippen!’ Als de jongen stopt met schelden, gooit hij de nog brandende sigaret in het gezicht van de conducteur. De conducteur loopt morrelend aan haar portofoon weg, en de passagiers blijven verbijsterd achter. Op station Schiphol stapt de spoorwegpolitie in, en wordt de jongen afgevoerd.
Agressie in de trein, de meerderheid van de conducteurs krijgt er weleens mee te maken. Het is dan ook niet voor niets dat conducteurs de lijst van meest ‘agressiegevoelige’ beroepen aanvoeren. Snel gevolgd door politieagenten, gevangenispersoneel en medewerkers van de sociale dienst.
Is de agressie toegenomen?
Niet alleen op de werkvloer, ook op straat heerst het idee dat agressie de laatste jaren is toegenomen. De statistieken van justitie bevestigen dit beeld. Maar het gevoel dat we in een steeds gewelddadiger maatschappij leven, is volgens criminologe Margreth Egelkamp onterecht. Egelkamp promoveerde afgelopen november aan de Rijksuniversiteit Groningen op het onderwerp ‘inflatie